Teak of Mahonie
Aan het einde van het bevrijdingsjaar 1945 kwam de eerste opdracht voor het bouwen van een houten zeiljacht binnen. Ontworpen door H.W. de Voogt met een lengte van 11.20 meter en een zeiloppervlak van ruim 45 m². Het was een prachtig moment voor de scheepswerf dat echter overschaduwd werd door het feit dat er nog nauwelijks goede materialen aanwezig waren! Dat was bijvoorbeeld de reden dat de romp niet van teak maar van mahoniehout gemaakt moest worden. Er was toestemming van de overheid nodig om dit hout te kopen. Daarom ging er op 12 december 1945 een brief van de werf naar het Rijksbureau voor Hout. Hierin werd verzocht om Afrikaans Mahonie bij de houthandel Ambachtsheer & v.d. Meulen te mogen kopen. De toestemming werd vlot verleend en in januari 1946 werd door deze houthandel aan “De Vlijt” het volgende geleverd:
1½ m³ Afrikaans Mahoniehout, gezaagd aan 25 mm,
½ m³ Afrikaans Mahoniehout, gezaagd aan 60 mm.
Vergunning voor Mahoniehout
De Drie Papegaaien
Als opdrachtgeefster van het schip komt in de werfboeken aanvankelijk alleen de naam van mevrouw C.C. Dijckmeester te Wassenaar voor. Het bouwbestek is niet gedateerd, maar evenals de tekeningen moet dit omstreeks september 1945 zijn opgesteld. Als opleveringsdatum werd 1 mei 1946 genoemd.
Boven aan het bestek is met pen: “De Drie Papegaaien” geschreven, waarschijnlijk was dit de oorspronkelijke naam van het schip. Wanneer voor de naam “Volle Maan” gekozen is, valt niet meer te achterhalen.
Bouwwijze
De “Volle Maan” was ontworpen om gezeild te worden door een bemanning van twee personen. Zij wensten een stahoogte van ruim 1.80 meter in de kajuit. De constructie van de romp was semi-composiet met stalen en ingebogen houten spanten. De zandstrook en de naastliggende gang waren van 25 mm eikenhout. De romp was verder geheel beplankt met 25 mm dik mahoniehout. De gangen werden voorzien van een breeuwnaad en gebreeuwd en daarna gestopt in witte kleur.
De kielbalk was van 120 mm dik eikenhout, met ingeschaafde sponning voor de huid. De voor- en achterstevens waren ook van eikenhout, resp. 160 en 120 mm dik.
De romp werd wit gelakt, het onderwaterschip moest geschilderd worden met Valspar Bronze Bottom Paint. De bovenkant van de opbouw werd crèmekleurig geschilderd.
De tekeningen van de “Volle Maan” werden uitgebreid gepubliceerd en besproken in het oktobernummer van 1946 van ‘Yachting World’. Bij het beschrijven van de constructie van het schip merkt de schrijver van het artikel het volgende op: “De spanten van de romp zijn zowel van staal als van hout gemaakt. Een prima methode, maar in Engeland zelden toegepast bij een schip van deze afmetingen.”
Bouwgeschiedenis
De eerste tekeningen werden op 17 december 1945 op de werf ontvangen. Op de spantenvloer werd in de week van 15 tot 21 december 1945 door Cees de Vries met het uitzetten van de spanten begonnen. Eind december 1945 en begin januari 1946 begon timmerman Henk Kappelhof met het werk aan de kielbalk. In deze weken komen we bij de bouw van de “Volle Maan” de namen van de volgende timmerlieden tegen: Klaas Moenis, Jan Maarsen, en Henk van der Beitel.
In juni 1946 werd door de firma D. van der Neut uit Alphen a/d Rijn de mast, giek, fokkeboom en de essenhouten zalings geleverd. Hiervoor was een prijs van ƒ 210 overeen gekomen.
De zeilen liet mevrouw Dijckmeester in Engeland bij “Sail and Tent” Co Ltd in Greenock vervaardigen. De stoffering werd geleverd door het meubelbedrijf P.L. Warners uit Den Haag.
In de week van 12 tot 17 augustus 1946 was het schip bijna klaar. Omstreeks deze tijd werd de “Volle Maan” te water gelaten. Behalve timmerlui zoals de broers Henk en Jan Kappelhof, Jaap van der Geest en Adrie Koster, werkten ook de monteur Dirk Waayman en de schilders Jan van Zoest en Jan Dekker aan de afbouw.
Kort hierna heeft de “Volle Maan” de werf verlaten.
Meetbrief
De Meetbrief volgens de Royal Ocean Racing Club (RORC) van de Koninklijk Verbonden Nederlandse Watersportverenigingen (KVNW) dateert van 29 september 1947. Als tuigvorm wordt ‘torensloep’ genoemd. De eigenaar is volgens deze meetbrief Mr. F.E. Vlielander Hein uit Wassenaar, hij is aangesloten bij de Nederlandsche Vereniging van Kustzeilers. Het schip krijgt het registratienummer H 117. In het archief van de vereniging van Kustzeilers is de “Volle Maan” ook terug te vinden. Hier wordt de tuigvorm aangeduid als “marconisloep”.
Slot
In het januarinummer van 1960 van de Waterkampioen bood de toenmalige eigenaar die in het Groninse Haren woonde het schip wegens gezondheidsredenen als volgt te koop aan:
TEAK EN MAHONIE R.O.R.C. ZEILJACHT
Bouwjaar 1946, afm. 11.20 x 2.94 x 1.50 Zeer goede staat.
Zware loden kiel. Stahoogte. Zeer zeewaardig.
Hierna is van de “Volle Maan” niets meer bekend.