Twee zusters
In de eerste week van maart 1947 werd op de werf met het zg. ‘uitslaan’ begonnen, ook de timmerlieden startten in die week met werk. De afmetingen van deze geklonken stalen bakdekkruisers waren als volgt: lengte 11.30 m, breedte 3.20 m, diepgang 0.85 m. De opbouw was van mahoniehout, in beide schepen werd een 6 cilinder Scripps-Marine van 80 pk geplaatst. Het eerst schip heette ‘Waterlelie’, de tewaterlating vond eind november 1947 plaats. Het zusterschip kreeg de naam ‘Zonnebloem’. Bijna direct na het gereedkomen in maart 1948 konden beide schepen voor de verhuur worden ingezet.
Verhuur
Kort na de Tweede Wereldoorlog was er voor veel Nederlandse jachtwerven weinig werk. Zowel voor reparatie als nieuwbouw waren de opdrachten in die jaren erg schaars.
A. (Bram) Vis, de eigenaar van de werf “Nicolaas Witsen & Vis” in Alkmaar, ontmoette in die tijd een Engelsman die er wel brood in zag om toeristen per boot met Nederland kennis te laten maken. In de loop van 1946 zocht Vis contact met enkele andere Nederlandse werven en in december 1946 werd in Amsterdam een vennootschap van koophandel opgericht. De eerste deelnemende werven waren:
Nicolaas Witsen & Vis, Alkmaar;
Fred J. Kemper, Jachtwerf, Schiedam;
Scheepswerf “De Vlijt”, Gebroeders De Vries, Aalsmeer;
Scheepswerf Van de Werff, Drachten;
Scheepswerf “Het Fort”, G. de Vries Lentsch, Nieuwendam;
Timmer’s Jacht- en Scheepswerf, Delft
Omdat men vooral op Engelstalige huurders rekende werd de verenigingsnaam in het Engels geschreven en wel als: Netherlands Boat Owners Association, “N.B.O.A.”. Het doel was om motorjachten en zeiljachten, al of niet met schipper, te verhuren aan toeristen. Omdat ook de overheid verwachtte dat hierdoor veel deviezen het land binnen zouden komen, werd vlot alle medewerking toegezegd. De tien motoren werden via Fred J. Kemper collectief ingekocht. De keuze viel op de Amerikaanse Scripps benzine scheepsmotor, 6 cilinder 80 pk. Behalve de motoren, werd ook het benodigde staal door de N.B.O.A.-werven gezamenlijk ingekocht.
Ontwerp “Waterlelie” en “Zonnebloem”
Het ontwerp van de twee motorjachten was afkomstig van de werf zelf, maar duidelijk geïnspireerd op een ouder ontwerp van H.W. de Voogt. In ieder geval is de overeenkomst tussen diens ontwerp van het 13 meter lange motorjacht “Joma” uit 1934 en de “Waterlelie” en “Zonnebloem” uit 1947 opvallend te noemen. De prijs per schip bedroeg ongeveer ƒ 25.000. De “Waterlelie” werd in dat eerste jaar bijna 7 weken verhuurd en bracht daarmee ƒ 4.049,67 aan huur binnen.
De “Zonnebloem” werd gedurende 6 weken verhuurd en bracht ƒ 3.558,70 aan huur op.Het schippersverblijf zat in de voorpiek van het schip, gescheiden van de overige verblijven. Via een luik kon de schipper zijn slaapplaats(je) bereiken. Wilden de huurders een stewardess mee aan boord, dan ging dat ten koste van een passagiersplaats.
