Oktober 1948
Op vrijdag 1 oktober 1948 was het precies 25 jaar geleden dat de twee broers Henk en Joh. de Vries hun eigen scheepswerf aan de Oosteinderweg in Aalsmeer begonnen. In die 25 jaar zaten ongeveer de meest bewogen tijdperken van de twintigste eeuw, namelijk de Crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog.
Toch waren de broers, samen met hun deskundig en toegewijd personeel, erin geslaagd om de grootste problemen het hoofd te bieden.
De scheepswerf omstreeks 1932, rechts de schoorsteen van kwekerij G. Oud
Aantallen
In 1923 begon men alleen met winterstalling en klein onderhoud aan jachten. In 1924 werden de eerste twee bootjes afgeleverd. Vijf jaar later, in 1928 was dat aantal opgelopen tot 79 en in 1933 stond de teller op 358 gemaakte boten. Veel twaalfvoetsjollen, sloepjes en kleine motorjachtjes, maar af en toe toch ook grotere schepen, soms zelfs voor buitenlandse rekening.
Tot aan het jubileumjaar 1948 waren in de afgelopen 25 jaren in totaal ongeveer 925 kleine en grotere jachten en ‘speciaal vaartuigen’, zoals reddingboten, pontons en werkbootjes op scheepswerf “De Vlijt” gebouwd en te watergelaten.
Scheepswerf “De Vlijt”, luchtfoto omstreeks 1948
Feest
Nou ja, feest?? Het jaar 1948 gaf weinig aanleiding tot feesten, er moest vooral gewerkt en opgebouwd worden om er weer bovenop te komen. De grootste opdrachtgever in dat jaar was het ministerie van Defensie waarvoor een groot aantal aluminium pontonniersboten werd gebouwd en nog wat ijzeren roeiboten. Verder werden voor eigen rekening twee stalen motorjachtjes te water gelaten, de “Waterlelie” en de “Zonnebloem”.
Toch was er voldoende werk voor de 32 mannen die het personeel van “De Vlijt” vormden en daarom kon er toch nog een bescheiden feestavond worden gehouden. De zeilmakerij van Hali op het werfterrein werd voor even omgebouwd tot feestzaal waar het 25-jarig jubileum werd gevierd.
Een deel van het personeel van “De Vlijt” in de zomer van 1948
Tegeltableau
Bastiaan Vermeer, de chef-tekenaar van H.W. de Voogt uit Haarlem, maakte een tekening die op zes wandtegeltjes werd uitgevoerd. Het is duidelijk dat het om een scheepswerf gaat waar een motorjacht in aanbouw staat. Achteraf gezien is het opvallend dat Vermeer de stalen platen liet lassen, in die tijd werd immers bijna alles nog geklonken! Rechts voor staat een laskar, met een houten omhulsel zoals ze nog jaren later op de werf werden gebruikt.
Na de aanbieding door het personeel werden de tegels in het trappenhuis van het kantoor ingemetseld. Toen dit gebouw in 1989 werd gesloopt werden de tegels verplaatst en kregen ze een plaats in het nieuwe kantoor.