Bouwgeschiedenis
Eigenlijk hoort dit motorjacht voor Amerikaanse rekening, afgeleverd in 1961 onder bouwnummer 570 niet meer thuis onder het kopje “scheepswerf “De Vlijt”. Maar omdat dit schip in 1959 werd aangenomen, dus ruim vóór 29 december 1960, toen de “NV Gebr. De Vries Scheepsbouw” ontstond, mag het toch als een “De Vlijt” jacht worden beschouwd.
Het ontwerp was H.W. de Voogt & Zoon (Frits de Voogt) en de opdrachtgever was de Amerikaan Mr. Julius Fleischmann, uit Cincinnati.
Het stalen, dubbelschroef diesel motorjacht had een lengte van 35,25 meter, een breedte van 6,60 meter en een diepgang van 2 meter. In de machinekamer stonden twee Cummings marine diesels, NVH-12M, elk 450 pk en twee Cummings diesel generatoren, 40 KW, 120/227V. De naam van het jacht werd “Camargo IV”.
De “Camargo IV” was het grootste schip dat in 1959 tot dan toe op de scheepswerf in Aalsmeer op stapel was gezet. Het contract voor de bouw was op 30 juni 1959 ondertekend en in augustus werd op de spantenvloer met het werk begonnen. Aan het einde van januari 1960 was de romp beplaat en in juni werden de motoren geplaatst.
Op 18 mei 1961 werd onder grote belangstelling de “Camargo IV” door mevrouw Dorette Fleischmann gedoopt en daarna te water gelaten. Enkele dagen later arriveerde Prins Bernhard op de werf waar hij door de familie De Vries werd ontvangen. Samen met Julius Fleischmann werd de “Camargo IV” uitgebreid bekeken.
Na de proefvaart in juni vertrok het jacht op 29 juli 1961 onder commando van kapitein Kenneth Watson voor haar eerste reis die naar Kopenhagen ging.
18 mei 1961, H.S. de Vries sr. houdt een toespraak tijdens de doop, rechts van hem J. Fleischmann
Fleischmann
Julius Fleischmann, de opdrachtgever van de “Camargo IV”, was een kleinzoon van Charles Fleischmann die in de 19 de eeuw vanuit Hongarije naar Amerika was gekomen. Grootvader maakte zijn fortuin met het produceren van grondstoffen die nodig waren voor bakkerijen en brouwerijen. Zijn “Standard Brands Yeast Company” leverde van alles, maar gist was aanvankelijk het belangrijkste product. De familie Fleischmann werd daarom in het begin van de 20ste eeuw wel de “Baking Dynasty”genoemd.
Julius Fleischmann werd in 1900 in Cincinnati geboren, zijn vader, Julius Sr. was daar toen burgemeester. Uiteraard kwam Julius in het familiebedrijf terecht, maar zijn interesse ging veel verder. Hij was een enthousiaste watersporter en maakte tussen 1928 en 1933 met zijn jacht “Camargo I” een reis om de wereld samen met zijn jonge gezin. Tijdens die reis werd er van alles verzameld, zoals kunstvoorwerpen en uitheemse planten. Op verzoek van de Amerikaanse overheid werden veel eilanden in de Stille Oceaan nauwkeuriger in kaart gebracht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek dit voor het Amerikaanse leger van grote waarde te zijn.
Julius gaf zichzelf de bijnaam “Junkie”, daarmee drukte hij uit dat hij min of meer verslaafd was aan het verzamelen van dingen, of ze nu waardevol waren of niet.
Behalve verzamelaar, stond hij ook bekend als filantroop en kunstbeschermer. In de jaren ‘30 en ‘40 van de vorige eeuw redde hij het beroemde ‘Ballet Russe’, dat gevestigd was in Monaco, door het als president-directeur te leiden en te financieren. Ook de Metropolitan Opera werd door hem financieel ondersteund. En zo was er veel meer, tot aan de botanische tuinen en de dierentuin van zijn woonplaats Naples in Florida aan toe.
In de jaren na 1945 verrichtte hij veel werk in de stille diplomatie voor zijn vaderland, hij steunde de UNESCO en was vanaf het begin in 1954 waarschijnlijk aanwezig bij de Bilderberg Conferenties, waarvan Prins Bernhard een van de initiatiefnemers is geweest. Julius Fleischmann overleed, 68 jaar oud, op 15 oktober 1968. Zijn echtgenote overleed in 1994 op 88 jarige leeftijd.
