Mobilisatie 1939
Het ministerie van Defensie verleende in de laatste maanden van 1939 enorm veel opdrachten aan allerlei bedrijven. Ook voor scheepswerf ‘De Vlijt’, waar in die periode regelmatig voor het Corps Pontonniers in Dordrecht boten werden gebouwd. Zie op deze website onder andere de hoofdstukken: ‘Aluminium boten’, ‘Zes sleepboten’ en ‘Spantloze pontons’.
Pontonniers Motorboot, tekening 1034-1, H.W. de Voogt, 4 oktober 1939
H.W. de Voogt ontwierp een serie van 15 stalen motorboten met een lengte van 7 meter, breedte 2.20 m een diepgang van 0.64 meter. Ze werden voorzien van een Ford-A benzinemotor waarvan niet meer te achterhalen is hoeveel pk’s ze leverden. Het bedrijf van Fred J. Kemper uit Schiedam was de leverancier van deze motoren.
Bouw
In de week van 18 tot 24 november 1939 werd op de werf door de ijzerwerkers met de bouw begonnen. De romp was van 3 mm SM staal, geklonken op de spanten. Onder de romp kwamen twee scheggen ‘in stroomlijnvorm’, deze werden aan het schip gelast. De open cockpit kreeg vurenhouten vloeren maar de banken, de motorkast en de stuurkast waren van Java teak. De 15 stuurwielen werden door de firma Koetse uit Hoogezand geleverd. Onder de waterlijn werden de boten geteerd, boven water kregen ze een grijze verflaag. Het teakhout werd eenmaal met lijnolie bestreken en daarna twee maal met ‘harpuis’, dat was een langdurig gekookt mengsel van gele hars en lijnolie.
Op de bakboordzijde van de stuurkast werd een Bosch-Eisemann zoeklicht gemonteerd. Rondom de romp kwam een ‘stootbossing’ met een diameter van 80 mm, gemaakt van langvezelig, blank kokostouw. De aanneemprijs per boot was 1840 gulden, voor de 15 boten werd de prijs dus ƒ 27.600,–
Mei 1940
Hoewel de internationale spanning toenam, bereikte de oorlog Nederland waarschijnlijk sneller dan werd verwacht. In februari en maart 1940 kreeg men op de werf vanuit Dordrecht verschillende keren van kapitein Van der Flier de opdracht om de bouw van deze 15 boten geheim te houden.
Geheimhouding van defensieorders, 18 maart 1940
De bouw zelf verliep voorspoedig, de eerste boot werd als testmodel op 21 maart 1940 bij de Pontonniers afgeleverd. Op 13 april volgden vier boten en op 30 april nog eens twee. Toen op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak lagen er drie boten op werf te wachten om afgeleverd te worden. Eén was bijna klaar en de laatste vier konden binnen enkele weken gereed zijn.
Slot
Zeven boten waren dus afgeleverd en acht lagen nog op de scheepswerf in Aalsmeer. Waarschijnlijk zijn deze laatste omstreeks juli 1940 afgeleverd, maar hier is geen duidelijkheid over. Wel is duidelijk dat de Nederlandse pontonniers niets meer met deze vijftien motorboten hebben kunnen doen, daarvoor was het toen te laat.