• Home
  • Over deze website
  • Scheepsbouwfamilie De Vries

Motorwerkboot voor het Loodswezen, 1950

18 sep 2011
Huib de Vries
1

Inschrijving
In de herfst van 1949 werd een inschrijving geopend voor het bouwen van een open, stalen motorwerkboot van 8.20 meter lengte voor het Loodswezen. De breedte was 2.50 m en de diepgang was maar 45 cm, dit in verband met de ondiepte van de Waddenzee.

Bouwtekening

De boot zou gebruikt worden om ‘steekbakens’ op de Waddenzee te plaatsen vanuit de haven van Zoutkamp. Begin december kregen de gebroeders De Vries van “De Vlijt” het bericht dat zij de boot mochten bouwen. De werkboot zou als bijboot bij een groter betonningsvaartuig dienst gaan doen op de Lauwers- en Waddenzee.

Opdrachtgevers
Dat is niet eens zo makkelijk meer vast te stellen. Volgens het bouwcontract van 19 december 1949 was het de Staat der Nederlanden, die in deze zaak werd vertegenwoordigd door de Minister van Oorlog en Marine. Dat was in die periode W.F. Schokking, namens hem kwam daarna de Directeur-Generaal van het Loodswezen als verantwoordelijke in beeld.

Bouwgeschiedenis
In de laatste week van december 1949 werd in Aalsmeer met de bouw begonnen. De bouwprijs zou ƒ 13.550 mogen bedragen, maar de werf kon de boot goedkoper bouwen zodat er een redelijke winst overbleef. In juli 1950 vond de proefvaart plaats en op 22 juli werd de motorwerkboot overgedragen aan de regionale directeur van het Loodswezen gevestigd in Harlingen, Jhr. A. van Foreest.

‘Ik verzoek U de voor het Loodswezen te Zoutkamp gebouwde motorschouw aan de brenger van dit briefje mede te geven.’

Bijzonderheden
Alle platen, schotten, spanten en  wrangen werden voor de bouw per schip naar de verzinkerij van Johan Vis in Amsterdam gebracht om een ‘volbad’ bewerking te ondergaan. Dit kostte ƒ 24 per 100 kg.

In de zijkanten en in de voorpiek kwamen  in totaal 11 luchttanks. De motor was een Turner Diesel, type 2V95, van 15 pk. Kort voor de afbouw, in juni 1950, werd besloten dat de uitlaat rechtstandig moest worden geplaatst. Maar als voorwaarde werd toegevoegd dat  “deze uitlaat moet zoo hoog zijn dat een man die hoog aan een baken moet werken, geen last van de rook heeft. Bovendien afneembaar of met een knik omklapbaar”.

Proefvaart, zomer 1950,  Joh. de Vries (links) en zijn zoon G.C. Gerard de Vries. De rechtopstaande uitlaat is links van Joh. de Vries zichtbaar

Om de dieselmotor werd een wegneembare teakhouten kast geplaatst. Rondom het schip kwam een essenhouten berghout, met uitzondering van de achterspiegel. Op de voorspiegel kwam over het berghout een leguaan. Verder moesten op de boot vier wegneembare bakenhouders geplaatst worden.  Op de bouwtekening is hier een detail van opgenomen met als bijschrift: bakens zijn jonge bomen met als maximale afmetingen: lengte ongeveer 7 meter en diameter ongeveer 8 cm. Na 1964 kreeg de werkboot het naamsein A 915.

Leeuwarder Courant, 3 juli 1954
“Het  Loodswezen  in  Harlingen  heeft de  zorg  over  de  betonning  in  het eerste  en  tweede  district  En  dat  is heel wat  als  men  weet  dat er  hier alleen al 15 kogeltonnen, 1 belboei, 80 spitse rode  tonnen, 76 stompe zwarte tonnen, 175 rode  drijfbakens, 185  zwarte  drijfbakens, 1000 steekbakens, 26  lichtboeien (waarvan  twee  lichtbrulboeien) zijn. Met  de  verzorging hiervan zijn niet minder  dan  vier  betonningsvaartuigen belast, twee  in  Harlingen, één in Zoutkamp en één op Terschelling. Deze  betonninigsvaartuigen hebben ook de  zorg  over  de  onbewaakte lichten, zoals bijvoorbeeld  de  twee lichtopstanden op  de  Engelsmanplaat.”

Slot
De Lauwerszee werd in mei 1969 door een dijk van de Waddenzee afgesloten, dit had voor de oude vissershaven van Zoutkamp grote gevolgen. De vissersboten maakten plaats voor de jachten van de watersporters. Omstreeks 1976 verhuisde de stalen werkboot naar Lauwersoog. De historische Rijksbetonningsloods werd in 1994 omgebouwd tot Visserijmuseum. De motorwerkboot werd in 1983 door de Domeinen voor ƒ 3960 aan een particulier verkocht, de (bij)naam van de boot bleek toen “Prikje” te zijn.

 

Over de schrijver
One Comment
  1. Walter 8 oktober 2011 at 21:15 Beantwoorden

    ” Met de verzorging hiervan zijn niet minder dan vier betonningsvaartuigen belast, twee in Harlingen, één in Zoutkamp en één op Terschelling.”

    Waren dit niet onder meer de Slenk en de Lauwerszee ? Later via Domeinen verkocht aan de Visserij-inspectie.

Reageer Reactie annuleren

*
*

Zoek

Welkom!

Scheepswerf De Vlijt was de naam van wat tegenwoordig Koninklijke De Vries Scheepsbouw uit Aalsmeer is. Huib de Vries, nazaat van de grondleggers van deze scheepswerf, beschrijft op deze website de geschiedenis van zeil- en motorschepen, die werden gebouwd tussen 1906 en 1985. Lees meer

Reacties:

  • Jacqueline van Beek op Waterlelie & Zonnebloem, 1948-1965
  • siep visser op Drie Politieboten 1955 – 1957
  • siep visser op Drie Politieboten 1955 – 1957
  • siep visser op Drie Politieboten 1955 – 1957
  • W.Rinus.Bouwman op Zwerver, Fastnet Race 1961

Laatste artikelen:

"Ticia II" 1977

'Synthesis' en Bert Haanstra, 1982       

“Greet”, IJselmeerkruiser 1933

Vogeljachtje, 1940

Twaalfvoetsjol “Top”, 1945

Stuur een bericht

  1. Uw naam *
    * Vul uw naam in
  2. E-mail *
    * Vul een geldig e-mailadres in
  3. Bericht *
    * Vul een bericht in

Categorieen

  • Aalsmeerse vaartuigen (21)
  • Bijzondere verhalen (99)
  • Featured (1)
  • Foto's (1)
  • Grundels (9)
  • Historie familie De Vries (22)
  • Motorjachten (77)
  • pramen (5)
  • punters (3)
  • Sloepen (3)
  • Sloepen en vletten (5)
  • Speciaal vaartuigen (34)
  • Uncategorized (9)
  • Zeiljachten (136)