Molenaar
In 1857, het geboortejaar van Sijbrand, waren alle familieleden houtzaagmolenaar in Amsterdam. Dat hij in een huis op de werf van de grote zager ‘Het Heiblok’ werd geboren is dus te begrijpen.
Houtzaagmolen ‘Het Heiblok’ met rechts het witte huis waar Sijbrand werd geboren. Het stond aan de Molen-of Kuiperssloot, nu is dit midden op het kruispunt Fr. Hendrikstraat – Derde Hugo de Grootstraat
Nadat zijn moeder overleed toen Sijbrand net 10 jaar oud was, verhuisde hij naar het gezin van zijn oudere zuster Johanna Unkel-de Vries. Na de lagere school belandde hij ook op een houtzaagmolen, maar op zijn 17de werd hij ‘ligtmatroos’ bij de Koninklijke Marine. Zijn signalement luidde: lang 1 el, 5 palm, 2 duim en 5 streep, aangezicht ovaal, ogen blauw, neus en mond gewoon, haar en wenkbrauwen blond’.
Oost-Indië
Een jaar later, in 1876 werd hij in Batavia aan boord van ‘Z.M. Palembang’ geplaatst. Dit was een schroefstoomschip der 4de klasse met drie kanons en had een lengte van 42 meter, de bemanning bestond uit 100 manschappen.
Z.M. “Palembang”
In die periode woedde een oorlog tussen Atjeh en het Nederlandse gouvernement. In augustus 1877 werd de slag bij Samalangan geleverd, de ‘Palembang’ was een van de deelnemende schepen van het expeditieleger.
26 Augustus 1877, Slag bij Samalangan
Eind augustus 1879 kwam Sijbrand weer terug in Holland voor verlof, bij die gelegenheid liet hij bij fotograaf Kuijer op de Rozengracht een mooie foto van zichzelf maken. Hij heeft de rang van kwartiermeester enop zijn borst draagt hij het expeditiekruis met op het lint de gespen ‘Ereteken Atjeh 1873-1876’ en ‘Samalangan 1877’.
Amsterdam. herfst 1879, Sijbrand poseert met het Expeditiekruis met twee gespen
West- en Oost Indië
Tussen 1880 en 1885 is hij bijna voortdurend op zee. Eerst een grote reis naar Funchal en vandaar naar West-Indië waar St. Vincent werd aangedaan en vandaar naar Santa Cruz de Tenerife. Daarna de oversteek naar Curaçao en tenslotte terug naar de marine haven Hellevoetsluis.
Vanuit deze haven voer hij in januari met de Rammonitor “Panter” naar de benedenloop van de verschillende rivieren. Niet om oorlog te voeren, maar om het opgehoopte ijs op te ruimen.
Z.M. “Panter”
In de loop van 1881 werd hij wegens een of ander vergrijp van kwartiermeester teruggeplaatst tot matroos 3e klasse. Daarna vertrok hij weer naar de Oost. Hij beterde zijn leven en werd eind 1881 weer bevorderd tot kwartiermeester in de functie van koksmaat. Daarna werd hij lid van de bemanning van de nieuwe zeilschoenerbrik Z.M. ‘Blommendal”. Een prachtig schip van 28 meter lengte dat vooral gebruikt werd voor de Hydrografische Dienst in Oost-Indië.
Z.M. “Blommendal”, gebouwd in Amsterdam bij Huygens & Van Gelder, in dienst gesteld te Onrust in 1883, uit dienst in 1899
Veenhuizen
Terug in Nederland werd Sijbrand 1885 geplaatst op het wachtschip in Amsterdam. Daar nam zijn leven helaas een treurige wending, wegens diefstal volgde gevangenisstraf en ontslag bij de Marine. Daarna lijkt hij de juiste richting kwijt te raken en belandde hij wegens ‘landlooperij’ in juli 1887 in de Rijkswerkinrichting Veenhuizen. Bij zijn inschrijving werd als beroep’schipper’ genoteerd. Twee jaar bracht hij daar door en pas in 1889 keerde hij in Amsterdam terug om opnieuw te gaan inwonen in het gezin van zijn oudste zuster. Zij woonde in die tijd in de Grote Wittenburgerstraat. Zij is inmiddels weduwe en verhuisde met haar kindeen en steeds ook weer haar jongste broer Sijbrand naar de Boomstraat, de Lindengracht en de Heerengracht. Sijbrand’s beroep wordt in de registers omschreven als ‘zeeman’.
“Vertrek ambtshalve”
Vanaf 1897 is niet meer bekend waar hij verblijft, achter zijn naam in het bevolkingsregister werd de bovenstaande opmerking geschreven. Tot nu toe is niet duidelijk hoe het verder met Sijbrand is gegaan. In de familie zijn verschillende overleveringen bekend die weinig goeds bevatten. In Zuid-Afrika, bij de nakomelingen van zijn twee broers, ging het verhaal dat hij aan boord van een schip op weg naar Amerika werd vermoord. Een ander verhaal hield in dat hij in Amerika in een trein om het leven zou zijn gebracht. Dat moet omstreeks 1900 of iets daarna zijn gebeurd. In die tijd kwamen grote aantallen volksverhuizers in Amerika aan, de gebrekkige burgerlijk stand kon al deze vreemdelingen niet verwerken.
Sijbrand moet dus tamelijk jong zijn overleden en wie weet, zullen we ooit nog weten wat er precies met hem gebeurd is.