Feadship
Tussen 1952 en 1956 werden door verschillende werven van de Feadship organisatie ongeveer 18 tamelijk kleine houten zeiljachten voor Amerikaanse rekening gebouwd. Ze werden ‘Baby Weekenders’ genoemd. De eerste werden door Van de Stadt gebouwd en nadat zijn werf uit de Feadship was getreden, namen de andere werven, waaronder De Vries, dit over.
Het ontwerp was van de Amerikaan William (Bill) Shaw (1926-2006) die jarenlang voor Olin Stephens had getekend en later chef-ontwerper bij Pearson Yachts is geweest.
Feadship leverde de Baby Weekenders in drie afmetingen; 7.32 m, 7.62 m en 9.14 meter, (30′). In januari 1955 werd een 30 voeter die bij De Vries was gebouwd in New York tentoongesteld.
De laatste twee Weekenders werden door De Vries gebouwd en afgeleverd tussen 1955 en 1956.
Gegevens
1954 Proefzeilen Baby Weekender achter de werf. Zeilmaker C. Hali aan het roer
Deze twee Baby Weekenders werden gebouwd onder bouwnummer 533, ze hadden een lengte over alles van 9.14 m, een breedte van 2.46 m en een diepgang van 1.22 meter. De kielballast was van gietijzer en woog 930 kg. De romp was van mahoniehout met ingebogen eiken spanten. De mast (lengte 11.40 meter) en giek waren van silver spruce en gemaakt bij de mastenmakerij van D. van der Neut te Alphen a.d. Rijn.
De zeilen waren van Egyptisch katoen, totaal oppervlak 28 m² en werden gemaakt door C. Hali, Aalsmeer. De ingebouwde benzinemotor was een Universal Blue Jacket Twin van 25 pk.
Met de bouw werd in februari 1955 begonnen en de eerste Weekender vertrok in mei van dat jaar met het m.s. “Westerdam” naar Amerika. Daar werd het door de eigenaar, Mr. Robert Silton, in gebruik genomen en gedoopt als ‘Smidge III’. Feadship had voor de tweede Baby Weekender nog geen koper gevonden. Daarom bleef dit schip nog in Aalsmeer op de werf en kwam het uiteindelijk op de Hiswa van april 1956 te staan. Gedurende de Hiswa-tentoonstelling had de werf de Baby Weekender laten verzekeren voor een waarde van f 13.000.
Op zaterdag 15 september 1956 werd deze Baby Weekender met het m.s. “Noordam” van de Holland Amerika Lijn vanuit Rotterdam naar New York verscheept.
“Het einde van een lange, eerbiedwaardige scheepsbouwtraditie” Hiswa 1956
Werffolder tijdens de Hiswa van 1956
Omdat sinds 1950 geen Hiswa-tentoonstelling meer was gehouden, merkten veel watersportliefhebber min of meer tot hun grote schrik dat een nieuwe ontwikkeling op gang was gekomen. Naast de traditionele schepen van hout of staal zag men nu voor het eerst een tamelijk groot aantal ‘plastic boten’ op de tentoonstelling.
‘In de ogen van velen kon het nieuwe materiaal weinig genade vinden. Wij horen het dood noemen en geschikt voor een badkuip, zelfs minder vleiende vergelijkingen worden gemaakt.’ Dit schreef de Waterkampioen in een nabeschouwing van deze Hiswa 1956. Toch had men wel een open oog voor de nieuwe ontwikkelingen. Er waren niet minder dan 10 stands met plastic boten, een teken dat het nieuwe materiaal volop in de belangstelling stond. De woorden ‘kunststof of ‘fiberglas’ waren kennelijk nog niet gebruikelijk in die tijd.
In Elseviers Weekblad van zaterdag 28 april 1956 schreef de watersportredacteur Joost de Klerk zeer negatief over de plastic boten die uit hun experimentele fase te voorschijn kwamen. ‘Niemand die van schepen houdt kan deze producten mooi vinden. Men heeft onwillekeurig het gevoel aan het einde van een lange eerbiedwaardige scheepsbouwtraditie te zijn gekomen.’
Gelukkig zag hij ook nog een paar schepen die op de oude, vertrouwde manier waren gebouwd!
‘Ons hart sprong op van blijdschap’
De tweede Baby Weekender op de Hiswa van april 1956
De Klerk schrijft daarover: ‘Ons hart sprong echter eerst op van blijdschap toen wij de beide scheepjes zagen, waarmee de bekende scheepswerf “De Vlijt” in Aalsmeer en de werf Huisman en Zn. te Wanneperveen verschenen zijn. “De Vlijt” exposeert een bijzonder mooi gelijnd modern bakdek kruisertje, dat weer werkelijk onder de scheepjes mag worden gerekend. Dat er aan de afwerking maar weinig kan ontbreken, weet iedereen die de productie van deze werf door de jaren heen gevolgd heeft. Ook nu staat daar weer een 17 meter lang houten kruiserjacht op stapel. (Dat was de “Zwerver” bouwnummer 536 voor W.van der Vorm uit Rotterdam). Deze werf – evenals vele andere Nederlandse werven – heeft gedurende de druk van de weeldebelasting geruime tijd haast uitsluitend voor buitenlandse rekening gewerkt.’
Slot Wat er in de loop van de jaren met deze twee baby Weekenders in Amerika is gebeurd is niet meer in onze archieven terug te vinden. Hieronder een foto uit 1955 van een 30′ Baby Weekender gemaakt door fotgrafenbureau Morris Rosenfeld.
Beste,
Ik ben een Design Engineer bij de Voogt Naval Architects en ben van mening dat dit één van de mooiste zeiljachten ooit gebouwd is.
Is er enige mogelijkheid dat jullie de beschikking hebben over de constructietekeningen en bereid zijn deze te delen?
Bij voorbaat dank
Cheers
Matteo Magherini
matteo, ik heb jaren n baby gehad en deze gerestaureerd. tekenigen moet ik ergens hebben liggen.
grt daniel