Haarlemse Jacht Club
In twee eerdere hoofdstukjes op deze website is al geschreven over de Spaarnejol, een knikspant zwaardzeiljachtje met een lengte van 4.85 meter en gebouwd van 10 mm eiken, mahonie of teakhout. Ontwerp van H.W. de Voogt en aanvankelijk alleen gebouwd op scheepswerf De Vlijt en Westeinder van de gebroeders De Vries in Aalsmeer. Daar waren in juni 1941 ongeveer 26 Spaarnejolletjes afgeleverd, meestal aan leden van de Haarlemse Jacht Club, (H.J.C.)
Ontwerptekening van de romp Spaarnekruiser, H.W. de Voogt, nr. 1078, november 1940
Onder bouwnummer 402 werd de eerste serie van 21 stuks gebouwd tussen november 1940 en eind april 1941. De tweede serie kreeg bouwnummer 404 en bestond uit 5 stuks, de laatste werd opgeleverd eind augustus 1941. De clubleden betaalden voor de standaard uitvoering, inclusief het zeiltuig van 13 m2 ongeveer ƒ 600. De zeilbootjes vielen erg in de smaak bij de leden van de HJC want de eerste serie was al tijdens de bouw uitverkocht. Ook de Haarlemse familie Van Waveren, overburen van Henri de Voogt kocht er een en noemde die “Rietgors”.
Bij de Haarlemse familie Van Dobben, de eigenaar van het merk ‘Haarlemmer Olie’, kwam er ook een terecht. Eén van de andere clubleden was de toen 31 jarige ondernemer en Bols directeur Ernst O. Moltzer die in Heemstede woonde. Hij gaf zijn jol de naam “OZO”, waarmee bedoeld werd: Oranje Zal Overwinnen.
De eerste serie
Ontwerper De Voogt maakte de bouwtekeningen, genummerd 1078, tussen november en december 1940. Tijdens het maken van de tekeningen werd al in de werkweek van 23 tot 29 november 1940 in Aalsmeer met de bouw van 21 Spaarnejollen begonnen.
Scheepswerf De Vlijt & Westeinder, bouw Spaarnejol winter 1940-1941
Enkele maanden later, in de week van 12 tot 18 april 1941 konden de eersten worden afgeleverd. De boot van Moltzer behoorde tot deze eerste groep. In december 1940 moest hij stoppen als directeur van de Bolsvestiging in Duitsland en keerde hij terug naar Heemstede. Tijdens de bouw publiceerde Ernst Moltzer in de Waterkampioen 18 januari 1941 een artikel met enkele bouwtekeningen getiteld ‘Spaarnejol’.
Omslag brochure Spaarnejol, tekening J.W. Heyting, 1941
Onder meer schrijft hij: … ‘ het ontwerp verenigt zoveel aantrekkelijke eigenschappen, dat het zeer zeker recht van bestaan heeft. Trouwens het etiket De Voogt is hier al een waarborg voor.’ Moltzer sluit het artikel als volgt af: ‘Ik laat aan mijn Spaarnejol enige afwijkingen en bijzonderheden aanbrengen, daar deze m.i. verbeteringen zijn. Het is echter de vraag of deze worden goedgekeurd, maar aangezien ik toch geen tijd zal hebben om aan de wedstrijden van de H.J.C. deel te nemen, wil ik mijn jol volgens mijn inzichten laten bouwen.’
Speelde de mogelijkheid om met het bootje de Noordzee over te steken toen misschien al door zijn hoofd? Omdat hij niet wilde dat Bols leverde aan de bezetters werd hij in februari 1941 door het bedrijf op non-actief gesteld met behoud van wachtgeld.
Ernst O. Moltzer
Hij was een ervaren roeier, lid van “De Hoop” in Amsterdam en als zeiler had hij deelgenomen aan de American Cup en de Olympische Spelen van Berlijn 1936 in de zes meter klasse. Na 1940 kwam hij veel in Aalsmeer waar hij als bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Zeil- en Roeivereniging er voor zorgde dat vanaf het ‘Bloemeneiland’ aan de Westeinderplassen wedstrijden konden worden gezeild. In die periode mocht trouwens van de Duitse bezetter al niet meer het predicaat ‘Koninklijke’ worden gevoerd. Zelf had hij in1938 op de werf Het Fort van G. de Vries Lentsch in Nieuwendam Draak H 23 laten bouwen, hij doopte het schip met de naam “Toch”.
