Een snelle zeilkruiser
Zo luidde de kop van het artikel in de Waterkampioen, medio 1934. Gelukkig staat er een zeil- en inrichtingsplan van dit door De Voogt ontworpen zeiljacht bij afgedrukt. Er is namelijk van dit mahoniehouten zeiljacht maar één, onscherp fotootje bewaard gebleven. De tekeningen (De Voogt nr. 879) en het contract tussen de werf en opdrachtgever Ir. F. Prins Visser zijn nog wel in het werfarchief terug te vinden.
… één fotootje van de ‘Bemes’ in het archief…
De afmetingen waren: lengte over alles 12.00 m, breedte 2.60 m, diepgang 1.40 meter. De kiel was van lood.
De huid was van 22 mm dik Tabasco mahonie, dek en opbouw van teakhout. De malspanten waren van gegalvaniseerd hoekstaal, met ingebogen eiken spanten ertussen.
De zeiloppervlakte: gaffeltuig van 55 m², bestaande uit een grootzeil van 38 m² en een fok van 17 m².
De hulpmotor was een Universal Utility Four, die bij 1200 toeren 10 à 12 pk. leverde.
Bouwgeschiedenis
In april 1934 had de werf voor Ir. F. Prins Visser een mahoniehouten 16 m² IJselmeerkruiser gebouwd. In het contract van 6 december 1934 werd bepaald dat scheepswerf “De Vlijt” deze zeilboot voor ƒ 850,00 van de eigenaar zou overnemen.
Met de bouw van de ‘Bemes’ werd in januari 1935 begonnen. Een half jaar later, in juni 1935 werd het zeiljacht te water gelaten. Tijden de proefvaart bleek de originele loden kiel te licht, daarom werd deze vervangen door een zwaardere kiel die 3400 kg woog.
Deel van de bouwtekening van de “BEMES”, gehecht aan het contract van 6 december 1934. Links de handtekening van F. Prins Visser, rechts de ‘combinatie’ handtekening van de broers H.S. en J. de Vries. Bijna altijd wordt er door een van de broers ondertekend met ‘H. en J. de Vries.’
Bestek
1. De aanneemsom was ƒ 5915,00 en de betaling zou geschieden in de volgende termijnen:
a. ƒ 1200,00 binnen 14 dagen na ondertekening van het contract.
b. ƒ 1000,00 wanneer het schip in de stalen spanten gesteld overeind staat.
c. ƒ 1500,00 binnen 14 dagen nadat de romp beplankt is en de spanten afgeklonken.
d. ƒ 2037,00 na gehouden en geslaagde proefvaart, en tenslotte ƒ 178,00 na het verstrijken van de onderhoudstermijn. 2. Kiel en stevens: Kiel met voor- en achtersteven en slemphout van prima eikenhout te maken, zo ook de eerste twee zandstroken. Doodhout van grenenhout. (Doodhout is het bovenste deel van de kiel, eronder is de loden ballast bevestigd.)
3. Rompbeplanking: Behalve de eerste twee zandstroken aan weerskanten van de kiel is de rompbeplanking te maken van Tabasco mahonie. De deeltjes waar nodig behoorlijk hol en rond te schaven, zodat een goede aansluiting met de spanten verkregen wordt. Huiddikte 22 mm schoon.
4. Spanten en wrangen: Het schip is te bouwen op gegalvaniseerd ijzeren spanten met wrangen zoals op de tekening staat aangegeven in afstand 55 cm hart op hart. Staal 40 x 40 x 4 met extra spanten bij de mast met telkens daartussen twee ingebogen eiken spanten 43 x 29 mm. Wrangen bij kielbouten van eiken.
5. Kajuitbetimmering: Deze betimmering moet eenvoudig uitgevoerd worden, zoals op de tekening staat aangegeven, in blank gelakt Tabasco mahoniehout.
6. Bevestigingswerk: Alle kielbouten en bevestigingsboutjes voor de gegalvaniseerd ijzeren spanten van gegalvaniseerd ijzer. Overig bevestigingswerk alles kopervast, met koperen bootnagels en schroeven.
7. Vloeren: De vloeren te maken van grenenhout met linoleum belegd.
Slot Kort na de publicatie van dit hoofdstuk werd iets meer bekend over de verdere geschiedenis van de “‘Bemes”. Het zeiljacht is jarenlang in bezit geweest van de Firma G.de Vries Lentsch, werf “Het Fort”. De “Bemes” had toen een torentuig. Het schip werd verhuurd, maar de bekende scheepsontwerper Willem de Vries Lentsch Jr. heeft dikwijls met zijn familie met de ‘Bemes’ gezeild. Aan het eind van de jaren ’50 werd het zeiljachtverkocht naar Frankrijk.
Illustratie uit de Waterkampioen, jaargang 1934
De ‘Bemes’ bij werf ’t Fort, Amsterdam
Heb nog een jpg van de Bemes in de staat van een aantal jaren geleden. Ze is in al die jaren weinig veranderd!