Contract
Op 19 december 1950 werd in drievoud het bouwcontract tussen de heer P.J. van Ommeren te Parijs en Scheepswerf “De Vlijt” in Aalsmeer opgemaakt. Het ging om een dubbelschroef stalen diesel motorjacht naar een ontwerp van H.W. de Voogt. De afmetingen waren als volgt: lengte over alles 19.00 m, breedte 4.80 m en diepgang 1.40 meter.
Bouwwijze: huid van staal, dikte 5 en 6 mm, de spanten van hoekstaal 65 x 65 x 6 mm, afstand 400 mm, de kiel uitgevoerd als stafkiel, dekken en stuurhuis van teakhout. De twee motoren waren 66 pk 4 cilinder Russell Newbery, type EM4R dieselmotoren.
Bouwgeschiedenis
Aanvankelijk zou het schip een lengte van 18 meter krijgen, later werd dat 19 meter.
De oorspronkelijke aanneemsom bedroeg ƒ 82.500 die in de volgende termijnen zou worden betaald: 30% bij opdracht; 25% wanneer het schip in de spanten stond; 25% bij gereedkomen van het casco en tenslotte 20% na gehouden en geslaagde proefvaart.
In de werkweek die begon op 16 maart 1951 werd op de werf met de bouw begonnen. Dit was geruime tijd na het ondertekenen van het contract, maar daarin werd nog uitgegaan van een lengte van 18 meter. Alle tekeningen moesten dus eerst nog worden aangepast voordat met de bouw kon worden begonnen. De aflevering vond plaats in juni 1952.
“Boulinier”
Omstreeks 1960 werd de ‘Rubato’ door de eigenaar verkocht. De Voogt maakte een fraaie brochure over het motorjacht, in het werfarchief is hiervan nog een exemplaar bewaard.
Omstreeks het jaar 2000 bleek de “Rubato” eigendom te zijn van een Franse eigenaar uit de plaats Moisson.
De oorspronkelijke motoren werden in 1968 vervangen door twee Baudouin DK 6 motoren van 150 pk. De naam van het schip werd: “Boulinier”.