NYMPH = LUCKY STRIKE = EGRETTA
Bouw
Bouwnummer 413 op scheepswerf De Vlijt in Aalsmeer bestond uit de bouw van drie Draak-zeiljachten. De zeiljachten kregen na meting door het watersportverbond de registratie H 81, H 82 en H 83. Dit laatste zeilnummer hoorde bij de draak die voor J.N. van Geenhuizen werd gemaakt. Met de bouw werd begonnen in de werkweek van zaterdag 20 september t/m vrijdag 26 september 1941 door de bankwerker Arie Wies en de ijzerwerker Gerard Pulleman. In de volgende periode werden steeds meer timmerlieden, schilders en monteurs bij de bouw van de drie draken betrokken. Als tijdsbeeld enkele bedragen: een gietijzeren kiel kostte 190 gulden; de ervaren meester-timmerman Klaas Moenis had een uurloon van 65 cent; de mast en de giek, geleverd door de firma D. Van der Neut uit Alphen aan de Rijn, kostten ƒ 276.
Opgetuigd
De draak voor opdrachtgever Van Geenhuizen was in juni 1942 gereed. Zoals gewoonlijk bij De Vlijt werd het zeiljacht getuigd door zeilmaker C. Hali die zijn werkplaats op het werfterrein had. Met ‘tuigen’ of ‘optuigen’ werd hier bedoeld dat de rondhouten (mast en giek) werden geplaatst en dat de stagen, vallen en schoten werden aangebracht. Niet altijd, maar soms zoals bij dit schip, leverde Hali ook de zeilen. Hij rekende ƒ 321,25 voor het optuigen, voor het grootzeil en de fok werd ƒ 297 in rekening gebracht. Daarbij kwam nog vijf gulden extra voor ‘een zak voor de fok’.
Per draak moest ƒ 53 voor auteursrechten en meetloon aan het Watersportverbond worden betaald. De draak voor Van Geenhuizen kreeg zoals eerder gemeld zeilnummer H 83 en werd “Nymph” gedoopt. Bij de definitieve afrekening in oktober 1942 bleek dat de opdrachtgever iets meer dan ƒ 3600 voor zijn zeiljacht moest betalen.
1 juli 1942, rekening van zeilmaker Hali
Oorlogsjaren
Het is zeer de vraag of de “Nymph’ na de doop en registratie erg veel wedstrijden heeft gezeild want vanaf 1943 was ook de zeilsport in Nederland eigenlijk overal verboden. In de werfboeken komen we de draak echter wel steeds tegen in de lijsten van de boten die voor winterberging in de loodsen werden ondergebracht. In deze jaren werd voor de berging van een draak ƒ 50 gerekend. Vanaf 1943 komen we de “Nymph” tot januari 1949 elke winter op “De Vlijt” tegen. Maar, in de zomer van 1947 gaat er wat veranderen: de scheepsnaam wordt gewijzigd in “Lucky Strike”.
Dat was ook de naam van de 12-voetsjol die de familie Van Geenhuizen eerder had. Af en toe worden er op de scheepswerf kleine reparaties aan de draak verricht, maar, na 1949 komt de “Lucky Strike” niet meer in de werfboeken voor.
Tandjong Priok
Waarschijnlijk werd de “Lucky Strike” kort hierna verkocht aan een zeiler in Nederlands-Indië, of, beter gezegd, naar Indonesië zoals het land sinds 1949 heette. De scheepsnaam bleef daar eerst nog hetzelfde want in de “Java Bode” van 17 september 1951 is te lezen dat de draak “Lucky Strike”, de H 83 van stuurman-eigenaar D. Boomsma , tijdens een nachtwedstrijd bij Tandjong Priok als zevende was geëindigd.
