Deze titel lijkt vreemder dan hij in werkelijkheid is. Voordat de droogdokken in gebruik kwamen, werden schepen immers met behulp van rollen of karren in het water gereden. Ook op de tegenwoordige scheepswerf van Koninklijke De Vries Scheepsbouw in Aalsmeer wordt op één helling nog altijd op deze traditionele manier een schip te watergelaten of opgehaald.
Toch was het vroeger natuurlijk onbestaanbaar om een schip boven op een vrachtauto te laden en dan naar zijn bestemming te rijden. Een boot hoort te varen en niet over de weg te rijden, punt uit.
De vier foto’s bij dit hoofdstukje laten zien dat we dat ‘punt uit’ voor sommige producten van scheepswerf De Vlijt weg kunnen laten. Het is al meer dan 75 jaar geleden dat de eerste jachten per auto naar hun bestemming werden gereden.
De bovenste twee foto’s zijn in maart 1933 gemaakt op de Oosteinderweg die voor de werf langs loopt.
De huizen op de achtergrond zijn tegenwoordig haast nog in dezelfde vorm aanwezig. Achter het zeiljachtje zijn het huis van ‘Baas Jo’ en het bord boven het toegangspad naar de werf duidelijk zichtbaar. Het zeilschip is een 6.88 meter lange IJselmeerkruiser. Dit was een van de populairste scheepstypen die door De Voogt en De Vries tussen 1930 en 1940 werden ontworpen en gebouwd. Binnen tien jaar werden er meer dan 50 stuks van gebouwd.
Aalsmeer 1933
Het zeilscheepje op de bovenste foto heette “Hetty”. Rechts, bij de boeg van zijn schip, staat eigenaar Geert Hoogeveen. Hij had een garagebedrijf in Haarlem en voor hem was transport over de weg dus niet zo vreemd. De foto hiernaast is waarschijnlijk op dezelfde dag in maart 1933 gemaakt. Hoog bovenop een in onze ogen tamelijk antieke vrachtwagen-combinatie staat het 7.75 meter lange, stalen Vooco-motorjachtje “Robert Jan”.
Dit schip was gebouwd voor Jhr. E.J. van Holthe. Beide schepen werden over de weg naar Amsterdam gebracht, waar in 1933 in de
Ferdinand Bolstraat in het oude Rai-gebouw de eerste HISWA-tentoonstelling werd gehouden.
New York 1954
Voor de derde foto maken we een sprong in de tijd van 21 jaar. Het is 1954 en een ijzig koude januaridag in de Bronx in New York. En opnieuw zien we een bij De Vries gebouwd schip op wielen en weer is het op weg naar een tentoonstelling. Voorzichtig, met de achterspiegel naar voren, koerst de 17.98 meter lange “Coronet” door de straten van
New York. De bestemming is de Motor Boat Show waar het schip later gekroond zou worden tot Queen of the Show.
Amsterdam 1962
Onze tijdreis gaat verder en we bekijken een foto uit maart 1962. De oplegger van de firma Willem van Twist telt 32 wielen en gaat bijna schuil onder het 21.80 meter lange motorjacht. Het schip is zojuist vanuit Aalsmeer in Amsterdam aangekomen, uit de Amstel opgehesen en nu op weg naar de Hiswa-tentoonstelling in het splinternieuwe Rai-gebouw.
Dit schip, van het type ‘Caravelle’, trok niet alleen in Amsterdam, maar ook internationaal grote aandacht. Waarschijnlijk was het in 1962 de eerste keer dat ergens ter wereld een jacht van deze afmetingen over de weg getransporteerd werd.
De belangstelling werd nog versterkt toen tijdens de tentoonstelling Kroonprinses Beatrix zich door directeur Gerard de Vries over het schip liet rondleiden. “Sunrise” werd de naam die later door eigenaar A. Heineken aan dit schip werd gegeven.
“Hetty”, “Robert Jan”, “Coronet”, en “Sunrise”: vier verschillende namen, vier verschillende jachten, vier tijdperken. Toch hebben ze een grote overeenkomst: alle vier zijn ze op de werf aan de Oosteinderweg op stapel gezet en tewater gelaten. Het water is immers hun element. En, o ja, er is nog iets wat ze gemeenschappelijk hadden: alle vier waren het ‘boten op wielen!’
httpv://www.youtube.com/watch?v=i_C2e_0VVxM
Cartoon van J.D. van Exter in de Waterkampioen, maart 1964