Over het schip
In 1960 werd bouwnummer 554, een dubbelschroef, stalen motorjacht naar een ontwerp van H.W. de Voogt opgeleverd. De opdrachtgever was Verolme Scheepswerf Alblasserdam N.V. Het schip was bedoeld als directievaartuig van de heer C. (Cornelis) Verolme.
Ancor, bouwnummer 554 tijdens de bouw
De afmetingen van dit jacht van het type flushdeck cruiser waren als volgt: Lengte over alles 18.60 meter, breedte 4.61 m. en diepgang 1.52 m. Enkele jaren na de aflevering werd het schip dat de naam “Ancor” kreeg, verlengd tot 21.60 meter. Een scheepsmodel van de “Ancor”, gemaakt door de oud-kaptein J. van Laar, bevindt zich in het Scheepvaart Museum in Rotterdam.
Bouwwijze: de romp was van staal, de dekken van moulmain teak, dikte 40 mm. De opbouwwanden van deksalon en stuurhuis waren van teakhout, dikte 30 mm. Ook de binnenbetimmering was gemaakt van teakhout en geleverd door meubelfabriek A. van der Loo in Waddinxveen. De motoren waren twee M.A.N.-diesels, type D 1548M, 8 cil. 120/140 pk.
Bouwgeschiedenis
In het voorjaar van 1958 besloot men op scheepswerf “De Vlijt” in Aalsmeer om het schip voor eigen risico te bouwen. Op 8 mei 1958 begonnen Henk Eemstra en Andries de Blaay met het afschrijven van de romp op de spantenvloer.
Tijdens de bouw was er sprake van een geïnteresseerde koper. Uiteindelijk zag hij toch van de koop af en de scheepsromp met bouwnummer 554 werd tijdelijk in het water naast de werf opgelegd.
Verolme
In augustus 1959 kreeg de werf contact met Cornelis Verolme (1900 – 1981), in die tijd een zeer succesvolle bouwer van zeeschepen, die wel belangstelling voor dit niet afgebouwde jacht had. Namens de opdrachtgever voerden ir. S Hoekstra en vooral de heer Paul Benzon de besprekingen. Benzon was directeur geweest van de scheepswerf Jan Smit Czn te Alblasserdam. Deze werf was sinds enige tijd als Verolme Scheepswerf onderdeel van Verolme United Shipyards geworden.
C. Verolme, staand 3e van links, tijdens de bouw van de “Ancor”, tweede van rechts Joh. en geheel rechts Henk de Vries
Op 28 november 1959 werd het contract tussen Benzon en de werf getekend en direct daarna werd met het timmerwerk aan boord begonnen. Bouwnummer 554 was ondertussen weer gehellingd en stond in een bouwloods van de werf. Begin april 1960 waren de motoren geplaatst en de dekken gelegd.
Tewaterlating
De tewaterlating vond plaats op dinsdag 17 mei 1960 en werd verricht door de jongste dochter van de heer Verolme, Tineke Verolme. Na afloop kreeg zij bloemen aangeboden door de toen 4-jarige kleinzoon van Joh. de Vries, Joop de Vries. De naam “Ancor” was afgeleid van de eerste letters van de namen van Anneke en Cornelis Verolme.
Verolme hield zelf ook een toespraakje waarbij hij onder meer naar voren bracht dat hij met groot genoegen de opdracht aan Scheepswerf “De Vlijt” van de gebroeders De Vries had gegeven. Hij besloot: “De heren Benzon en Hoekstra hebben mij tijdens de bouw gezegd: dit is een werf waaraan je alles kunt toevertrouwen.”
De proefvaart, met als schipper namens de werf Jo van Laar, werd gehouden op woensdag 25 mei 1960. Van Laar bleef daarna als schipper de “Ancor” en de familie Verolme tot aan zijn pensionering trouw.
1968, C. Verolme en J. van Laar aan boord van de “Ancor”
Ongeveer vier jaar na aflevering werd de “Ancor” met drie meter verlengd op de werf in Aalsmeer. Hierna kwamen de lijnen van het schip nog beter tot hun recht terwijl het bovendien ongeveer vier mijl sneller liep.
C. Verolme, midden met pet, ontvangt gasten op de “Ancor”
Ancor-overeenkomst
In zijn memoires besteedde Verolme veel aandacht aan de waarde die hij aan de “Ancor” hechtte. Niet alleen voor hem persoonlijk, maar ook als plaats waar in het belang van zijn concern veel besprekingen konden worden gevoerd. Vaak werden de doopsters met de voornaamste gasten met de “Ancor” naar een van de werven van Verolme gevaren als er een zeeschip te water moest worden gelaten.
