Korody
Omdat tot 1948 Thailand officieel Siam heette, gebruikte men in de jaren kort daarna dikwijls deze twee namen door elkaar heen.
1952, Patrouilleboot voor Siam tijdens de proefvaart
Een Amerikaans handelsbedrijf op scheepsbouwgebied, “Korody Marine Corporation” bezorgde in de herfst van 1950 Feadship een order voor drie patrouilleboten die bestemd waren voor Thailand. Via ontwerper H. W. de Voogt sloot de werf op 19 oktober 1950 het contract met directeur Paul A. Korody.
Een model van het schip was op kosten van Korody in Wageningen in een sleeptank getest. Feadship bestond nog maar net en was op zoek naar een betrouwbare vertegenwoordiger in Amerika. Korody wilde graag in Amerika als alleenvertegenwoordiger van Feadship optreden.
Gegevens
De bouw van de drie politieboten werd door Feadship over de volgende werven verdeeld:
Nummer 101 bij G. de Vries Lentsch, werf “Het Fort”, Nieuwendam (Amsterdam).
Nummer 102 bij Scheepswerf ”Nicolaas Witsen & Vis”, Alkmaar.
Nummer 103 bij Scheepswerf “De Vlijt”, Gebr. De Vries, Aalsmeer.
De stalen dubbelschroef patrouillevaartuigen hadden een lengte van 18.49 m, waren 4.60 m breed en hadden een diepgang van 2.30 meter. Romp, spanten, dek en opbouw waren van staal, gedeeltelijk geklonken en gedeeltelijk gelast. Elk schip had twee GM Twin 6-71 diesels.
Henk, Cees, Bieb en Dick de Vries
Kort na de ondertekening van het contract, in de werkweek van 17 november 1950, werd met de voorbereidingen van het ijzerwerk begonnen. Om een of andere reden treffen we bij deze “ijzerwerkers” alle leden van de tweede generatie De Vries aan die toen op de werf werkten. Dat waren volgens het urenboek, behalve Henk de Jong en B. van Buuren de volgende leden van de familie: Henk de Vries Joh.zn (toen 23 jaar), Cees de Vries Hs.zn (23) en Henk (Bieb) de Vries HS.zn (18). Een week later ook Dick de Vries Joh.zn (21).
Omstreeks 1955, v.l.n.r. Henk (Joh.zn), Amerikaanse kapitein, H.S. (Henk) Sr en zijn broer Joh., Cees (HSzn), Bieb (HSzn). Dick ontbreekt op deze foto.
Problemen
In 1950 was het nog een groot probleem om aan het geschikte staal voor de bouw te komen. Ook andere onderdelen, zoals de roestvrij stalen schroefassen waren erg moeilijk te verkrijgen. Toen in februari 1951 de eerste betaling van Korody werd ontvangen, kon het bedrag door Feadship niet geïnd worden omdat de exportvergunning voor de politieboten nog niet was verleend! In maart 1951werd “De Vlijt” bezocht door een delegatie uit Siam, maar er was voor hen nog weinig te zien.
Pas op 18 juni 1951 werd op de werf in Aalsmeer de kiel gelegd en kon serieus met de bouw worden begonnen. Korody eiste van de drie werven dat het werk aan de drie schepen voor 24 oktober 1951 gereed zou zijn. Dit was uiterard een onmogelijke opgave.
Aflevering
Op donderdag 24 januari 1952 ging bij De Vries in Aalsmeer het patrouilleschip te water. Iemand maakte daar een paar foto’s van die in het werfarchief bewaard zijn. Het was een grijze winterdag en het schip gleed zonder veel ophef moeiteloos in haar element. De naam was in Thais schrift aangebracht, volgens Lloyds was de betekenis daarvan: “Pini Pchoncadee”.
De proefvaart vond op 29 januari plaats. Vanaf de Vismarkt in Amsterdam werd koers gezet naar het Noordzeekanaal. Daar werden tussen kilometerpaal 11 en 16 de snelheidsproeven uitgevoerd, maar opeens bleek de BB-motor een vreemd geluid te maken. De motor werd direct gestopt en men voer terug naar Amsterdam. Begin maart werd voor de tweede keer een proefvaart gehouden. Deze keer verliep alles naar wens en kon het schip worden opgeleverd. Lloyd’ s Register of Shipping gaf op 5 maart 1952 de verklaring uit dat het schip volledig aan alle eisen voldeed.
Omdat omstreeks diezelfde tijd ook het schip van de werf van Vis in Alkmaar gereed was gekomen, besloot men om beide schepen tegelijk naar Thailand te verschepen. Er bestaat nog een zwart-wit smalfilmpje waarop te zien is hoe beide schepen op 11 maart 1952 in een Rotterdamse haven langszij het Deense ss “Panama” werden gebracht. Een enorme drijvende bok hees de schepen vervolgens aan boord van de “Panama”.
Slot
Wat er van deze drie schepen is geworden, is bij de drie werven in Nederland onbekend gebleven. Korody’s plannen om Feadship in Amerika te mogen vertegenwoordigen werden door de Nederlanders met weinig enthousiasme ontvangen. Zij kozen er voor om met Charles Donnelly als vertegenwoordiger van Feadship in New York verder te gaan.