1932
In deze periode leek scheepswerf “De Vlijt” soms wel een twaalfvoetsjollen fabriek. Grote aantallen jollen vonden hun weg naar de klanten, die gemiddeld tussen ƒ 350 en ƒ 450 betaalden voor een complete boot inclusief het tuig.
Werfplaatje uit 1932 op de spiegel van de H 332
De “Semar” is een mahoniehouten 12-voetsjol en werd in het voorjaar van 1932 in Aalsmeer als één van een kleine serie op stapel gezet. Sommige jollen werden direct verkocht, andere boten, zoals deze jol, bleven wat langer op de werf. In het Rekeningenboek van De Vlijt staat over de “Semar”: Rekening Scheepswerf De Vlijt, Aalsmeer, Augustus 1932 voor P. Bussemaker, Baarn, Geleverd een 12 voets mahoniehouten standaard jol, ƒ 435,00
H 332 “Gouwe Ouwe” in 2010 tijdens de Sneekweek Foto Wietske van Soest
De rekening werd dezelfde maand per postgiro betaald. De eigenaar liet de “Semar” nog in 1932 meten, waarna het nummer 332 werd toegewezen.
Gooi- en Eemlander, 17 juli 1933 P. Bussemaker met Semar wint ‘den 1 en prijs’ bij onderlinge wedstrijden op de Loosdrechtse Plassen
Familie Bussemaker
Veel leden van deze familie werden officier bij de Koninklijke Marine en ze dienden zowel in Nederland als in het vroegere Nederlands-Indië. De eerste eigenaar van de “Semar”, Pieter Bussemaker, was in 1917 op Java geboren als zoon van een marine officier. Hij koos het beroep van zijn vader en keerde tijdens de Tweede Wereldoorlog als officier op een Nederlandse onderzeeër daar weer naar terug. Als adelborst had hij geen gelegenheid meer om met de “Semar” te zeilen en ze werd daarom in 1937 verkocht aan de familie Kühne in Haarlem.
Ltz. II P. Bussemaker aan boord van een onderzeeër, de foto is waarschijnlijk kort na het einde van de oorlog gemaakt
Pieter Bussemaker was een enthousiast zeiler op de Loosdrechtse Plassen en won met zijn 12 voetsjol verschillende prijzen. De boot bleek behoorlijk snel te zijn. Hij was lid van de W.S.V. Loosdrecht en zeilde omstreeks 1935 ook regelmatig wedstrijden met een Sharpie.
Australië
Gedurende de oorlog diende Pieter Bussemaker onder andere op de Nederlandse onderzeeboot O 23. Tijdens de meidagen van 1940 wist dit schip vanuit Rotterdam nog net op tijd Engeland te bereiken. In de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog opereerde de O 23 vanuit Australië. In 1948 werd de boot uit dienst gesteld, Bussemaker nam ontslag bij de marine en bouwde een nieuwe toekomst op in Australië waar hij in 2001 overleed. Zijn zoon vond daar in een oud album nog enkele fotootjes uit de beginjaren van de “Semar” op Loosdrecht, inmiddels meer dan 80 jaar geleden.
Twee fotootjes uit de periode 1932 -1937,
archief T. Bussemaker, Australië
Semar
Gezien de familiegeschiedenis is het niet verwonderlijk dat de jol de naam kreeg van een figuur uit het Indonesische Wajang poppenspel. “Semar” is een clownachtige figuur die het goede dient en tegelijkertijd een soort vrijbuiter is.
Ongeveer 10 jaar heeft de boot deze naam gedragen, daarna kreeg de H 332 verschillende andere namen. Bekend werd ze vanaf 1974 onder de naam “Gouwe Ouwe” met als eigenaar de bekende zeiler Jan Geerts de Jong uit Gorredijk. Hij behaalde veel successen met zijn twaalfvoetsjol, eenmaal werd hij zelfs tweede bij het Nederlands Kampioenschap.
Sneek, voorjaar 2006, rechts Jan Geerts de Jong, midden Huib de Vries, links Jan van der Wal rond de 332
Slot
Na het overlijden van de heer De Jong in 2013 kwam de inmiddels ‘bejaarde’, maar nog altijd prachtige jol terecht bij Tom de Vries in Aalsmeer, een kleinzoon van één van de oprichters van scheepswerf “De Vlijt”. Sinds kort draagt de 332 weer haar oorspronkelijke naam. Hopelijk zal de “Semar” nog heel veel mooie en snelle zeiltochten mogen maken!
April 2014, opnieuw in Aalsmeer…
Tom en Merel de Vries op de Westeinderplas in de “Semar”, mei 2014
Met dank aan Tim Bussemaker, Australië