Foto bij het artikel in september 1951 in de Java-Bode. Links in de achterhoede de H 83 “Lucky Strike”, rechts daarvan de H 22 “Koningin Wilhelmina”, die de wedstrijd zou winnen. Er deden acht Draken aan deze nachtwedstrijd mee, het artikel volgt hierna:
In alle opzichten geslaagd
Uit de Java Bode, 17 september 1951
De nachtwedstrijd voor Draakjachten der KZTP, welke van Zaterdag op Zondag jl. onder schitterende weersomstandigheden heeft plaats gehad, mag in alle opzichten uitstekend geslaagd heten. De voorgeschreven 45 zeemijlen lange baan liep van de Julianabaak naar de gasboei bij de punt van Krawang, vandaar tussen Edam en Alkmaar naar het Westelijk daarvan gelegen eiland en vervolgens met stuurboordsronding via Alkmaar naar Priok.
De Baai van Batavia op een oude kaart. Links de eilandjes Onrust en Purmerend, midden onder Batavia en Tandjong Priok. Midden boven de eilandjes Edam en Alkmaar, rechts de Hoek van Krawang.
Bij de start der Draken, welke bij een stevige bries uit het Noorden om 4 uur nm. plaats had, ging de “Koningin Wilhelmina” met 4 seconden het eerst over de afvaartlijn, op de spiegel gevolgd door de ”Karin”. Eerst op de helft van het rak naar de Krawang gasboei kwam in deze stand verandering en kwam de ”Piet Hein”, gevolgd door de ”Frieda IV” en de ”Koningin Wilhelmina” om 7 u. 59 om het licht. Op het traject naar Poeloe Dapoer liep de wind naar het Zuidoosten om en nam tot aller verrassing in kracht zodanig toe, dat de “Piet Hein”, op slechts een minuut gevolgd door de ”Koningin Wilhelmina” de bij het eiland reeds aanwezig zijnde Marinesloep der Ned. Missie, daar als merkteken van de baan verankerd liggend, om 11 u. 45 rondde. De “Frieda IV” volgde twee minuten later. Met wind en stroom mee liepen de jachten op dit lange traject bijna 8 mijlen per uur en bleven, althans wat de eerste zes deelnemers betrof, tamelijk dicht bij elkaar. Ook de “Lucky Strike” en “Marijke” hielden elkaar in de achterhoede stevig vast. De motorboot der Ned. Militaire Missie waakte, onder commando van twee luitenants ter zee, over de jachten terwijl de heer en mevrouw Unger als jury nauwlettend de gedragingen der zeilers controleerden. De volle maan zorgde voor een uitstekende verlichting van de baan. De uitslagen en gemaakte zeiltijden waren als volgt:
1. “Koningin Wilhelmina” H 22 (stm. Jhr. Calkoen), 11 u. 52 min;
2. “Piet Hein” H 54 (stm. Dudok van Heel), 11 u.56 min;
3. “Frieda IV” H 107(stm. Jan Kok), 12 u. 2 min;
4. “Karin” H 20 (stm. mr. Bouman), 12 u. 25 min;
5. “Hathi II” H 140 (stm. Bonnes), 12 u. 26 min;
6. “Blijkijkertje” H 116 (stvr. mevr. Blom-Smit), 12 u. 30 min;
7. “Lucky Strike” H 83 (stm. Boomsma) 13 u. 55 min. 30 sec;
8. “Marijke” H 142 (stm. Laman Trip) 13 u. 58 min.
Drie draken uit Aalsmeer
Scheepswerf “De Vlijt & Westeinder”, zoals de officiële werfnaam in die jaren was, had drie van de bij deze wedstrijd acht deelnemende draken gebouwd. De “Frieda IV” H 107, gebouwd in 1943, de “Lucky Strike” H 83 uit 1942 en de “Marijke”, H 142 gebouwd in 1949.
Lucky Strike wordt Egretta
Korte tijd later kreeg de draak de naam “Egretta” (Reiger) en werd de nieuwe eigenaar dr. H. Jakobs uit Bogor. Hij was een scheikundige die werkte bij de Centrale Proefstations in Bogor. Na 1957 moesten alle Nederlanders Indonesië verlaten en werd het oude clubhuis in Tandjong Priok gesloten. Wat er met de vloot aan Draken, Vrijheidjes en andere zeil- en motorjachtjes gebeurde is nergens duidelijk beschreven. Het merendeel werd waarschijnlijk, al of niet verkocht, achtergelaten.