Pentekening Draak H 23 “Toch”, illustrator onbekend, gedateerd 1944
Met deze Draak kwam hij in 1941 nog 18 keer aan de start bij wedstrijden. De heer E. van Waveren, als jongen zeilde hij in de Spaarnejol “Rietgors”, vertelde omstreeks 1998 dat Moltzer zijn draak “Toch” in 1940 gedeeltelijk oranje had laten schilderen.
In het nummer van 4 mei 1940 van de Waterkampioen werd het volgende meegedeeld: Het draakjacht “Toch”, van den heer E. Moltzer, is thans eigendom van het Syndicaat “Toch”.
Halverwege september 1941 werd de Draak verkocht aan Jaap Berghoef, een halfbroer van de later bekend geworden architect uit Aalsmeer. De “Toch” overleeft de oorlog, maar raakt uiteindelijk in verval en wordt in april 2017 gesloopt.
Werfarchief
Moltzer bezoekt gedurende de zomer van 1941 scheepswerf De Vlijt en de zeilmakerij van Cornelis Hali, op hetzelfde werfterrein gehuisvest, nog enige keren. Bij de zeilmaker bestelt hij zaken die óf voor zijn boten, óf voor het uitrusten van het ‘Bloemeneiland’ zijn bedoeld. Op de scheepswerf gaat het in september om diverse dingen die met zijn Draak “Toch” en met de Spaarnejol “Ozo” te maken hebben. In september van dat jaar gebeurt dat nogmaals. In totaal betaalt hij daarvoor op 26 september per postgiro ƒ 374,35 en dat is een tamelijk aanzienlijk bedrag in die tijd.
Rekeningenboek De Vlijt 1941, post 66a, juni en september 1941
Dit blijkt het laatste contact te zijn geweest tussen Ernst Moltzer en de scheepswerf in Aalsmeer.
14 november 1941
Nadat alle voorbereidingen zijn getroffen beginnen in de avond van 14 november 1941 Moltzer en twee kameraden uit het verzet aan hun tocht vanuit Egmond naar Engeland. De vluchtnacht was uitstekend gekozen, de zee was rustig, de wind aflandig, het weer heiig en het werd aflopend tij. Bij aankomst in Engeland zou via Radio Oranje de zin ‘De bloemetjes zijn goed overgekomen’ worden uitgezonden. Helaas werd deze zin nooit uitgesproken.
Slot
Merkwaardig is dat nog op 17 januari 1942 in de Waterkampioen een artikel getiteld: “Hoe gebruik ik mijn Spinnaker?”, geschreven door Moltzer wordt gepubliceerd.
Ernst Moltzer, uit dagblad Trouw 17 februari 2024
Bronnen
Werfarchief Kon. De Vries Scheepsbouw, Aalsmeer. De Waterkampioen, 1940 en 1941.
”Vrijheid achter de horizon” van J. Bruin en J. v.d. Werf. Uitgeverij Van Reemst, Houten.
‘Het geheim van Bols’, door Martin Hendriksma, waarin het leven van Moltzer uitgebreid wordt beschreven. Uitgeverij De Geus, Amsterdam, februari 2024.
Met dank aan ir. F. de Voogt, J. Berghoef, H. de Wit en B.L.E. van Waveren met wie ik omstreeks 1998 over de Spaarnejol en Moltzer heb gesproken. Auke Bender, oud-voorzitter van de H.J.C. en de modelmaker van de Spaarnejol, 2014. En oud-zeilmaker Jan Jongkind, Aalsmeer.
Gegevens Spaarnejol, 1940 – 1941
Ontwerp H.W. de Voogt. Bouw Scheepswerf De Vlijt & Westeinder, Gebr. De Vries, Aalsmeer
Loa 4.85 m
Breedte 1.65 m
Diepgang met zwaard 0.82 m
Dikte romp onder water: 10 mm eiken of teak, boven water 10 mm mahonie
Zeilen: totaal aan de wind: 13 m².
Twee series:
Eerste serie van 21 Spaarnejollen (Bwnr. 402) was gereed in de week van 12 – 18 april 1941.
Tweede serie, 5 stuks, (Bwnr. 404), gereed in de week van 29 augustus 1941.
Model Spaarnejol, Auke Bender, 2014