Over het schip
Er zijn tussen 1935 en 1943 vijf motorjachten van het type “Devea” afgeleverd. Ontwerper
H. de Heer uit Amsterdam gaf aan het model de naam: ‘stalen motortoerjacht met stroomlijnmodel’.
De lengte was 7 meter en de breedte 2.30 m. Er was ruimte voor twee slaapplaatsen. Romp en dek waren van geklonken 3 mm staalplaat, de opbouw was van mahoniehout. De eerste vier motorboten waren uitgerust met een 4 cilinder Gray motor van 24 pk. Geheel compleet uitgerust kostten de Devea’s tussen de ƒ 2000 en ƒ 2600.
Bouwgeschiedenis
In oktober 1934 sloten W.N. van der Veer uit Amsterdam en de gebroeders H. en J. de Vries een overeenkomst om voor gezamenlijke rekening vijf stalen toerjachten te bouwen volgens een ontwerp van H. de Heer. Er moest in ieder geval één boot gereed zijn voor de Hiswa-tentoonstelling van 1935. Onduidelijk is waar de naam Devea vandaan komt, Misschien De Veer Amsterdam, of De Vries Aalsmeer?
Stalen Stroomlijnkruiser, ontw. H. de Heer, Amsterdam
In de publiciteit werd vooral de “stroomlijn” van het motorjacht benadrukt. Toch was deze vormgeving misschien wat te modern voor die tijd. Ook de kleuren waren tamelijk opvallend, één boot was blauw en een andere geel geschilderd.
Hiswa, maart 1935
Het is interessant om te zien hoeveel belang men ook toen al hechtte aan het maken van reclame. Foto’s werden onder andere gemaakt door Van Bentum uit Aalsmeer en in de Waterkampioen van 2 en 8 maart en van 10 mei 1935 verschenen advertenties. In het blad Watersport van maart 1935 verscheen een hele pagina die ƒ 65 kostte, gevolgd door kleinere advertenties op 26 april en 31 juli 1935.
De Hiswa-watersporttentoonstelling werd in 1935 in het begin van de maand maart in de Apollo hal in Amsterdam gehouden. De Devea boot die daar op stand 37 door scheepswerf “De Vlijt” getoond werd, stond er samen met een Baby-motorkruiser en een rondspant IJselmeerkruiser. Dit laatste schip was in dat jaar het grootste zeiljacht dat op de tentoonstelling getoond werd.
In het verslag van de Waterkampioen over deze Hiswa wordt gesproken over ‘dat blauwe’ scheepje. Is hier uit te concluderen dat bouwnummer 298 “Blue Knight” op deze tentoonstelling van 1935 stond? Van de Hiswa uit 1936 is een zwart-wit foto bewaard gebleven. Hierop staat een Devea boot afgebeeld waarvan de kleur niet te bepalen is. Wel is de naam duidelijk leesbaar: “Delight”.
Waarschijnlijk heeft de werf deze naam speciaal voor de tentoonstelling gekozen, in de werflijst komt hij niet voor.
‘Pucky’s Rivaal’
Dit schip met bouwnummer 294, werd in mei 1935 afgeleverd aan de eigenaar Robert Folzmann uit Utrecht. Omstreeks 1980 werd het blauw geschilderde schip opnieuw te koop aangeboden. “Pucky’s Rivaal” bleek nog in zeer goede staat te verkeren, de originele bekleding was onder andere nog aanwezig. De oorspronkelijke Gray motor werd na bijna 50 jaar dienst gedaan te hebben, vervangen. De boot was geschilderd in een hardblauwe kleur.
De verklaring van de toch wat merkwaardige scheepsnaam werd pas in 1980 bekend.
De eerste eigenaar, Robert Folzmann, bezat een Rolls Royce waarmee het gezin in het weekend vaak ritjes maakte. Deze auto droeg de naam ‘Puck’. Na aanschaf van de boot moest de familie voortaan een keuze maken: een ritje met Puck of een vaartochtje met de ‘concurrent’, de Devea toerboot? Zo zou de naam “Pucky’s Rivaal” zijn ontstaan…
‘Sjiek’
Waarschijnlijk is één van de Devea’s later verlengd tot 8.40 meter. Deze stroomlijnkruiser heeft wel de oorspronkelijke breedte van 2.40 m. behouden en is nog steeds in de vaart. Het is niet bekend wat het oude bouwnummer is geweest. Het motorjacht draagt de naam “Sjiek”.
Omstreeks 2004 werd in Harlingen een originele Devea vakkundig gerestaureerd en later naar Duitsland verkocht.
Een Devea in Amsterdam, omstreeks 1985