Elina
“Elina” in 1996 bij windkracht 6-7 in het Schuitengat
Technische gegevens
De zeilkruiser met hulpmotor “Elina” had een lengte van 12.30 m, was 2.81 m breed en de diepgang was 1.60 meter. De loden kiel woog 3000 kg. De romp was van 25 mm Moulmain teakhout karveel gebouwd, de naden waren gebreeuwd. Het dek was ook van Moulmain teakhout en was 30 mm dik. De spanten waren s-vormig, tussen twee gegalvaniseerd stalen spanten kwamen twee ingebogen eiken spanten. De kleur van de zeilen was oorspronkelijk bruin rood, aan de wind was het zeiloppervlak 60 m². De ingebouwde hulpmotor was een Kermath Seabird.
Bouwgeschiedenis
Bouwcontract, 31 mei 1938 met handtekening van Ir. J.M.W. Sanders
De ‘Elina’ was een zusterschip van het ook door H.W. de Voogt ontworpen zeiljacht ‘Friso’, zie het hoofdstuk hierover op deze website. De opdrachtgever was Ir. Sanders uit Den Haag, hij tekende op 31 mei 1938 het bouwcontract. Maar al twee weken daarvoor was men op scheepswerf “De Vlijt” met de bouw begonnen. Op 26 juli 1938 was de romp beplankt en omstreeks 24 augustus kon er worden proefgevaren, daarbij bleek dat de mast niet voldeed, deze werd later dat jaar vervangen. Elk jaar bracht de heer Sanders de ‘Elina’ voor de winterberging naar Aalsmeer. In de winter van 1938-1939 kostte dat ƒ 80, jaren later in de winter van 1956-1957 was dat bedrag opgelopen tot ƒ 330.
Zeilenplan, mei 1938
Prijsopbouw
In het werfarchief is nog tamelijk nauwkeurig na te gaan hoe de kostprijs van de “Elina” werd berekend:
Magazijnstaten ƒ 404,38
Hout volgens Lijsten 1186,59
Lonen 1661,80
40% der Lonen 664,72
Factuurrekeningen 2232,33
Nagekomen facturen 70,00
Nog te berekenen:
3000 kg lood 450,00
Kostprijs: ƒ 6669,82
Waterkampioen
In de Waterkampioen van december 1938 schreef hoofdredacteur H.C.A. van Kampen een lovend artikel over het ontwerp van H.W. de Voogt van de ‘Elina’.
“Stier”
Tijdens de tweede wereldoorlog werd de ‘Elina’ door de Duitsers in beslag genomen. Ze knipten de voorstag door en lieten de mast eenvoudig achterover vallen, waardoor de kajuitdeurtjes kapot gingen. Na de oorlog sprak een familielid van de eigenaar een patiënt van hem die bezig was met het terughalen van schepen uit Duitsland. In dit gesprek kwam de ‘Elina’ ter sprake, inmiddels varende onder de naam ‘Stier’, vanwege de rode zeilen. Zo kwam het zeiljacht weer bij de heer Sanders terecht. Het zeilnummer werd H 399.
In 1956 verkocht hij de ‘Elina’ aan C.H. (Hein) Kaars Sijpesteijn uit Krommenie die daarna aan veel RORC-zeezeilwedstrijden deelnam, onder andere de North Sea Race en de Hoek van Holland – Harwich Race. Omstreeks 1970 werd de nieuwe eigenaar Dirk Kaars Sypesteyn die later in het Kanaal de top van de mast overboord voer. In Cowes werd daarna een nieuwe aluminium mast (‘Sparlight’) geplaatst en werd het tuigplan veranderd in een kottertuig. Op de foto hieronder die omstreeks 1959 in Muiden werd gemaakt staat de heer Kaars Sijpesteijn in de cockpit. De giek is behoorlijk ingekort, dus is de ‘Elina’ hier al kotter getuigd. Het jolletje was een ontwerp van Van de Stadt en door C.H. Kaars Sijpesteijn zelf gemaakt.
Slot
In 1989 kreeg de ‘Elina’ opnieuw een andere eigenaar, deze maal was het René Heideman die het jacht ontdekte op een helling in Engeland. Tot slot kwam in 1998 het schip terecht bij Wim Taselaar, een kleinzoon van opdrachtgever Sanders uit 1938.
Zomer 1997 ‘Elina” in de Prinsentuin te Leeuwarden
Mijn vader kocht de Elina – CH Kaars Sijpesteijn.
De eerste zeil tocht was op de Westeinder. De Elina met lange giek en kleine boomfok lag zwaar op het roer. Al snel, misschien nog die zelfde winter heeft mijn vader het tuig aangepast met Illingworth als vb ( oa Myth of Malham). Van de Stadt heeft de aanpassingen uitgevoerd. Het tuig werd een grote yankee / kleine yankee met een overlappende genua aan het binnen stag. Van de giek werd misschien wel 1.5 meter afgezaagd. Daarna lag de Elina perfect op het roer en heeft een aantal prijzen gewonnen in de aanbreng wedstrijd naar Harwich en misschien ook wel in de North Sea Race. Tijdens zijn school tijd heeft mijn vader bij de Voogt gewoont – vandaar de affiniteit! De motor was een Kermath 4 cylinder / benzine (Amerikaans)- Dirk heeft er later een (volvo?) diesel ingezet. Onze familie heeft enorm genoten van de Elina. Na de Elina kwam de Merlijn – Excalibur 36ft.
Mooie website!
Jan KS
ik heb een mooie foto gevonden van de Elina in Muiden, 1959. Kan ik deze per email sturen? Jan KS
Herfst 1964 heb ik de Elina van mijn neef Hein K.S. overgenomen. De tuigage was toen al kotter, maar de genua aan de binnen-voorstag was geen succes, zoals al door mijn voorganger vastgesteld. Ik voer met fok (binnen-voorstag) en yankee, een enkele keer met een later van C.H. K.S. overgenomen, grotere genua van de voorstag.
Een aantal jaren later is na ronding van Portland Bill de binnen-voorstag, die niet in één rechte lijn door het dek heen aan de romp was bevestigd, los geslagen, waardoor de top van de mast is gebroken, daar waar de voorstag er aan bevestigd was. Ik heb toen in Cowes een aluminium mast en giek laten plaatsen.(makkelijk reven en minder top-zwaar)
Zomer 1989 heb ik, na 25 jaar, de Elina verkocht.
Correctie op bovenstaand:
de aankoop-en verkoopdata zijn elk 1 jaar later.