Afmetingen en bouwwijze
Tewaterlating, voorjaar 1941
De yawlgetuigde ‘Albatros’ was ontworpen door H.W. de Voogt voor de heer S. Prins uit Bloemendaal. De lengte over alles was 21 meter, de breedte 5 meter en de diepgang 2 meter. De lengte van de grote mast boven het dek was ruim 20 meter, de bezaansmast stak 11 meter boven het dek uit. De stalen romp was 5 mm dik, de bovenste en de onderste platen waren 6 mm en bij de kiel was de dikte 7 mm. De dekken waren van 40 mm dik teakhout, evenals de opbouwwanden. Opvallend bij dit stalen zeiljacht is dat het roerblad van teakhout gemaakt werd.
‘De zeer doordachte constructie van het roer met schroefraam etc.’
De zeiloppervlakte was als volgt: Grootzeil 87 m² ; bezaan 19 m², kluiver 46 m²; fok 36 m². Totaal aan de wind: 188 m²
De hulpmotor was een Kermath Diesel 4 cilinder van 55 pk.
Eigenaar Simon Prins was oorspronkelijk van plan om een groot deel van het jaar op het zeiljacht te gaan wonen. Daarom was het schip uitgerust met centrale verwarming.
Bouwgeschiedenis
Met de bouw van deze grote yawl werd begonnen in de werkweek van 18 januari 1941. Eind augustus 1941 was de “Albatros” klaar en vertrok van de werf. Hoofdredacteur H.C.A. van Kampen schreef in de Waterkampioen van augustus 1942 een uitgebreid artikel over het zeiljacht, geïllustreerd met foto’s van H.W. de Voogt.
Door de oorlogsomstandigheden konden veel materialen moeilijk geleverd worden. Maar, schrijft Van Kampen, ‘Toch valt het geheel erg mee, al staat er voorlopig aan dek nog een lelijke, grote kist, die een carbid-installatie voor het kookgas verbergt.’
Verder
Het is duidelijk dat de ‘Albatros’ onder zeer moeilijke omstandigheden voor het eerst in haar element kwam. Onbekend is of er in de oorlogsjaren tot mei 1945 veel met het schip is gevaren, het lijkt niet erg waarschijnlijk. In de archieven van de “Nederlandse Basalt Maatschappij”, waarvan de heer Prins de eigenaar was, wordt vermeld dat de ‘Albatros’ sinds augustus 1945 voer onder ‘geallieerd militaire vlag’ en was herdoopt als “Flying Officer Steen”. Govert Steen was een jonge luitenant-vlieger die tijdens de oorlog was gesneuveld. Tijdens de eerste Flevo Race die na de oorlog in augustus 1945 werd gehouden zeilde ook de ‘Flying Officer Steen’ mee. Uit Lloyd’s Register of Yachts van 1947 blijkt dat het zeiljacht weer eigendom was van Simon Prins en de Nederlandse Basalt Maatschappij te Zaandam. Het schip had ook weer de oorspronkelijke naam ‘Albatros’ terug.
“Albatros”, foto op de omslag van een brochure van H.W. de Voogt
Daarna wordt de historie minder duidelijk, waarschijnlijk werd de ‘Albatros’ omstreeks 1955 verkocht aan een Amerikaan die er mee op de Middellandse Zee zeilde. Het Lloyd’s Register van 1972 vermeldt dat de yawl eigendom was van de Vicomte de Dampierre, de thuishaven was Nantes. Opnieuw was de scheepsnaam gewijzigd, het schip heette nu: “Solitaire”.
Daarna is van dit zeiljacht niets meer bij ons bekend.
In 1945 schonk S. Prins uit Bloemendaal een stalen strandmotorreddingboot aan de NZHRM. Die boot werd gebouwd bij Nicolaas Witsen en Vis in Alkmaar. Ze kreeg de naam Albatros. Die naam kwam vrij bij de herdoop van zijn jacht in Flying Officer Steen. Waarschijnlijk heeft hij de verkoopopbrengst van het jacht gebruikt voor zijn schenking van de reddingboot en dat daarom de naam is meegegaan. Interessant is uit te zoeken hoe Govert Steen is omgekomen? Was dit op zee, vandaar zijn schenking aan de reddingmaatschappij? Toen het jacht weer Albatros werd en weer in bezit van Simon Prins kwam, behield de reddingboot wel zijn naam Albatros.