Motorsloep
Zestien jaar nadat de bijboot voor de ‘Iduna’ de scheepswerf had verlaten, kwam in het voorjaar van 1955 De Voogt opnieuw met hetzelfde ontwerp bij De Vries langs. De mahoniehouten boot, nu steeds ‘motorsloep’ genoemd, had dezelfde afmetingen als in 1939.
Toch kwamen er bepaalde veranderingen in het oorspronkelijke ontwerp-nummer 1027, de nieuwe tekeningen kregen nummer 1508. De boot zou bestemd zijn voor een emmerbaggermolen die in de zomer van 1956 afgeleverd moest worden door een scheepswerf in Sliedrecht.
Tekening van de motorsloep, de afneembare houten kap is hier niet aangegeven
“Ing. Ruben Davila”
Dat werd de naam van deze zelfvarende emmerbaggermolen die gebouwd werd voor Chili op de N.V. Scheepsbouwwerf en Machinefabriek “De Klop” in Sliedrecht.
Deze werf maakte deel uit van het I.H.C.-verband waarin een aantal werven zoals Smit in Kinderdijk, samenwerkten. De baggermolen werd gebouwd met de werknaam CO 327, de maten waren 58 x 11.20 x 4.40 meter, 829 rbt. De baggerdiepte was 12 tot 14 meter en de emmerinhoud 500 liter. De tewaterlating was op 6 april 1956 en na de proefvaarten werd de “Ing. Ruben Davila” eind augustus van dat jaar overgedragen aan de Chileense eigenaars. De in Aalsmeer gebouwde mahoniehouten motorsloep was uiteraard aan boord.
Baggermolen “Ing. Ruben Davila” in 1956, met dank aan het Baggermuseum, Sliedrecht, april 2012
Bouwgeschiedenis
De sloep werd gebouwd op scheepswerf “Westeinder” , de zusterwerf van “De Vlijt” aan de Uiterweg in Aalsmeer. Tijdens de bouw bleek dat er toch een paar wijzigingen in het ontwerp nodig waren en dus maakte De Voogt een nieuw constructieplan met nummer 1505. De sloep kreeg een grote, mahoniehouten en bovendien afneembare kap over het voorschip. De tweede verandering betrof de motorfundatie omdat geen Kermath, maar een Gray, Express Four – 162 motor van 63 pk werd ingebouwd. De mahoniehouten romp werd niet geschilderd, maar blank gelakt. De bouw verliep erg voorspoedig en in december 1955 was het werk klaar, eigenlijk was het allemaal wat te vlug gegaan. Op 30 december kwam er een telefoontje van ‘De Klop’ met het dringende verzoek om de motorsloep in ieder geval tot maart op de werf in Aalsmeer te houden. De kostprijs van de sloep, inclusief de motor, bedroeg ƒ 9303. Bij de nacalculatie bleek dat de scheepswerf een winst van ƒ 196 had gemaakt!
De eerste bijboot, gemaakt in 1939, terug in Aalsmeer, juni 2009
Einde bij Punta Arenas
Op donderdag 28 juni 1956 werd de sloep van Aalsmeer naar Sliedrecht gevaren. Tijdens de proefvaarten van de baggermolen was de motorsloep dus steeds aan boord. Eind augustus vertrok de ‘Ing. Ruben Davila’ naar Chili. Daar heeft de baggermolen jaren dienst gedaan waar verder niets over bekend is. Tot de 18de juni van het jaar 1969 toen het schip in Punta Arenas, de grootste stad van Chileens Patagonië, haar thuishaven had.
Terwijl de baggermolen onderweg was naar de Baai van Porvenir aan de Straat Magellaan werd het gegrepen door een zeer sterke stroom. Er was geen redden meer aan en de ‘Ir. Ruben Davila’ strandde op de rotsen vlakbij de vuurtoren van Porvenir. Over slachtoffers is niets bekend, wie weet hadden de opvarenden hun leven te danken aan de mahoniehouten motorsloep uit Aalsmeer?
De Vuurtoren van Porvenir, Chili