Deze twaalfvoetsjol was vernoemd naar de beroemde Admiraal van de West-Indische Compagnie, Cornelis Cornelisz Jol. Geboren in Scheveningen in 1597 en overleden in San Tomé in 1641. Vanwege zijn houten been droeg hij de bijnaam ‘Kapitein Houtebeen’. De dichter Jan Vos gaf van hem de volgende karakteristiek: [quote align=”center” color=”#999999″]Heeft hy een been van hout? Hy heeft een yzre handt[/quote]
Bouw
Meester jollenbouwer Jan Berkelaar begon in de werkweek van vrijdag 19 tot zaterdag 25 september 1942 op scheepswerf “De Vlijt” in Aalsmeer met de bouw van drie twaalfvoetsjollen. Twee (voor Ouwehand en Peters) werden van eikenhout gemaakt en de derde (voor Burgerhout) van mahoniehout. Zeilmaker C. Hali uit Aalsmeer leverde twee van de drie jollentuigen, namelijk voor Burgerhout en Ouwehand, elk voor ƒ 57, 80. Mastenmakerij D. van der Neut leverde het rondhout voor de drie jollen voor het totaalbedrag van ƒ 166.
Rekening van C. Hali voor het jollentuig van de ‘Cornelis Cornelisz Jol’, juni 1943
Gewoonlijk kostte de bouw van een twaalfvoetsjol ongeveer 300 werkuren, maar tijdens de oorlog liep dit dikwijls anders. In februari 1943 werden de jollen op de werf door het Watersportverbond gemeten. Het nummer 469 werd toegekend aan de eikenhouten jol van H.A.J. Peters; 471 voor de mahoniehouten jol van mevr. M. Burgerhout-Jochems en nummer 472 voor de jol van eikenhout van J.C.J. Ouwehand. Eind april 1943 waren de drie jollen klaar.
‘Cornelis Cornelisz Jol’ in 1943
Namen
De drie opdrachtgevers gaven hun jollen de volgende namen:
1. “STOFHATER”, zeilnummer 469 van H.A.J. Peters, Sloten (N.H.)
2. “CORNELIS CORNELISZ JOL”, nummer 471 van Mevrouw M. Burgerhout-Jochems, Den Haag
3. “THEJOPIE”, nummer 472 van J.C.J. Ouwehand, Amsterdam.
Kosten
Niet alle gegevens zijn in het Bestekkenboek van de scheepswerf bewaard gebleven, maar wel de materiaalkosten. Aan hout werd er voor ƒ 880 gebruikt, aan magazijn goederen ƒ 393 en aan verf en lak ƒ 200. Voor de drie jollen ontving de werf de volgende bedragen: “Stofhater”, ƒ 750, “Thejopie”, ƒ 802, en “Cornelis Cornelisz Jol”, ƒ 950.
Slot
Dit jaar in 2013 zouden de drie twaalfvoetsjollen de leeftijd van 70 jaar bereikt hebben, dat is voor deze klasse niet buitengewoon oud. De “Theojopie” werd tijdens de oorlog gevorderd en bestond nog tot 1951 als “Jolkert”. Daarna is niets meer bekend. Tot voor enkele weken leek dit ook te gelden voor de “Cornelis Cornelisz Jol”, maar gelukkig blijkt er nog een foto van deze twaalfvoetsjol te bestaan.
Tot slot de “Stofhater”, deze bestaat nog steeds en vaart sinds 1993 onder de naam “De Bonte Koe”, tegenwoordig in Frankrijk.
“De Bonte Koe”, ex-“Stofhater” zeilend in Italië, zomer 2004