Over het schip
Bouwnummer 364, een teakhouten zeilkruiser met hulpmotor, zou later de naam “Noordewind” krijgen. Het door H.W. de Voogt ontworpen zeiljacht had een lengte van 9.50 meter, een breedte van 2.92 m en een diepgang van1.40 meter. Het werd in april 1938 opgeleverd en vaart in 2008 nog steeds op het IJsselmeer.
De gegoten, loden kiel woog 2600 kg, de waterverplaatsing was 6.9 m³.
Het zeilplan was als volgt: grootzeil 24 m², fok 15 m²; totaal aan de wind: 39 m²
stormfok 9 m², Genuafok 21 m², halfwinder 25.5 m².
De romp, het dek, cockpit en kajuit waren van teakhout, de binnenbetimmering van de kajuit was van mahoniehout.
De motor was een Universal Utility Four 4 cilinder. Een jaar na de aflevering, 1939, werd als motor een Penta, 4 cilinder, 30 – 30 pk. genoemd.
Bouwgeschiedenis
In de werkweek van 25 september 1937 werd met de bouw van het teakhouten schip begonnen door de timmerlieden Henk Kappelhof en Henk de Wit. In de loop van de tijd werd er verder onder andere door Jan Berkelaar, Klaas Moenis, Jo Verhoef en Jaap van der Geest aan het zeiljacht gewerkt.
April 1938, tewaterlating, links de zoon van de familie Deurvorst en rechts timmerman Henk van den Beitel
De tewaterlating vond begin april 1938 plaats. Daarna werd de “Noordewind” tussen 2 en 9 april schoongemaakt en opgetuigd. In de werkweek van 30 april tot 6 mei 1938 werd het zeiljacht opgeleverd.
Bestek
Het is een van de weinige schepen uit die tijd waarvan nog het complete bouwbestek nog in het oude werfarchief aanwezig is. Hieronder volgen enige bijzonderheden die daaruit afkomstig zijn:
1. Kielbalk: Eikenhout 160 mm dik.
2. V oor- en achtersteven: Russisch eikenhout.
3. Slemphout: Eikenhout 225 mm dik.
4. Beplanking van de romp: Moulmain teak 25 mm dik, de naden worden gebreeuwd.
5. Spanten: Gegalvaniseerd ijzeren spanten 40x40x4. afstand 600 mm. Tussen twee stalen spanten komen twee ingebogen eiken spanten van 45x 40.
6. Dek: Moulmain teakhout 25 mm dik, rift gezaagd. De dekdelen zijn 50 mm breed, de naden worden gebreeuwd en gevuld met Jefferie’s Marine Glue.
7.Opbouw: Mahoniehout 30 mm dik, het opbouwdekje is van grenenhout 18 mm dik.
In de opbouw worden over elk boord 4 verchroomd koperen patrijspoorten, “metende 5″ in de dag”, d.w.z. het deel van het glas onder het houtwerk niet meegerekend.
8. Schilderwerk van de romp: aflakken met witte lak. Het blanke hout moet met Valspar lak worden afgewerkt. De huid onder de vloeren moet bewerkt worden met giftige en reukloze Watco-olie. Onder water wordt de romp beschermd met Valspar Bronze Bottom Paint.
De naam DE NOORDEWIND, op de spiegel aangebracht.
‘De Noordewind’ bij Marken, omstreeks 1938
Naam
De opdrachtgever, Z.W.M. Deurvorst, noemde zijn drie zeiljachten allemaal “Noordewind”, naar het gedicht “Noordewind” van Frederik van Eeden. Bijna altijd werd de naam fout als ‘Noordenwind’ geschreven, ik gebruik daarom die twee schrijfwijzen maar door elkaar.
Het hier beschreven zeiljacht “Noordenwind” met bouwnummer 364 was het tweede zeilschip dat bij scheepswerf “De Vlijt” voorde heer Deurvorst gemaakt werd. Hij liet in totaal drie maal een zeiljacht, alle ontworpen door H.W. de Voogt uit Haarlem, op de werf van de gebroeders H. en J. de Vries in Aalsmeer bouwen.
DE NOORDEWIND
“Rasmus”
In september 1939 werd de “Noordewind” te koop aangeboden. Uit de beschrijving die hiervoor werd samengesteld, blijkt dat het jacht te bezichtigen was in de haven van A. Oudshoorn in Warmond. In dezelfde maand werd het zeiljacht verkocht aan Mr. Meise.
In 1994 verscheen het boek “Klassieke Scherpe Jachten in Nederland”, geschreven door A. Kalma en R. Valent en uitgegeven door de Vereniging Klassieke Scherpe Jachten.
Op bladzijde 145 wordt de “Noordenwind” beschreven, het schip heet dan al geruime tijd “Rasmus” .
Behalve een foto en twee tekeningen wordt op deze bladzijde het volgende vermeld:
De “Rasmus” is ongeveer 30 jaar gevaren door de familie Rolff, die haar tijdens de oorlog in Engeland had liggen. De volgende eigenaar zeilde haar ongeveer 21 jaar onder de naam “Sailor”. Nadat hij haar verkocht had aan de tegenwoordige eigenaar, bleek hij het servies bedrukt met de naam “Rasmus” nog op zolder te hebben, evenals de oorspronkelijke tekeningen.
Hij stond alles graag af aan de nieuwe bezitter van de “Rasmus”. Deze kwam na één zomer varen tot de conclusie dat het dek als eerste aan een grote onderhoudsbeurt toe was. Alle naden werden opnieuw gerubberd. In de volgende winter zijn de kajuit en de kuip onder handen genomen en is de schroefaskoker vernieuwd. De “Rasmus ” is geen snelle zeiler, maar door haar grote stabiliteit een echt familieschip.
Slot
In 2003 ligt de “Rasmus” – ex “Noordenwind”, in de Schokkerhaven bij Nagele. De tegenwoordige eigenaar zeilt nog regelmatig op het IJsselmeer.
Dit artikel gaat over het tweede van drie zeiljachten met de naam Noordewind, dat Z.W.M. Deurvorst in 1938 liet bouwen bij scheepswerf De Vlijt. Op deze website kunt u ook artikelen lezen over de eerste Noordewind (1936) en de derde Noordewind (1940).
Leuk om de naam van je opa op internet te zien en dat hij zoveel mooie schepen heeft gemaakt.
De hier beschreven Noordewind (zonder ‘n’ want zo genoemd n.a.v. het gedicht De Noordewind van Frederik van Eeden) III werd door mijn vader Zeno Deurvorst in opdracht gegeven. Aan de liefhebber kan ik oude beelden verstrekken.
(mw) Lied Deurvorst
Hallo Jaap van der Geest. De Rasmus alias ‘Noordenwind’is jarenlang in ons bezit geweest. We hebben vaak op de We strijders gevaren. Nooit geweten dat jouw opa, was het niet je vader?? Eraan gebouwd heeft. Gr Martin Maas.