In de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog waren er ondanks alles toch mensen die er aan dachten om zo gauw als het kon een zeiljacht te laten bouwen.
H.W. de Voogt tekende zijn ontwerp 1129 tussen eind 1944 en januari 1945 voor een klant die niet kon wachten om te zeilen. Dat blijkt wel uit het feit dat twee weken na de bevrijding op de werf in Aalsmeer Wout de Vries, zoon van Joh. de Vries. begon met het uitzetten van de lijnen op de spantenvloer!
Torensloep getuigd kruiserjacht
De romp werd gemaakt van 25 mm dik teakhout op stalen spanten. Ook het dek en de opbouw waren van teak, de steven van eikenhout en de kiel werd van lood. De lengte over alles was 12.90 m, breedte 3.09 m en de diepgang 1.60 m. Aan de wind kon 63 m2 zeil worden gevoerd, de boomfok was 17 m2, de loden kiel woog 3000 kg.
“Freiheit”, ex-“Vrijheid” in Kiel, 2013
De ingebouwde hulpmotor was een 4 cilinder Lycoming van 58 pk en was afkomstig van de werf van Akerboom & Van Lent uit de Kaag.
Bouwgeschiedenis
In het begin ging het werk erg langzaam, in de loop van 1945 verkocht de opdrachtgever belang in de bouw aan iemand anders, daarna ging alles sneller. Timmerman Klaas Moenis was in december twee weken bezig met het breeuwen van het schip, in totaal 95 uur waarvoor hij ƒ 88,29 als loon ontving.
Eind mei werd het jacht ‘op de kar gezet’, dat betekende dat de tewaterlating binnenkort kon plaatsvinden. En zo ging het, omstreeks 10 juni 1946 lag de “Vrijheid”, zoals het zeiljacht was gedoopt, in het water achter de scheepswerf.
Werken voor voedsel
In de jaren 1945 en 1946 waren er nog grote tekorten op het gebied van materialen, kleding en voedsel. Voedsel was net zo belangrijk als geld en daarom werd in het bouwcontract onder ander vastgesteld dat er betaald zou worden met geld én met voedsel. Schriftelijk werd toegezegd dat de opdrachtgever zo nu en dan wat erwten, bonen, tarwe en gort beschikbaar zou stellen. Voor 1 m3 grenenhout werd bijvoorbeeld 10 mud aardappelen en 17 pond kaas beschikbaar gesteld.
Naar Duitsland
Tot 1951 kwam de ‘Vrijheid” elke herfst naar Aalsmeer voor de winterberging op de scheepswerf de Vlijt. Daarna kwam er een nieuwe eigenaar die lid werd van de vereniging voor Kustzeilers, het zeilnummer werd H 294. In 1965 kocht een Duitse zeezeiler, Hans Bertram, het zeiljacht dat later ‘Freiheit’ werd genoemd. Veel is veranderd, maar veel is gelijk gebleven, zoals bijvoorbeeld het ankerliertje van Simpson Lawrence uit Glasgow.
Natuurlijk zijn er heel wat dingen vernieuwd en soms verbeterd, zoals de stagen, de mast en zeerailing. Maar de romp is nooit in de epoxy gezet en het schip heeft zijn originele uitstraling behouden. De tegenwoordige eigenaars, de familie Piepenburg, heeft als thuishaven Kiel en er wordt dikwijls op de Oostzee of de Baltische Zee gezeild.
Foto’s
Strande, augustus 2013, in de cockpit, v.l.n.r. Huib de Vries. Hans Bertram, Jörg Piepenburg, de tegenwoordige eigenaar
“Freiheit” ex- “Vrijheid” onder zeil
Hoi Huib,
kwam bij toeval op dit verhaal uit.
Ik lees de scheepsnaam “Vrijheid”. Toch niet het schip van de stripheld kapitein Rob ??, ha, ha. Nee, dat schip is mij maar al te goed bekend. Maar toch weer zo’n direct naoorlogs verhaal. In verband met het 75 jaar bevrijding, is de LVBHB bezig met een boek over de binnenvaart tijdens de oorlogsjaren. Komt binnenkort uit. Uiteraard heb ik vanuit Kromhout een bijdrage geleverd. We zullen zien wat het gaat worden. Groet, Han