Op scheepswerf “De Vlijt” in Aalsmeer werden vanaf 1950 steeds vaker jachten voor Amerikaanse rekening gebouwd. Eén daarvan was het 16.80 meter lange stalen motorjacht ‘Gerelbo’ dat in de jaren 1954 – 1955 voor de Amerikaan van Nederlandse afkomst, G.K. Bos werd gebouwd. Het motorjacht was een ontwerp van H.W. de Voogt en de naam “Gerelbo” was afgeleid van Gerard en Elly Bos.
“Gerelbo”
Al eerder, in 1952, was voor deze opdrachtgever een houten zeilschip met een lengte van 8.54 meter gebouwd, naar ontwerp van G.W.W.C. baron van Höevell. Ook dit scheepje heette “Gerelbo”.
Aan boord van het motorjacht “Gerelbo”, v.l.n.r. H.W. de Voogt, Joh. de Vries, H.S. de Vries, Gerald Bos, Elly Bos en gasten
Gerelbo II, hier als “Sandjol”
Er leek trouwens geen einde aan het aantal ‘Gerelbo’s’ te komen. In het voorjaar van 1955 werd op de werf namelijk ook nog een twaalfvoetsjol voor de familie Bos gemaakt. Dit zeilscheepje met bouwnummer 529A zou als bijboot van het grote motorjacht moeten dienen. De naam van de twaalfvoetsjol luidde… “Gerelbo II”. Na de officiële meting omstreeks augustus 1955 kreeg deze jol zeilnummer 615. De twee eerste schepen werden in het najaar van 1955 naar Amerika verscheept. Alleen de mahoniehouten 12 voetsjol bleef in Nederland achter.
Twaalfvoetsjol
In het boek van Wim van der Valk, “75 jaar reilen en zeilen van de Twaalfvoetsjol”, (1989) is een Stamboek van geregistreerde 12 voetsjollen opgenomen. Onder zeilnummer 615 wordt daar vermeld: “Gerelbo II”, G.K. Bos, 1955”.
Bouw
In de week vanaf 6 januari 1955 begon de ervaren scheepstimmerman en jollenbouwer Jan Berkelaar (1901-1971), met de bouw van dit zeilscheepje. Al in de jaren voor de tweede wereldoorlog was hij nauw betrokken geweest bij de bouw van de meer dan 280 twaalfvoetsjollen die op “De Vlijt” werden gebouwd. Het blijkt dat in 1955 deze ervaren scheepstimmerman van ruim 50 jaar oud een uurloon verdiende van iets meer dan ƒ 1,40. In totaal was Berkelaar ongeveer 220 uur met dit schip bezig. Uit de werfboeken blijkt dat in de periode van 1926 tot 1936 men gemiddeld ongeveer 300 uren nodig had om een twaalfvoetsjol te bouwen. In 1955 werkten behalve Berkelaar, ook de timmerlieden Jan Maarsen, J. Paarlberg en K. Hartman aan deze twaalfvoetsjol. Bovendien moeten de uren die de schilders aan dit scheepje hebben besteed hierbij nog opgeteld worden. Ook het scheepsbeslag werd op de werf gemaakt, P. Kroon was daar in de week van 20 januari 1955 bijna 12 werkuren mee bezig. Het gemiddelde van 300 uur zal dus ook voor deze twaalfvoetsjol wel gebruikt zijn.
Materialen
Een greep uit de posten van de gebruikte materialen: twee vurenhouten riemen van 2/260 x16x5cm, kostprijs ƒ 5,60. Anderhalve knot breeuwkatoen: ƒ 1,20. Twee verchroomde korvijnagels ƒ 3,60. Twee en een halve kilo koperen klinknagels ƒ 15,–. Een halve kilo koperen klinkringen voor ƒ 3,50. Gegalvaniseerd roerbeslag ƒ 15,–. Het vaantje werd in september 1955 bij jachthaven Dragt gekocht, de prijs hiervan was ƒ 2,90.
Jammer genoeg is niet meer precies te achterhalen waar het zeil werd gemaakt. Zowel bij Kersken in Kudelstaart, als bij S.U. de Vries in Grouw werd in juni 1955 om een prijsopgave gevraagd. Het ging daarbij om een compleet stel tuigage van een 12 voetsjol, bestaande uit staagjes, zeilenval, zwaardloper en schoten van katoentouw. De romp werd van mahoniehout gemaakt, de ‘constructiedelen’ zoals dat genoemd werd, waren van eikenhout. De spanten werden niet apart genoemd, maar moeten ook bij deze jol van eikenhout gemaakt zijn. Hieronder volgt een overzicht van de maten en materialen.
12 vts. Jol Bos nr. 529 1955
Kiel | Eikenhout, 345 x28 x 6 cm |
Binnenkiel | Eikenhout, 345 x 11 x 2 cm |
Steven | Eikenhout, 115 x 27 x 6 cm |
Vloer | Eikenhout, 260 x 64 x 2 cm |
Knieën | Eikenhout, 125 x 40 x 2 cm |
Gangen | Mahoniehout, 740 x 80 x 2½ cm |
Gangen | Mahoniehout, 380 x 70 x 2½ cm |
Spiegel | Mahoniehout, 110 x 40 x 2½ cm |
Roer | Mahoniehout, 128 x 42 x 2½ cm |
Banken en zwaardkast | Mahoniehout, 340 x 75 x 2½ cm |
Berghout en dolboord | Mahoniehout, 410 x 17 x 2½ cm |
Voorbank | Mahoniehout, 75 x 20 x 5 cm |
Aan mahoniehout werd 0.33 m³ gebruikt, de kostprijs hiervan was ƒ 99,– . Aan eikenhout 0.13 m, dit kostte ƒ 65,–
Kostprijs
De kostprijs van de 12 voetsjol “Gerelbo II”, bouwnummer 529A werd in de zomer van 1955 als volgt berekend:
Lonen, incl. sociale lasten ƒ 858,71, Materiaal ƒ 268,83, Kostprijs ƒ 1127,54
Van Gerelbo II naar Sandyole
De “Gerelbo II” van eigenaar als G.K. Bos werd omstreeks 1959 verkocht aan J.A. Lucas, de 12 voetsjol werd omgedoopt tot “Elanjol”. In 1964 werd de eigenares mej. J.M. Treep, de jol kreeg de naam “Mon Panache”. Als laatste Nederlandse eigenares is bekend mevr. E.G. Sanders-Pelger, in 1972 werd de meetbrief opnieuw geregistreerd, de naam werd inmiddels “Sandjol”. In 1989 bij de viering van het 75-jarig bestaan van de 12 voetsjollen klasse haalde mevrouw Sanders in de dameswedstrijd met haar “Sandjol” een achtste plaats in een veld van veertig.
In 2006 werd de jol verkocht aan de Fransman Francois Lalievre, de naam werd veranderd in “Sandyole”. Na 2008 is de eigenaar Alain d’Eudeville, de thuishaven is tegenwoordig La Trinite sur Mer.