Niet alleen voor de Shell in Venezuela, maar ook voor de employees op Curaçao werden omstreeks 1960 verschillende Pampussen gebouwd. In juni 1959 werd zowel op scheepswerf “De Vlijt” als op “Westeinder” met de bouw van zes teakhouten zeiljachten begonnen. Mastenbouwer Van der Neut leverde het rondhout, gemiddeld was de kostprijs per boot f 6377,35. In het begin van januari 1960 was deze kleine vloot op Curacao afgeleverd. De Pampussen wer1den door Shell met verschillende eigen tankers vervoerd, waaronder de “Kosicia”.
Feestelijke opening
Op zondag 17 januari 1960 werd door de Asiento zeilclub het nieuwe seizoen geopend met de symbolische overdracht van de zes nieuwe Pampussen. Feestelijk gepavoiseerd voeren de scheepjes langs het Paviljoen ‘Brakkeput’, schreef de Amigoe di Curacao.
Er werden wedstrijden op het Spaanse Water georganiseerd, voor de wind naar de boei Caracas en daarna een groot kruisrak naar boei Barbara. Zes ouderePampussen, die al 12 jaar in gebruik waren, werden diezelfde dag afgeschreven.
Wedstrijden op het Spaanse Water, december 1961. Op de achtergrond is de “Tafelberg” van Curaçao zichtbaar. Foto gemaakt door Jan W. Neder Helman en gepubliceerd in de Waterkampioen.
In 1965 bouwde De Vries nog een zevende pampus voor Curacao, de laatste die de werf zou verlaten. De mallen die bij de bouw werden gebruikt zijn altijd bewaard gebleven tussen de hanenbalken van scheepswerf ‘Westeinder’ en onlangs teruggevonden.
Juni 2003, mallen van de pampus op werf “Westeinder” in Aalsmeer
Slot
Na 1971 werd de pampus op Curacao geleidelijk vervangen door de Yngling. Verschillende particulieren kochten een pampus en knapten die op, waarbij de romp dikwijls werd voorzien van een laagje polyester. Bijgaande foto werd in die tijd op Curaçao gemaakt door de heer A. Kiffen. Duidelijk is te zien hoeveel Pampussen daar toen nog zeilden.
Jaren later, een teakhouten pampus voorzien van een polyester laagje, op het Spaanse Water
I will be going to Curacao in a few weeks and I am already looking for a job. Is it possible to make an appointment with you? I have a lot of experience with al kind of jobs that have to do with shipbuilding for 22jears. You can have a look at my site to see what I can do for you and if you take a look at the link from my Facebook page on the right below the homepage you can have a small impression of ho I am already. I hope to hear from you. Kind regards Sip de Jong http://www.sjinterieurs.nl
Ik ben ook bekend bij royal van lent als scheepstimmerman. Ik hoop wat van jullie te horen.Vriendelijke groeten Sip de Jong
Zowel de eerste als tweede generatie Pampussen van SOV Asiento heb ik gekend. De tweede generatie had duidelijk zwaardere spanten dan de eerste. De zevende Pampus was verschillend van de eerste zes, hij leek een lager vrijboord te hebben en was inde wedstrijden niet de snelste.
De Pampussen werden intensief gebruikt voor wedstrijden, ook door de week werd er fanatiek wedstrijd gevaren na kantooruren.
Ook op zee stond de Pampus z’n mannetje tijdens onze jaarlijkse zeezeilkampioenschappen. We zeilden de Pampus in de wedstrijden met een genua en een spinnaker, verder was er een trapeze gemonteerd hetgeen vooral op zee profijt gaf. De onderhoud kosten van houten schepen als de Pampus waren in de tropen fors, reden waarom er eind zestiger jaren naar een polyester vervanger werd uitgekeken. Als proef is toen een eerste Yngling besteld. Toen die zich onder de Curacaosche omstandigheden goed gedroeg is besloten de hele Pampusvloot te vervangen door Ynglings. De Pampussen werden lokaal verkocht en hebben nog jaren daar gevaren.
Hoe veel er nog over zijn is mij niet bekend.
De eerste generatie Pampussen – de 50er jaren:
Aan de eerste generatie Pampussen van SOV Asiento heb ik niet zo veel actieve wedstrijd herinneringen, de tweede generatie Pampussen gebouwd bij scheepswerf “de Vlijt” arriveerde in 1960, ik was toen 10 jaar oud.
Een van de schepen heette “Jan Noorduijn”, een ander was de “May”.
Als jongste bemanningslid mocht ik op 9 jarige leeftijd – gewapend met mijn eerste zeildiploma – mee zeilen tijdens de avondwedstrijden die na werktijd verzeild werden. Er werd gestart rond 17:30 uur en de avond bestond uit twee korte informele wedstrijdjes. De eerste race startte bij de “Sjoerd vd Baan” jachthaven en de tweede voor de windse start was meestal bij landhuis St Barbara aan de loefzijde van het Spaanse Water. Na het zeilen altijd levendige discussies aan de bar.
In 1960 arriveerde de tweede generatie Pampussen. Van de – inmiddels 12 jaar oude Pampussen – gingen er 3 naar de zeilclub van Shell in Venezuela en werden er 3 lokaal verkocht aan de gebroeders Hajenius, de heer Thijssen en aan de heer Noordstar.