Eén van de belangrijkste en laatste overeenkomsten van het Verolme-concern werd zelfs naar het jacht vernoemd. In het plaatsje Vreeland werd op 5 juni 1971 de Ancor-overeenkomst ondertekend. Hierin gaf Verolme zijn verzet op tegen een fusie van zijn bedrijven met de werven van de Rijn-Schelde groep, waardoor de combinatie Rijn-Schelde Verolme (RSV) een feit werd. De overeenkomst werd getekend door de vertegenwoordigers van de Verolme Trust en Verolme Beheer, van Rijn-Schelde en het Ministerie van Economische Zaken. Ook later, in 1974 en 1975 werden nog belangrijke besprekingen aan boord gevoerd tussen Verolme en RSV.
Willem Duys
Zelfs in 1977 haalde Verolme als eigenaar van de “Ancor” nog de pers. Bij een gala-avond ten behoeve van de Nederlandse Invaliden Sportbond werd onder leiding van Willem Duys een ‘hoeden en pettenveiling’ gehouden. De vliegpet van eregast Prins Bernhard bracht op die avond ƒ 12.000,- op. Over de kapiteinspet die Verolme altijd op de “Ancor” droeg werd hevig geboden tussen diplomaat Rabani en Bib van Lanschot. Uiteindelijk werd Van Lanschot voor ƒ 15.000,- eigenaar van de pet, waarna hij hem gelijk opzette.
Ancor – Rose-Bay – Shingebis
Cornelis Verolme overleed op 5 april 1981, het daarop volgende jaar voer schipper Jo van Laar nog af en toe met mevrouw Verolme en de familieleden. Maar het schip droeg zoveel herinneringen aan Verolme met zich mee dat men besloot de “Ancor” te verkopen. De nieuwe eigenaars maakten prachtige reizen met het jacht dat zij omdoopten tot “Rose-Bay”,
In november 1985 verkochten zij het schip via de jachtmakelaars Van der Vliet uit Muiden aan een Schot. Waarschijnlijk is het motorjacht kort hierna naar Amerika verscheept.
De “Rose-Bay” in Den Oever, ca 1983
Jarenlang werd niets meer van de vroegere “Ancor” vernomen. Totdat in maart 2000 iemand vanuit Amerika een e-mail naar de werf in Aalsmeer stuurde met het verzoek om informatie over een schip dat de naam “Shingebis” droeg. De thuishaven was op dat moment Miami Beach, en de schrijver van het bericht vermeldde dat het werfplaatje aan boord het volgende weergaf: “De Vlijt, Fageer DeVries Bouwno. 554”.
Afgezien van de taalkundige verbasteringen werd toen duidelijk dat het hier om de voormalige “Ancor” ging.
In 2001 werd voor de laatste maal contact gezocht, het bleek dat de voormalige “Ancor” naar Mexico was verkocht en een ligplaats in Cancun had gevonden.
2000, Shingebis, ex Rose-Bay, ex-Ancor in Mexico
02-02-2018
Wat een grote verrassing dat ik dit fraaie artikel – puur bij toeval ! – tegenkom op Uw website!
‘k Heb nooit geweten van deze historie. En dit terwijl ik nota bene geboren en getogen ben in Alblasserdam / de plaats waar de werf van Verolme gevestigd was; Én de plaats waar het jacht van Verolme ook afgemeerd lag (in een grote drijvende hangar c.q. botenhuis) in de jachthaven van Alblasserdam. Geweldig! Ik heb genoten bij het lezen van dit artikel.
Met vriendelijke groet.
Johan van Heiningen (Geb. 15-07-1960 te Alblasserdam)
(Tevens voorzitter van Modelbouwvereniging ‘Alblasserdam’)
Ik maak een serie voor een Probus club over bekende jachten, zoals de Piet Hein etc.
Ik zie op het internet een zestal foto’s de Verolme’s Ancor. Heeft u er nog meer, bijvoorbeeld over het interieur? Mvrgr Jan
Foto’s van de Ancor zijn te vinden in Wikimedia Commons:
https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Ancor_(ship,_1960)
Heel leuk dit artikel. Ik heb mijn mijn zeilbootje de “Timmy” regelmatig naast het botenhuis in Alblaserdam gelegen. Naast de werf van Verolme.
De Heer Verolme met zijn pet ook wel eens begroet als hij op zijn Ancor stond.