Abeking & Rasmussen
Die naam is een begrip geworden in de Europese watersport omdat deze scheepswerf zowel prachtige ontwerpen als jachten heeft voortgebracht. Grondlegger Henry Rasmussen (1877-1959) was Deen van geboorte maar werd bekend door zijn scheepswerf in Lemwerder bij Bremen, die hij samen met Georg Abeking oprichtte.
In 1937 maakte Rasmussen het ontwerp van het houten toerkruiserjacht “Stoertebeker III”. Met dit jacht zeilde kapitein Schlimbach in 59 dagen solo van Lissabon naar New York. Zowel schip als kapitein werden daarna in Duitsland bijna legendarisch.
Bouwgeschiedenis
Otto Knechtel jr. afkomstig uit Bremen, was tijdens de oorlog als dienstplichtige stuurman bij de Duitse marine werkzaam in Nederland. Aan het eind van de oorlog besloot hij een eikenhouten schip volgens de tekeningen van Rasmussen van de “Stoertebeker” te laten bouwen bij scheepswerf De Vlijt. In het eenvoudige bouwbestek werd nadrukkelijk vermeld dat de werf de tekeningen alleen mocht gebruiken om dit zeiljacht voor Knechtel te bouwen.
Kopie van de originele tekening uit het werfarchief
Afmetingen
Lengte over alles 10,20 m, breedte 2,62 m en diepgang 1.60 m. Romp: dikte 23 mm eikenhout, dek en opbouwwanden 23 mm teakhout en ingebogen eikenhouten spanten. De gietijzeren kiel woog 3000 kg en werd gegoten bij de firma Boddaert & Co. in Middelburg. De twee masten en gieken waren van oregon pine en werden gemaakt door de firma Van der Neut in Alphen a.d. Rijn. Het jacht werd niet betimmerd en ook werden geen zeilen geleverd. Het werd een robuust en zeewaardig zeilschip.
Levensloop
Kort na de aflevering van het jacht dat de naam “Seewanderer” kreeg, werd de tweede wereldoorlog beëindigd. Het schip werd in Hamburg in beslag genomen en de Amerikaanse commandant liet zich zeillessen geven door… Otto Knechtel, in ruil voor etenswaren. Toen de Amerikaan na korte tijd weer naar zijn vaderland terugkeerde, kreeg Knechtel een schadevergoeding waardoor hij in staat was om opnieuw een zeilschip te laten bouwen. De “Seewanderer” kwam daarna in de havenstad Kiel terecht en werd eigendom van een bekende plaatselijke zeiler Nis Juhl. Hij liet een nieuwe Albin motor plaatsen en schafte dacron zeilen aan. De scheepsnaam bleef ongewijzigd en er werden vele tochten op de Oost- en Baltische Zee gemaakt.
Kiel, in de kajuit van de Seewanderer, omstreeks 1950. Met witte schipperspet Nis Juhl
Na 1970 volgden de verschillende eigenaren elkaar vrij snel op, ook de naam “Seewanderer” verdween. Omstreeks 1990 kwam het zeiljacht in een jachthaven in Friesland te liggen en werd het niet meer goed onderhouden, tot Henk de Vos een tip kreeg dat het te koop lag.
In de kajuit van de “Stromer”, september 2014. Links Henk de Vos, rechts Huib de Vries
Daarna volgen jaren van restauratie en modernisering. De Vos, oud-stuurman op de grote vaart, besteedde enorm veel tijd en kennis om het zeiljacht weer geschikt te maken voor tochten op de Noordzee en de Zeeuwse wateren.
Achterschip met druilmast, 2014
September 2014, Henk de Vos ontvangt ons aan boord van de “Stromer”
Slot
Inmiddels heet het yawl getuigde schip “Stromer” en heeft het een ligplaats in een jachthaven op een van de Zuid-Hollandse eilanden. Nog altijd een stoer en prachtig schip!
Hallo
is er meer bekend over het maken van de Seewanderer?
Bouwtekeningen papieren schriften en oude foto’. misschien
Graag hoor ik van u
met vriendelijke groeten
Jens Liman
nieuwe eigenaar van de Seewanderer