Bezetting
Zoals alle scheepswerven ontkwam ook “De Vlijt” niet aan de opdracht om voor de bezetter te bouwen. De W.D.R. (Wyker Dampfschiffs-Reederei), een rederij die veerschepen tussen de vaste wal en de Duitse Waddeneilanden exploiteerde, drong al in 1942 aan op de bouw van een eikenhouten veerschip.
De werf voorzag grote problemen bij het verkrijgen van de nodige hoeveelheden hout en staal. Zo lang mogelijk probeerde men de opdracht te traineren, maar op een zeker moment was geen uitstel meer mogelijk.
Afmetingen
De lengte over alles was 18 m, de breedte 4,20 m en de diepgang 0,65 m. De huid was van eikenhout, 40 mm, karveel gebouwd; de dekken en de opbouw waren van teakhout. De hoofdspanten waren van gegalvaniseerd hoekijzer. De motor werd een Kromhout Gardner Diesel, 6 cilinder, 4 tact, type 6 LSK, 60-80 pk bij 1000-1300 omwentelingen per minuut. Of deze motor daadwerkelijk aan boord is geplaatst, valt moeilijk meer te achterhalen.
Indeling
Omdat alle passagiers een plaats moesten vinden achter het stuurhuis werd de motor bijna vóór in het schip geplaatst. Het 18 meter lange schip had daardoor een schroefas van ongeveer 10 meter lengte. Achter het stuurhuis bevond zich de teakhouten kajuit die 4 meter lang was. De banken en de rugleuningen in deze kajuit waren eveneens van teakhout gemaakt. Voorin was een kleine toiletruimte met een onderwater pompcloset en een wasbakje. Aan stuurboordzijde kwam een plaatijzeren kachel. De rook werd afgevoerd via een kachelpijp die uitkwam in de kleine, metalen schoorsteen die op het kajuitdak stond.
Bouwgeschiedenis van de “Rungholt”
Op 1 mei 1943 kreeg de werf het bericht dat de W.D.R. besloten had om de bouwopdracht te geven, de aflevering moest uiterlijk in mei 1944 plaatsvinden. Pas eind oktober 1943 werd op de werf daadwerkelijk met de bouw van het schip begonnen. In december 1944 was de boot die “Rungholt” werd genoemd eindelijk klaar en werd naar Amsterdam gevaren. In de eerste maanden van 1945 werd het schip naar Duitsland gebracht, waar het werd opgelegd totdat in mei 1945 de oorlog werd beëindigd.
En verder
Deze foto is gemaakt omstreeks 1955 terwijl het passagiersschip jonge passagiers afzet op de steiger van de terp van het dorpje Rixwarft op het Duitse waddeneiland Langeness. Dit eiland wordt een Hallig genoemd omdat er geen dijken of duinen zijn om het bij hoge vloed te beschermen. Het is uit kwelderland ontstaan en de weinige bewoners moesten hun huizen op terpen bouwen om bij hoge waterstanden te kunnen overleven.
Het origineel van deze foto hangt in de manschappen messroom van de veerboot “Rungholt” die tegenwoordig de diensten onderhoudt tussen Dagebüll op de vaste wal en de eilanden Föhr en Amrum.
Waarschijnlijk werd de “Rungholt” in de loop van 1945 door de rederij te Wyk op het Duitse Waddeneiland Föhr in dienst gesteld.
Omstreeks 1960 werd de “Rungholt” op een scheepswerf in de plaats Husum omgebouwd. De houten opbouw werd verwijderd en vervangen door een opbouw van aluminium. Ook kwam er een nieuwe motor in en werd de kachel vervangen door een centrale verwarming. Kortom, het schip kreeg een moderne facelift.
De ‘Rungholt’ na de verbouwing van 1960, alleen de houten romp bleef ongewijzigd
Begin 1970 werd de “Rungholt” verkocht aan een ondernemer die vanaf het eiland Pellworm tochten naar de zeehondenbanken, of naar Waddeneilanden in de omgeving maakte.
Seehund I
Daarna kwam de “Rungholt” terecht bij een schipper uit de plaats Tönning. Omdat het schip geen vergunning kreeg om op zee te varen, veranderde hij de naam in “Seehund I”. Met kleine groepjes werden er tot 2003 tochtjes op de rivier de Eider gemaakt, daarna werd het schip niet meer gebruikt en opgelegd. De bedoeling was dat de oude ‘Rungholt’ gesloopt zou worden.
De ‘Seehund I’, ex- Rungholt
Ondergang
Dit gebeurde echter niet, want in 2005 werd ze gekocht door iemand die er mee in Portugal wilde gaan varen. Op een werf in Bremerhaven zou ze zeewaardig worden gemaakt. Halverwege de tocht daar naartoe werd geconstateerd dat er lekkage ontstond en dat de pompen niet meer werkten. De “Seehund I” maakte zo veel water dat het 9 augustus 2005 in de Duitse Bocht ter hoogte van Cuxhaven volliep en zonk. De vier mannen die aan boord verbleven werden uiteindelijk met een helikopter gered.
Het wrak van de ‘Seehund I’ in Bremerhaven
Twee weken later werd het wrak gelicht en naar Bremerhaven gebracht voor verder onderzoek. Deze foto van toont de “Seehund I” op een kade in Bremerhaven. Kort hierna, in de zomer van 2005, werd de voormalige “Rungholt” op een werf in de omgeving gesloopt.
De nieuwe “Rungholt”
Tegenwoordig telt de vloot van de W.D.R. zes veerschepen en drie kleinere schepen om tochtjes mee te maken. De oude scheepsnaam “Rungholt” wordt nog steeds door de rederij in ere gehouden. Een van de grootste, moderne veerschepen heet zo. Dit motorschip werd in 1992 gebouwd en heeft een lengte van 67.84 meter. De snelheid is 12,5 knoop. De overtocht duurt ongeveer 50 minuten. Er kunnen bijna 1200 passagiers mee worden vervoerd en 53 personenauto’s.
Met dank aan Cai Rönnau, www.inselfaehren.de