Omslag van het clubblad “De Scheepsroeper”, augustus 1954. Zoals te zien is het predikaar ‘Koninklijk’ inmiddels ingetrokken en heet de club nu: Jacht Club Tandjong Priok
In de Drakenlijst uit 1991 van de KNWV wordt in 1957 als laatste eigenaar van de H 83 A. Baudzus uit Djakarta vermeld. Baudzus had de Duitse nationaliteit en kende aanvankelijk geen problemen in Indonesië. Maar in 1958 verhuisde hij met zijn gezin naar Australië, de “Egretta” ging mee. De draak kwam voor een lange tijd in Sydney op de wal te staan, blootgesteld aan de felle zon en droogde helemaal uit. Korte tijd later verkocht Baudzus daarom zijn draak waarmee men zoveel plezier had beleefd.
Arthur Baudzus
Hij werd in 1922 geboren in een dorpje in Oost-Pruisen in Duitsland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij eerst als elektricien op een scheepswerf in Bremen. Uiteindelijk werd hij als elektricien ingedeeld op de onderzeeboot U-859 en vertrok op een missie vanuit Kiel naar Malakka. Daar, voor de kust bij Penang, werd de U-859 op 23 september 1944 door een Engels schip getorpedeerd. Een deel van de bemanning werd door de Engelsen gered.
Baudzus en acht anderen werden 24 uur later gered door de Japanse marine en naar Batavia (Djakarta) gebracht. Hier zette hij als militair zijn werk voort, totdat in mei 1945 Duitsland capituleerde. Baudzus achtte zich daarna ontslagen van zijn militaire verplichtingen. De Japanners accepteerden dat niet en zetten hem daarom in een krijgsgevangenkamp waar ook Britse en Nederlandse militairen zaten. Nadat ook Japan capituleerde, liep hij de poort uit en genoot ongeveer zes maanden van zijn vrijheid. Uiteindelijk werd hij weer gevangen genomen en naar Duitsland teruggebracht. Zijn geboorteplaats lag inmiddels in het door Rusland bezette gebied en hij wilde of kon daar niet meer naar terugkeren.
Hij trouwde in Duitsland en na enige tijd kwam hij als technisch vertegenwoordiger in dienst bij Siemens. Tot zijn genoegen kon hij voor deze maatschappij aan het werk op Java. In 1954 verhuisde hij met zijn gezin, van Bandung naar Djakarta.
Australië
In korte tijd moet hij daar een goed bestaan opgebouwd hebben want hij haalt er zijn vliegbrevet. In die periode koopt hij ook van dr. Jakobs de draak “Egretta”, het drakenregister noemt als jaartal 1957. Alle Nederlanders moesten in deze jaren Indonesië verlaten. Baudzus, die zijn Duitse voornaam Artur inmiddels heeft gewijzigd in Arthur, merkte al snel dat ook voor hem geen toekomst meer in Djakarta was weggelegd. Omstreeks 1958 kon hij voor Siemens een betrekking krijgen in Australië, een kans die hij met beide handen aangrijpt. Na zijn pensionering schreef hij het boek “U-859” over zijn herinneringen aan de opkomst van het Nazisme in Duitsland en aan zijn reis met deze onderzeeër. Arthur Baudzus overleed op 6 augustus 2015 in Australië.
Schilderij van draak H 81 “Barbara B.”, zusterschip van de eveneens bij De Vlijt gebouwde H 82 en H 83 “Nymph”. Schilderij van C. Waasdorp
Opnieuw met dank aan Wim ter Horst.
Very interesting and well researched. My Father, Arthur Baudzus owned D H83 in Indonesia and subsequently brought the boat to Australia with him.
Looking forward to talking to you.
Best Regards,
Manfred Baudzus.