Camargo
Alle zeewaardige jachten van Fleischmann droegen de naam “Camargo”. Deze naam was afgeleid van een buurtschap bij het dorpje Indian Hill, Ohio, dat een paar mijl ten noorden van de stad Cincinnati is gelegen. De familie Fleischmann bouwde hier in 1924 een buitenhuis, al gauw gevolgd door veel andere welgestelde inwoners uit Cincinnati. Julius Fleischmann schonk een troep jachthonden aan de Camargo Jagersclub omdat hier dikwijls vossenjachten werden gehouden. De jachthonden werden gehouden in een kennel die ook “Camargo” heette.
Dagblad TROUW
juweel van jachtbouw in aalsmeer
C A M A R G O IV : droomschip
voor Amerika
Opdracht van twee miljoen
(Van een onzer verslaggevers)
In Aalsmeer wordt deze maanden de laatste hand gelegd aan het Dieselmotorjacht “Camargo IV” een der grootste en kostbaarste jachten, die na de oorlog in Europa zijn gebouwd. Het komt niet zo vaak voor, dat de gebroeders De Vries, die al honderden luxe jachten hebben gebouwd, een opdracht krijgen – in dit geval van de Amerikaanse miljonair Juius Fleischmann – voor een zeegaand jacht, dat twee miljoen gulden kost en een toonbeeld wordt van comfort en snufjes. In de loop van de zomer hoopt het echtpaar Fleischmann de “Camargo IV” in gebruik te nemen. Dan zal de eigenaar zijn elektrisch verstelbaar bed kunnen. beproeven en de speciaal voor dit schip in Denemarken vervaardigde tapijten kunnen keuren. De elektrische installatie van dit jacht heeft een vermogen, dat voldoende is voor stroomvoorziening van een klein dorp. Wij hebben tijdens een rondgang, die we met de heer Joh. de Vries, een der directieleden van de werf “De Vlijt”, door het schip hebben gemaakt, kunnen constateren, dat men zich op verre oceanen niet behoeft te vervelen.
Vier T.V.’s
Er zijn vier T.V.-toestellen geprojecteerd. Eén toestel in de salon, één in de werkkamer van de eigenaar, één in de kapiteinshut, en één in het verblijf voor de acht man sterke bemanning. Er is een centraal antennesysteem, alsmede een centrale radio-ontvanginstallatie.
Voorts is het gehele schip voorzien van een Ampex stereo-geluidssysteem en een hypermoderne bandrecorder. Wanneer het schip buiten bereik is van goede ontvangst van radiostations, neemt men tevoren programma’s op de band op, die via de eigen geluidsinstallatie ten gerieve van de gasten worden uitgezonden. Het jacht, dat groter is dan de “Piet Hein”, heeft een volledig eikenhouten betimmering en nautisch gezien dezelfde technische installatie van ieder zeeschip, zij het in kleinere formaten. Knoppen en handvatten van het sanitair in de badkamers zijn goudverguld. Het echtpaar Fleischmann houdt niet van
kunstlicht. In salon en eetzaal zijn bescheiden hoeklampen aangebracht. Kaarslicht zal in deze
ruimten als feeërieke verlichting overheersen.
IJsblokjes
In de bar is reeds een ijsmachine geplaatst, die in staat is 2000 ijsblokjes in 24 uur te vervaardigen. Het spreekt vanzelf, dat de kombuis – het woord is overigens misplaatst – in het patroon der snufjes niet uit de toon valt. Koelkast met pedaalbediening (Amerikanen houden niet van bukken), een indrukwekkende diepvrieskast, elektrische fornuizen, kortom een droomkeuken op een droomschip. Kapitein Rasmussen, een Amerikaanse Deen, vertoeft reeds een jaar in Amsterdam. Iedere morgen brengt hij een bezoek aan de werf aan de Oosteinderweg om zich van de vorderingen van de bouw op de hoogte te stellen. Hoewel dit jacht een toonbeeld van luxe is, maakt het interieur een ietwat conventionele indruk.
“We hadden het interieur graag wat moderner gemaakt, maar de opdrachtgever was daar niet voor te vinden”, aldus de heer De Vries, die ons nog de automatische wasinstallaties (machine en droogtrommel) liet zien, alsmede de indrukwekkende machinekamer, waar een voortstuwing van 900 pk. kan worden bereikt. Er is een waterverdamper aan boord voor zoetwater, met een capaciteit van 2000 liter per 24 uur, een automatische brandblusinstallatie en uiteraard volledige “airconditioning”. De kruissnelheid bedraagt ca. 13 knopen, de actieradius ca. 4000 km. De dekken zijn van teakhout.
