Vletten en sloepen
Afbeelding van de vlet in de Hiswa-folder van “De Vlijt” in 1950
In de loop van de jaren zijn veel houten en stalen vletten en sloepen gebouwd. Vaak kregen ze op “De Vlijt” geen eigen bouwnummer omdat ze als ‘bijboot’ tegelijk met een groter zeil- of motorjacht werden afgeleverd. Maar er waren natuurlijk ook opdrachtgevers wie het alleen om een vlet of sloep ging. Dat was het geval bij de Loosdrechter die in oktober 1949 bij de werf een mahoniehouten vlet bestelde. Hij wilde daar graag nog in de zomer van 1950 mee gaan varen.
Gegevens
De lengte van de vlet was 6 meter, de breedte 2 meter en de diepgang 37 centimeter. De romp was van mahoniehout, overnaads. De spanten van eikenhout. De ingebouwde motor was een benzinemotor, 4 cilinders, 25 pk van het merk “Storm”. Later bleek dat ook een buiskap met beugels en houders op de vlet moest worden geplaatst. De kabelaring was van 5 cm dik kokostouw. Verder werden ook vier “stroomlijnlantaarns” op de vlet aangebracht. De prijs bedroeg ƒ 2400. Op 7 april 1950 was de vlet, die boven water blank gelakt werd, gereed om afgeleverd te worden.
Hiswa
De Hiswa van het jaar 1950 werd van 21 tot 30 april in de Apollohal in Amsterdam gehouden. Het was de eerste watersporttentoonstelling sinds de Tweede Wereldoorlog, de toegangsprijs was f 1 belasting inbegrepen.
De eigenaar van de vlet gaf ruimhartig toestemming aan de gebroeders De Vries om de splinternieuwe motorvlet daar te exposeren.
Maar eerst werd de boot, samen met een 8,50 meter lange zeilkruiser die ook op “De Vlijt” was gebouwd, naar de Apollohal in Amsterdam gesleept.
Transport door Amsterdam-Zuid! Links Cees de Vries, rechts zijn vader H.S. de Vries
Het laatste stukje werd over de weg afgelegd en daarvoor werd een primitief karretje met kleine wieltjes gebruikt. Niet zo lang geleden kwamen van dat ‘transport’ nog een paar foto’s boven water. H.S. de Vries (Baas Henk), zijn oudste zoon Cees en werfschipper Jo van Laar zijn daarop te herkennen. Op 21 april in de Apollohal legden de schilders Jan Dekker en Jan van Zoest, samen met timmerman Klaas Moenis, monteur Dirk Waayman en Jo van Laar de laatste hand aan de vlet en aan het zeiljachtje.
Beide schepen trokken op stand nummer 40 van Scheepswerf “De Vlijt” veel belangstelling en werden positief beoordeeld. De “Waterkampioen” vond de motorvlet eigenlijk een beetje tè mooi. Het teakhouten stuurwiel, in plaats van een helmstok, vond men geen goede keus.
De mahoniehouten vlet op stand 40, Hiswa 1950
Levensloop
Kort na de sluitingsdatum van de Hiswa, nam de eigenaar in Amsterdam zijn vlet over. Hij besloot om er op 5 mei 1950 zelf mee naar Loodrecht te varen, maar jammer genoeg verliep deze tocht niet erg fortuinlijk. Het waterpompje van de motor raakte steeds verstopt en hij moest daardoor steeds stoppen. Bovendien schakelde de motor erg slecht. Over de vlet zelf was de eigenaar gelukkig zeer tevreden, hoewel hij misschien toch wel een beetje spijt had van zijn belofte. In een brief van 22 mei 1950 verzuchtte hij: “Ik was genoodzaakt mijn belofte te houden om voor uw werf op de Hiswa te exposeren. Daardoor is alles enigszins geforceerd, zeker voor wat betreft de motor en de uitrichting”.
De laatste brief over deze zaak was van eind juni en kwam van de werf. Daarin werd de firma die de “Storm”-motor had geleverd als een betrouwbaar bedrijf aangeprezen.
Het einde van deze brief luidde optimistisch als volgt: “Het zal dus wel in orde komen “.
Later werd de vlet verkocht en naar Curaçao verscheept, daar heeft het scheepje nog vele jaren in een jachthaven zijn goede diensten bewezen. Misschien vaart deze vlet daar nog steeds rond?
Naast de de 7,5 M vlet Brack was er nog een 2e vlet op de Shell zeilhaven. Dat was de Sjef R. Deze was iets kleiner. Mogelijk is dat het bovengenoemde scheepje. Het werd gebruikt door het personeel op de zeilhaven voor het halen en brengen van Shell gezinnen die enkele dagen of een weekend doorbrachten op lichters, die tot vacantieonderkomen waren omgebouwd. Deze lichters lagen nabij Barbera Beah.
In 1983 was de Sjef R niet meer zeewaardig door spantbreuken en achterstallig onderhoud.
Qua grootte en voorkomen kan dit best de vlet zijn die wij bij SOV Asiento kende als de Sjef R.
De motor schakelde inderdaad nog steeds niet geweldig in die tijd.
Sjef R was een verdienstelijk lid van de zeilvereniging.