Bouw
Phs. van Ommeren’s, Scheepvaartbedrijf te Rotterdam had omstreeks 1935 wegens uitbreiding in de havens van Rotterdam een stalen directie vaartuig nodig. Het schip had een lengte van 15.75 m, was 3.47 m breed en had en diepgang van 0.95 meter. Na ondertekening van het contract begon de week van 1 – 7 juni 1935 Arie Wies op de werf met de bouw van het schip begonnen. De motor arriveerde per spoor op het station in Aalsmeer aan het einde van augustus 1935. “Pia II” werd de naam van het vaartuig dat begin november 1935 gereed kwam.
Inrichting
Behalve het bouwcontract is van dit schip niet veel meer in het archief terug te vinden. Enige foto’s en een overzicht van de indeling van de “Pia II” staan in de brochure die H.W. de Voogt in 1938 uitgaf ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van zijn ontwerpbureau.
De voorkajuit was met teakhout betimmerd. In de toiletruimte bevond zich een pomptoilet. Het contract geeft precies weer hoe dit ‘kleinste kamertje’ aan boord moest worden ingericht: ‘ In het toilet moeten een spiegeltje, klerenhangers en een closetrol worden aangebracht. Het pompcloset moet een koperen pomp met staande handel hebben. De witte brilrand moet van het merk Stokvis zijn.’
In de kajuit werden banken ingebouwd die bekleed waren met leerdoek Er kwam een klaptafel en verder een aanrecht met gootsteen en enkele buffetkastjes. Boven de aanrecht bevond zich een zinken drinkwatertank, vanwaar het water naar de kraan boven de wasbak in de gootsteen kon stromen.
Het stuurwiel met spaken was van teakhout gemaakt. De overbrenging naar het roer met roerkwadrant gebeurde door middel van kettingen en stangen.
Het roer had een stroomlijnvorm met vast voorstuk en was van het type ‘Oertz’. Het was gemaakt van staal dat aan weerskanten bedekt was met teakhout dat het roer de juiste vorm gaf.
Stork Diesel
De 4 cilinder Stork-Ganz dieselmotor van 80 pk was voorzien van een BHS-keerkoppeling. Door middel van een 24 volt starter kon de motor elektrisch gestart worden. Op het instrumentenpaneel voor de stuurstand was een Bosch schakelaar met startknop gemonteerd. De andere instrumenten waren: een slagenteller, een koelwaterthermometer, een oliedrukmeter en een ampère laad- en ontlaadmeter.
De verlichting was elektrisch, 12 volt, en aangesloten op de starterbatterij van de motor. In totaal waren er 7 lichtpunten met daarbij aansluitingen op stopcontacten. Er werd gummi-ader sterkstroom loodkabel gebruikt.
De vaarlichten moesten voldoen aan de eisen van de binnenvaart en waren van ‘verchroomd koper, Amerikaans stroomlijnmodel’.
Betaling
De contractprijs was ƒ 6632,50, hierbij kwam voor bijwerk een bedrag van ƒ 289,– zodat het eindbedrag ƒ 6921,50 werd.
In de werfboeken zijn nog een paar detailbedragen terug te vinden, zoals de 6 koperen, ovale en gepolijste patrijspoorten van 200 x 100 x 35 mm. Deze kostten per stuk ƒ 6,25. Voor twee maal de letters P I A in verchroomde uitvoering van 12 cm hoogte werd in totaal ƒ 7,26 berekend.
Tot slot: voor 200 liter ‘brandstofolie’ rekende de werf een bedrag van ƒ 8,00 …
De naam
Omdat er door Van Ommeren al een groter directievaartuig gebruikt werd dat “Pia” heette, werd de officiële naam van dit door “De Vlijt” gebouwde schip “Pia II”. Deze naam werd aan de zijkanten van de opbouw aangebracht.
De eerste binnenvaart tanker van rederij Van Ommeren werd in 1903 in gebruik genomen. Dit schip kreeg als naam”Rhenania”. Daarna werd het traditie dat alle binnenvaartschepen van deze rederij een naam kregen die eindigde op de twee letters: ia.
Het zeiljacht “Iduna” dat in 1939 op “De Vlijt” door de gebroeders De Vries als privé-jacht voor de heer Phs. van Ommeren werd gebouwd, droeg tijdens de bouw de naam “Dahlia”.
Slot
De “Pia II” werd door rederij Van Ommeren niet alleen als directievaartuig gebruikt.
Behalve als rederij, verrichtte het bedrijf van Van Ommeren in de Rotterdamse havens ook werkzaamheden als cargadoor en scheepsbevrachter.
De “Pia II”, links voor, aan het werk in de haven van Rotterdam. Deze foto stond op het omslag van het VO-Journaal 7-8 uit 1967
Van Ommeren vervulde bij die bezigheden dus de functie van ‘waterklerk’, zoals dat genoemd werd. Ook bij dit werk werd de “Pia II” dikwijls ingeschakeld.
In 1967, na 32 jaar trouwe dienst, verkocht Van Ommeren het schip aan een Rotterdamse watersporter, die er een motorjacht van maakte. Het is niet bekend of de “Pia II” nog steeds in de vaart is.