In de stuurhut wees de heer De Vries ons de plaats, waar o.m. het radarapparaat wordt gemonteerd. Het middenraam op de brug kan automatisch – door middel van luchtdruk – worden geopend. Onnodig te vermelden, dat het schip met slingerdempingsvinnen wordt uitgerust, die het slingeren tot het minimum reduceren.
Het is de bedoeling dat het jacht – ontwerp van de bekende bouwer De Voogt in Haarlem (ontwerper van de “Piet Hein”) – op 20 mei van stapel zal lopen.
Uit: TROUW, vrijdag 31 maart 1961
Prins Bernhard
Op zaterdag 20 mei 1961 bezocht Prins Bernhard zijn vriend Julius Fleischmann die hem op de scheepswerf van de gebroeders De Vries in Aalsmeer verwachtte. Samen met verschillende leden van de familie De Vries werd de “Camargo IV”, die achter de werf lag afgemeerd, uitgebreid bekeken. Daarna werd ook nog een blik geworpen op de bijzondere en dikwijls antieke voorwerpen die Fleischmann voor zijn jacht had verzameld of aangekocht. Deze artikelen lagen opgeslagen in de vroegere zeilmakerij van C. Hali vooraan op het werfterrein.
Dit bezoek van de Prins was incognito, daarom was de schrijvende of fotograferende pers niet aanwezig. Toch is er één fotootje van dit bezoek bewaard, deze opname werd gemaakt door Ineke de Vries, jongste dochter van H.S. de Vries Sr.
De foto werd gemaakt op het moment dat de Prins de werf weer verliet. In de deuropening van het gebouw, dat nog steeds bestaat en nog altijd “Hali”wordt genoemd, staat Julius Fleischmann.
Links op de voorgrond H.S. Jr. Bieb de Vries, zijn vader H.S. Sr. Henk de Vries neemt juist afscheid van de Prins. Op de achtergrond een deel van de houtloodsen, daarboven steekt nog net het topje van een schoorsteen uit. Deze stond naast de scheepswerf op het terrein van de kwekerij van G. Oud.
Andere namen
Nadat de “Camargo IV” door de nabestaanden werd verkocht, droeg het motorjacht in de loop der jaren onder andere de volgende namen: “Friedericke”, “Starmist” en “Evita”.
Onder deze naam vertrok het jacht in 1987 vanuit Amerika naar Frankrijk. Daar werd de nieuwe naam: “Smooth Operators”. Vanaf 1988 vaart de “Smooth Operators”, ex-“Camargo IV”, onder Engelse vlag als cruiseschip in de Middellandse Zee vanuit de thuishaven Antibes. In 1990 en in 2005 werd het motorjacht n Antibes gemoderniseerd een aan de moderne eisen aangepast.
Tijdens een cruise zijn er 7 bemanningsleden aan boord en de 4 gastenhutten bieden plaats aan maximaal 8 tot 10 passagiers.
CAMARGO IV tijdens de proefvaart in 1961
Rond deze tijd, tot februari 1962 werkte ik als adimistratie assistent voor Bieb en Kees (ik dacht een broer van Bieb). Heb heel prettige herinneringen aan die tijd. Een paar jaar geleden las ik over het vroegtijdig overlijden van Bieb, Ik neem aan dat zijn zoon nu in het bedrijf werkzaam is. Gedurende het bouwen van de Camargo kan ik me herinneren dat prins Bernhard, vriend van Julius Fleischmann, een bezoek aan de werf bracht.
Hoe gaat het met Kees? Ik neem aan al jaren lang met pensioen. Groeten vanuit de bergen in het westen van Virginia, Jacques Jonkman.
Beste Jacques,
Bedankt voor je interessante reactie, het is altijd leuk om iets te horen van de mensen die vroeger op de werf hebben gewerkt!
Kees en Bieb waren inderdaad broers, ik, Huib, ben hun jongste broer, omstreeks 1962 zat ik in dienst. Jammer genoeg is inmiddels niet alleen Bieb op de leeftijd van 71 jaar, maar eerder ook Kees overleden. Hij werd 68 jaar en overleed in 1996. Zowel zijn, als Biebs oudste zoon vormen alweer jaren de directie. Daarbij zijn ook andere broers en neven op de scheepswerf werkzaam. Ik neem aan dat je in Virginia woont?
Met hartelijke groet,
Huib de Vries
Huib, Nog bedankt voor je laatste reactie op mijn bericht Inderdaad ik woon nu in het westen vamn de staat virginia, tussen twee bergruggen; gepensionneerd en bezig met van alles.
