Over het schip
Deze brandblusboot werd gebouwd onder bouwnummer 510 en in maart 1955 overgedragen aan de opdrachtgever, de Argentijnse staatsoliemaatschappij YPF. Het oorspronkelijke ontwerp was van de stichting Nesec, (Nederlandse Scheepsbouw Export Centrale) en werd door de scheepswerf aangepast en uitgewerkt.
De maten van het stalen schip waren als volgt: lengte over alles 30.40 meter, breedte 6.18m en diepgang 1.60 m. De waterverplaatsing was 140 ton.
De ‘Cabo Riomayor’ had drie schroeven, twee werden aangedreven door twee 12 cilinder MAN diesels, type L12 V17 5/21B, elk van 760 pk. De derde schroef werd aangedreven door een 4 cilinder MAN diesel, type W4 V14/18, van 60 pk De twee hoofdmotoren dienden om de brandbluspompen aan te drijven, de kleinere motor werd als manoeuvreer motor gebruikt, als de pompen in bedrijf waren.
De bluscapaciteit was als volgt: 1920 ton bluswater per uur, dat was ca 30.000 liter per minuut; verder:
11 waterkanons (geleverd door De Boer, Amsterdam)
12 slangaansluitingen, lengte van de slangen in totaal 900 meter,
schuimblus capaciteit: 4000 liter vloeibaar schuim (ca 1.4 miljoen liter schuim)
sprinklerinstallatie in de railing rondom het schip.
Bouwgeschiedenis
De oudste correspondentie tussen de Nederlandse Scheepsbouw Export Centrale (NESEC) en de werf die in het archief is terug te vinden, dateert van maart 1950. Pas in 1952 werd met de bouw begonnen. Het was het grootste schip dat tot dan toe op scheepswerf “De Vlijt” gebouwd was. In verschillende kranten werd aandacht besteed aan het begin van de bouw van deze brandweerboot, die oorspronkelijk als bestemming Buenos Aires zou krijgen.
In de werkweek van 19 juni 1952 werd voor het eerst arbeidsloon berekend voor de bouw van het schip. In die week werd het ijzer voor de bouw van de romp gelost. Daarbij werden de volgende personen genoemd: Willem Polhaar, Jo van Laar, C. de Ruyter, K. Piet, Henk de Jong, Henk de Vries Jzn, Cees de Vries en Dick de Vries.
In de week van 1 oktober 1952 begonnen Henk Eemstra en C. Jeltes met het afschrijven op de spantenvloer. Daarna werd met het aanbouwen van de romp begonnen.
De tewaterlating vond plaats op woensdag 21 april 1954. De proefvaarten werden gehouden in oktober 1954. De laatste loonpost die van deze brandweerboot te vinden is, is van december 1954.
De “Cabo Riomayor”tijdens de proefvaart, herfst 1954
Op 17 maart 1955 werd een besneeuwde “Cabo de Riomayor” in de takels gehesen en met het s.s. ”Lancero” naar Argentinië verscheept.
In Argentinië
Vijfenveertig jaar later bracht ik een bezoek aan Argentinië en daarbij werd natuurlijk de “Cabo Riomayor” niet vergeten! De brandweerboot deed jarenlang dienst in de haven van de stad Rosario aan de brede rivier de Parana.
Omstreeks 1987 werden drie hoofdmotoren vervangen. De MAN diesel van 60 pk maakte plaats voor een 4 cil. Fiat Concord diesel van 50 pk. De beide hoofdmotoren werden vervangen door twee 12 cil. MAN diesels, serie V6-16/18 TLS, met een totaal vermogen van 1400 pk.
La Plata
In 1993 werd het schip door de YPF overgedragen aan het Argentijnse Ministerie van Defensie, afdeling Kustwacht. De ligplaats is nu in Ensenada, de haven van La Plata had. De naam was gewijzigd in “S .I.-3 Cabo Primero D’Agostini”.
Er werd contact gelegd met de ‘Prefectura Naval Argentina” om te informeren of de brandweerboot door ons bezocht mocht worden. Gelukkig bleek dat geen probleem en na een korte rit vanuit de hoofdstad werden we op zondag 15 oktober 2000 hartelijk door commandant, de Subprefecto Willi Gustavo Sauerbrey en zijn eerste officier, die als tolk fungeerde, ontvangen en rondgeleid.
Ik had maar een halve blik nodig om het schip direct te herkennen. Ja, natuurlijk was duidelijk te zien dat de boot veel gebruikt wordt, een maand geleden was er nog een scheepsbrand geblust. Alles functioneert aan boord nog perfect. “Honderdtien procent”, verklaarde de enthousiaste commandant. Permanent zijn er drie bemanningsleden aan boord, de commandant en de eerste officier wonen in de kazerne op het haventerrein.
Trossen los
De trossen gingen los en even later voeren we door de havens van La Plata. Maar er kwam nog meer: er klonk een commando en begonnen de waterkanons water te geven. Eerst modderbruin, net wat ik me ineens nog van vroeger herinnerde, maar even later helder wit. We moesten ons schuilhouden in het stuurhuis vanwege de watergordijnen die over het schip woeien. De grote, koperen naamplaat die voorop de stuurhut is gemonteerd toont nog altijd met duidelijke letters de naam van de scheepswerf: Scheepswerf De Vlijt, fa. Gebr. De Vries Aalsmeer.
In de haven van La Plata, 15 oktober 2000
Bij het afscheid stak Commandant Sauerbrey zijn duim omhoog: “Ze hebben een goed schip gemaakt, daar in Aalsmeer!” “Dat doen ze daar nog steeds!”, antwoordde ik. Of hij me heeft begrepen, dat weet ik niet, maar opnieuw stak hij zijn duim met een groots gebaar omhoog, hij was zeer tevreden over zijn 45 jaar oude schip.
Naar aanleiding van dit artikel nam de Argentijnse verzamelaar van gegevens van Kustwachtschepen, Ignacio Amendolara, contact op. Hij maakte de volgende webpagina over deze brandweerboot: http://www.histarmar.com.ar/Prefectura/SI-3%20rev%203/SI-3.htm
Good morning
My name is Ignacio and and colecting information for http://www.Histarmar.com.ar about the Prefectura naval Argentina.
I´m searching for a side view plan of S .I.-3 Cabo Primero D’Agostini”. former “Cabo Riomayor”.
Do you have one available to send me for the website?
Regards
Ignacio Amendolara