H.C.A. van Kampen
Hij was in 1930 de ontwerper van de “Lapwing II”, een teakhouten zeilkruiser van 8.10 meter. De breedte van het kajuitjacht was 2.30 meter en het had een Penta als motor. De opdrachtgever was G. Feltkamp uit Haarlem. Van Kampen was in zijn tijd een invloedrijk schrijver van boeken en artikelen over de watersport. Bovendien was hij van 1927 tot aan zijn overlijden op 10 januari 1946 de eerste hoofdredacteur van de “Waterkampioen”. Behalve al deze activiteiten ontwierp hij ook verschillende zeiljachten. In het watersportblad verscheen op 19 december 1930 een foto van het schip in aanbouw op de werf in Aalsmeer. Deze foto is ook in het werfarchief nog aanwezig.
Bouwgeschiedenis
Foto in het werfarchief en in de Waterkampioen, 19 december 1930
Op 4 september 1930 begon timmerman Jan Kappelhof met de bouw. Kort daarop werd ook door Klaas Moenis, schilder Giel Heystek en Dirk Verhoef aan dit schip gewerkt. In de loop van de volgende maanden werkten Jan Berkelaar, Jo Eindhoven, en de monteurs Arie Wies en J.A. Buys aan de bouw van de “Lapwing II”.
Waarschijnlijk is het schip begin mei 1931 te water gelaten, daarna volgde in de week van 15 tot 20 juni 1931 de afwerking en verliet de “Lapwing II” de werf in Aalsmeer.
De rekening werd opgemaakt op 2 juli 1931 en deze was als volgt samengesteld:
Aanneemsom nieuw schip ƒ 3850. Levering Penta motor ƒ 767,40. Bijwerk ƒ 99,90.
Totaal: ƒ 4717,30
Slot
Gedurende de wintermaanden van 1931 en 1932 lag de “Lapwing II” op de werf in winterberging. De kosten hiervan bedroegen ƒ 40.
In augustus 1932 kwam het zeiljacht weer bij de werf waar voor ƒ 100 een aanvaringsschade werd gerepareerd. Ook in de volgende jaren kwam de “Lapwing II” voor winterberging naar scheepswerf “De Vlijt”.
In 1939 bleek dat het zeilschip al enige tijd een nieuwe eigenaar had, namelijk J. Sarlet uit Den Haag. De nieuwe naam was: “De Vrouwe Johanna”. De eigenaar wilde het schip, dat omstreeks september 1939 in de K.P.M. Jachthaven te Warmond lag, verkopen. Zowel de romp als de motor waren volgens een brief uit september 1939 nog in ‘schitterende staat’.