Ik kan me de dagen op der scheepstwerf nog goed herinneren. Het hele jaar 1961 tot februari 62 toen ik in militaire dienst moest. Toen ik er in feb 64 uit kwam, zat Bieb zonder hulp en heb nog even geholpen tussen feb en april 64, toen ik naar de VS ben vertrokken. Na mijn vertrek is m’n zusje Petra bij jullie komen werken. Jij moet toen rond die tijd ook aan het werk zijn gegaan toen je uit dienst kwam.
Ik denk dat ons kantoor in 61 niet veel overeenkomst vertoont met wat er nu staat. Het was het toppunt van zuinigheid (die nu helaas grotendeels is verdwenen, in Nederland en ook de VS) en efficientie. Het lag boven het magazijn, waar een vreemd mannetje met snor en een hoge schorre stem (hij droeg een blauw-grijze stofjas) bouten en schroefjes uitdeelde aan het personeel. Waar dan een papiertje uit resulteerde dat bij Oom Wim, de boeghouder, terechtkwam, die het dan noteerde in een groot boek onder het juiste bouwnummer. Ik neem aan dat jij je beide personen nog wel herinnert.
Aan de zijkant van het magazijn (de kant van de werf) ging je dan op een trap naar boven naar het kantoor. Je kwam eerst terecht in een klein halletje met toilet. Aan de linkerkant lag een kleine vergaderkamer, met een grote tafel en een aantal model zeilschepen
(zijn die nog bewaard gebleven?). Die kamer werd enkel gebruikt als de jonge (de?) Voogt op bezoek kwam om tekeningen te presenteren en bespreken. Degenen die dan bijna altijd van de partij waren: Baas Johan en zijn zoon Henk en baas Henk (vader van Bieb). Of had hij een andere naam? Bieb deed niet mee, omdat hij niet direkt betrokken was bij de bouw. Die Voogt had enorge grote handen een een luide diepe stem. Bieb heeft mij verschillende keren uitgelegd waarom hij zulke grote handen had: omdat jonge Voogt meer tijd met roeien in Delft had besteed dan aan studeren. Ik neem aan dat het laatste slechts een grapje was.
En dan het kantoor zelf. Ongeveer vierkant met twee aan twee bureaus. De twee aan de oostkant werden ingenomen door Oom Wim (kettingroker) en mijzelf. Tegenover mij zat Bieb en tegenover Oom Wim stond een bureau dat werd gedeeld door Baas Henk en Baas Johan. En omdat dezen vrijwel altijd op de werf met de bouw bezig waren, stond het meestal ongebruikt. Achter mij, tegen het raam stond nog een vijfde bureau dat werd gebruikt door Cees. En omdat hij ook veel op de werf zelf bezig was stond het 50% van de tijd ook ongebruikt.
Cees was verantwoordelijk o.a. voor het aanleveren van verchroomde dek apparatuur. Deze werd geleverd door Heer Pas uit de buurt van Rotterdam. De heer Pas kwam regelmatig op bezoek en kreeg dan op zijn donder van Cees omdat het chroom kleine onvolmaaktheden vertoonden.
Bieb en ik deden alle brieven (Bieb schreef ze en ik typte ze). Na een lange tijd mocht ik zo nu en dan zelf wel eens iets schrijven. Mijn hoogtepunt van vertrouwen werd bereikt toen ik van Bieb een bouwbestek moest doornemen en dan alle apparatuur die besteld moest worden identificeren en prijsopgaven aanvragen. Ik vond het allemaal bizonder interesssant.
Ook moest ik, als er telefoon was, Baas Henk of Baas Johan optrommelen op de werf. Dat was niet zo eenvoudig, omdat ze zich in de kleinste ruimtes, verspreidt over diverse schepen, hadden verstopt.
Ik kon het uitstekend vinden met Bieb, die zo nu en dan ook wat vertier nodig had. ’s Zomers soms laat in de middag gingen we dan even zeilen met een bootje van de werf van Oom Jan aan het oosteinde. Ook ben ik een keer met Bieb verzeild geraakt in het cafeetje De Vinck in een zijstraatje van de reguliersdwarsstraat
Ik kan me de omstandigheden niet meer herinneren; misschien was het gedurende een Hiswa tentoonstelling. Jaren later, op bezoek in Nederland ben ik er nog wel eens keer langs geweest, om de goeie ouwe tijd te vieren.
Groeten van Jacques uit Virginia.
My name is Maria Angelopoulos Englehart. My father, Dimitrios Angelopoulos, worked on this ship in the early 60s and remembers it fondly. I would love to obtain a high-quality photograph file of this yacht so that I can have it printed and frame it for him. If anyone knows how I may be able to do that, I would sincerely appreciate the information. Thank you so much!