Schipper
Vanaf het begin voer Jo van Laar als kapitein op de “Waterlelie” of de “Zonnebloem”, soms werd hij geassisteerd door anderen, zoals bijvoorbeeld zijn vader die schipper op de binnenvaart was geweest. In 1947 was Van Laar bij De Vries gaan werken, hij was 26 jaar oud. In 1960 zou hij zijn dienstbetrekking bij de werf beëindigen en kapitein worden op het motorjacht “Ancor” dat bij “De Vlijt” voor C. Verolme was gebouwd. De schipper was niet alleen verantwoordelijk voor het varen, maar hij moest ook de huishoudelijke kant aan boord goed kunnen regelen. Was de schipper goed, dan waren de passagiers tevreden en dat leverde weer veel positieve reacties op. Een deskundige schipper voorkwam bovendien onnodige schade, dat was een risico dat de werven namen met het verhuren van boten zònder schipper. Er zijn verhalen bekend van passagiers die bijvoorbeeld de hoogte van een brug verkeerd inschatten en daardoor bijna de complete opbouw van hun huurschip wegvaagden.
N.B.O.A. 1947 – 1961
In de loop van de verschillende jaren zijn er heel wat gasten op de N.B.O.A.-schepen van De Vries vervoerd. Soms zeer belangrijke, zoals de Amerikaanse ambassadeur in Nederland Philip Young in de zomer van 1958.
Philip Young, ambassadeur in Nederland van 1957 tot 1960
Ook de tocht van een groepje B.B.C.-verslaggevers in mei 1950 leverde veel positieve publiciteit op. Zie het hoofdstuk “They live by Water”.
Maar natuurlijk kregen ook de ‘gewone’ passagiers alle aandacht die nodig was. Bijvoorbeeld de familie Palfray, een gezin dat bestond uit vader, moeder, een dochter van 12 jaar en een baby van 18 maanden. In de jaren omstreeks 1950 waren nog veel levensmiddelen gerantsoeneerd, of ‘op de bon’ zoals dat genoemd werd. Zo vermeldde de bonnenlijst van de familie Palfray onder andere: 4 bonnen voor koffie, hiervoor kon 4 maal 100 gram koffie gekocht worden. Ook: 8 versnaperingsbonnen, goed voor 8 maal 100 gram snoepgoed en 3 bonnen roomboter voor de baby waarvoor 3 maal 125 gram roomboter gekocht kon worden.
Het einde
Op “De Vlijt” kreeg men het in de loop van de jaren vijftig van de vorige eeuw steeds drukker met nieuwbouw, bovendien liep de Engelse belangstelling voor een boottocht door Nederland terug. Toen Jo van Laar in 1960 van de werf vertrok, was het pleit eigenlijk definitief beslecht en kwam er een eind aan de verhuuractiviteiten. De “Zonnebloem” was al in 1955 verkocht en van haar is verder niets meer bekend.
De “Waterlelie” volgde in 1963, zij kreeg daarna van de nieuwe eigenaar de naam “Merak”. In 2021 besloot de tegenwoordige eigenaar het schip te renoveren en daarna de oude naam “Waterlelie” terug te geven.
Hieronder een afbeelding van de Merak, ex-Waterlelie in 2020:
deze bakdekkruizer is een tijdje in bezit geweest van mijn schoonvader A.W.van MIDDELKOOP te utrecht
we hebben er een dieselmotor in gezet omdat te kunnen wisselen hebben we er een gat in het dak gemaakt waar we een schuifluifel van hebben gemaakt tevens ook reling geplaatst
hij ziet er mooi uit
Volgends mij was mijn vader de eigenaar van dit schip vóór de heer van Middelkoop. Zijn naam was W.L. Van Beek en heeft in mijn herinnering het schip de naam Merak gegeven.
We hebben er op de Vinkeveense en Loosdrechtse plassen mee gevaren. Ik weet nog goed hoe mijn vader dat houten luik bij de ingang steeds lakte en dat dan de lange haren van mijn zus en ik er aan plakten bij het jaar binnengaan. Hij vloeken natuurlijk!
Beste Jacqueline, dank voor uw bericht. Het lak werk is weer in volle gang. Ik zou graag in contact komen met u , stuur me ff een berichtje of bel me op 0652451234.
Gr Joachim Kieft – huidige eigenaar merak – waterlelie