Jollen uit Aalsmeer
Vanaf 1926 waren er ongeveer 270 twaalfvoetsjollen op de scheepswerven ‘De Vlijt’ en ‘Westeinder’ van de gebroeders De Vries in Aalsmeer gebouwd. De “Berend Botje” in 1957 was de laatste jol die op ‘De Vlijt’ aan de Oosteinderweg zou worden gebouwd, aan een lange traditie was een einde gekomen.
Bouwgeschiedenis
Op 5 november 1956 gaf de heer De Neef uit Rotterdam aan scheepswerf ‘De Vlijt’ in Aalsmeer de opdracht om een mahoniehouten 12voetsjol te bouwen. De boot moest uiterlijk 12 april 1957 worden opgeleverd. In de eerste week van het jaar 1957 begonnen de timmerlieden Jan Berkelaar, Wim Stui en Bertus Middelkoop met de bouw van de jol die bouwnummer 545 kreeg. De bankwerker Ton Kok en de schilders Jan van Zoest, Willem Veelenturf werkten later ook aan deze boot. In totaal kostte de bouw iets meer dan 455 arbeidsuren, dat was veel meer dan het gemiddelde van 300 werkuren die in de vroegere jaren voor de bouw werden gerekend. Het gemiddelde bruto uurloon bedroeg in 1957 op de werf iets meer rd de dan
ƒ 3,40.
Berend Botje
Eind januari bezocht de opdrachtgever de werf en, zo schreef hij: ‘zag tot mijn genoegen dat de bouw van de jol reeds ver gevorderd is’. In dezelfde brief gaf hij aan dat de boot de naam BEREND BOTJE zou krijgen, in gele letters moest dit op spiegel worden geschilderd, aan elke zijde van het roer één woord. Ook al moest de jol nog officieel worden gemeten toch kon het Centraal Bureau al op 22 februari 1957 het zeilnummer 621 doorgeven.
Dat nummer werd direct daarna aan zeilmakerij Kersken doorgebeld. De meting vond op de werf in Aalsmeer op 1 april 1957 plaats en daarmee was de “Berend Botje” gereed. Ze werd op 10 april per auto van transportbedrijf Van de Ban naar Rotterdam vervoerd.
Bestekkenboek
In het Bestekkenboek van de scheepswerf uit 1957 is na te gaan welke materialen tijdens de bouw werden gebruikt: Soms is van verschillende artikelen de prijs genoteerd. Van eikenhout waren o.a. de buiten- en de binnenkiel, de steven en de wrangen, knieën en spantjes. Mahonie werd gebruikt voor de spiegel, de huid en de zwaardkast.
Het rondhout werd geleverd door de firma Van der Neut uit Alphen a.d. Rijn en kostte ƒ 83,50. De zeilmakerij van H. Kersken uit Kudelstaart leverde voor ƒ 346,60 het tuig en het zeil.
Kost- en verkoopprijs
Loonkosten, inclusief toeslagen f 1563.89, materialen ƒ 877,99, de kostprijs werd f 2441,88.
De verkoopprijs van de “Berend Botje” was f 2670, dus werd een winst van f 228,12 behaald.
Slot
De “Berend Botje” is nu, in 2012, inmiddels 55 jaar oud, ze heeft nog steeds dezelfde naam en ziet er nog altijd prachtig uit.