De gebroeders Hajenius – werkzaam bij de Curaçaose Dokmaatschappij – renoveerde hun schip werkelijk prachtig. Niet direct noodzakelijke inrichting ging overboord en er ging een laagje epicoat aan de buitenkant overheen. Een racemachine was geboren; tijdens vele open wedstrijden waren de gebroeders dan ook geduchte tegenstanders van onze nieuwe Pampussen.
De heer Thijssen heeft zijn schip heel keurig gerenoveerd en omgedoopt in “Yvonne”. Van alle drie was de Yvonne beslist het fraaist geworden. Na perfect getrimd te zijn en voorzien van een nieuwe set wedstrijdzeilen – de zeilen waarmee Sjef Romanesko de Nederlandse Pampus Kampioenschappen van 1958 had gewonnen – werd ingeschreven voor de open wedstrijden. Met Sjef aan de helmstok was de Yvonne geen partij voor de andere Pampussen en ook de deelnemende Draken hadden moeite om de Yvonne achter zich te houden. Zie een van de bijgaande foto’s; Pampus 132 is de Yvonne. Op TCF werden de Draken geklopt!
De heer Noordstar heeft zijn schip voorzien van een laag polyester en omgedoopt in “Passaat”. Deze is verder meestentijds gebruikt als toerboot.
De Yvonne en het schip van de gebroeders Hajenius zijn later uit beeld geraakt, de Passaat lag bij club “de West” en heeft nog jaren rond gevaren.
De tweede generatie Pampussen – de 60er jaren:
De tweede generatie Pampussen arriveerde bij SOV Asiento in 1960, en kregen welluidende namen als Boca Cocolishi, Boca Plata, Boca Padiki, Boca Grandi en Boca Labadera. De Boca Ascencion arriveerde in 1965.
Deze nieuwe schepen waren anders getuigd dan de eerste generatie, zo hadden ze maar een enkel zijstag en een kleinere zaling, geen voorstag uitsluitend een fokkestag. De zijwandspanners zaten niet langer bovendeks, de stelmogelijkheid zat benedendeks hetgeen de schepen een mooier, gladder uiterlijk gaven. Ook waren de spanten van deze schepen dikker dan die van de eerste generatie.
Normaliter zeilden we de Pampus met een kleine fok. Tijdens de wedstrijden in de A klasse en op zee zeilden we met een genua en een spinnaker. Daarnaast werden de schepen uitgerust met een trapeze, hetgeen vooral op zee veel profijt gaf.
De Pampussen werden zeer intensief gebruikt. In de weekeinden waren er meestal wedstrijden, door de week – na werktijd – werden avondwedstrijden gehouden. Dit waren korte informele wedstrijdjes.
SOV Asiento kende 3 pampus klassen, de A, B en C klasse ( C = beginnersklasse ) een single handed competitie en een zeezeil competitie. De inschrijvingen voor de A klasse en het zeezeilen waren in de glorietijd van de club zo talrijk dat er twee competities werden verzeild, een voorronde en een tweede ronde tussen de 6 best geklasseerden.
Jaarlijks werd op zee een open wedstrijd georganiseerd van het Spaanse Water naar Piscadera Baai en terug waaraan naast de pampussen ook zeegaande jachten en andere open boten deelnamen.
Voor de wind naar Piscadera, een flink stuk buitengaats de spinnaker achterna op de kop van de lange golven surfend, prachtig. Het kruisrak terug naar het Spaanse water was op sommige stukken flink knobbelig, hard werken maar een geweldige ervaring. De pampus hield zich ook op zee fantastisch.
In de 60er jaren kreeg de zeilclub bezoek van de prinsessen Beatrix en Margriet. Na een vlootshow van alles wat kon varen op het Spaanse water maakten de prinsessen een zeiltocht over het Spaanse water, Prinses Beatrix aan de helmstok van de Boca Labadera en Prinses Margriet aan de helmstok van de Witte Draeck.
Eenmaal per jaar werden de schepen in de timmerwerkplaats onderhouden, beschadigde onderdelen vervangen/gerepareerd, schip geschuurd en overnieuw gelakt. Bij aflevering door de werf waren de schepen prachtig blank gelakt, tijdens de eerste jaarlijkse onderhoudbeurt werd de romp wit gelakt met een licht groen dek en zwarte schuurlijst, dit maakte ze beter bestand tegen het zoute water en de tropenzon. Het interieur bleef altijd blank gelakt.
Onze club kende vele goede pampus zeilers waaronder Sjef Romanesko – Nederlands Pampus kampioen 1958 – en Aas Visser, Lid van het Nederlands Olympisch Draken-team.
Het onderhoud van houten schepen als de Pampus die continue blootgesteld werden aan zout en de tropenzon werd gaandeweg steeds kostbaarder, reden dat er gezocht werd naar een polyester opvolger. Nadat er eerst als proef een enkele Yngling besteld en getest was werden er begin 70er jaren 6 Ynglings besteld.
De pampussen werden lokaal verkocht. Een aantal heeft nog jaren op het Spaanse water rondgevaren. Zie bijgaande foto van een Pampus voor anker in het Spaanse water.
Terugblikkend is duidelijk dat de Pampussen intensief gebruikt zijn en tijdens die periode geen mankementen hebben gekend. De conclusie is gerechtvaardigd dat de door scheepswerf “de Vlijt” gebouwde Pampussen een hoge bouwkwaliteit hadden.