Voorgeschiedenis
Op 14 januari 1927 in nummer 2 van de eerste jaargang, kwam De Waterkampioen met een redactioneel bericht. Daarin werd vermeld dat de Technische Commissie van de Koninklijke Verbonden Nederlandse Watersport Verenigingen (KVNWV) een nieuwe wedstrijdklasse ging onderzoeken. Men was in 1926 tot de conclusie gekomen dat de populaire 12 voetsjol te duur werd voor de beginnende zeiler. De bedoeling was om een eenvoudig te maken en goedkoop alternatief te vinden. Vanaf het begin stond de Engelse “Star Class” van de HambIe River Sailing Club model om als nieuwe Nederlandse klasse te worden ingevoerd.
De Star Class was een jol met een lengte van 14 voet, op knikspanten gebouwd en voorzien van een Bermuda tuigje met fok.
In december 1926 had M.L. Veldhuyzen uit Heemstede een ontwerptekening gereed van een scheepje zoals de Star Class. Zeilmaker H. Kersken, Prins Hendrikkade 100 in Amsterdam had daarbij een tuigplan ontworpen. Het was steeds de bedoeling geweest om vooral het zelfbouwen door enthousiaste watersporters te stimuleren. Deze amateur-bouwers zouden dan behalve de tekeningen ook 7 spantramen die als mallen moesten dienen, het ijzerwerken de tuigage kunnen bestellen. Als houtsoort werd vuren, grenen of eiken toegestaan.
De bouw
In april of mei van het jaar 1927 werd aan de vier jaar oude scheepswerf “De Vlijt” van de gebroeders H. en J. de Vries in Aalsmeer door het Centraal Bureau voor Watersport de opdracht tot de bouw van een ‘proefbootje’ gegeven. Deze proefboot werd gemaakt volgens de tekeningen van Veldhuyzen en Kersken. Omdat het Centraal Bureau zélf de bouw niet kon bekostigen, bood de Zaanlandse Zeil Vereniging (ZVV) zich als sponsor aan.
Tekening, gepubliceerd in de Waterkampioen, voorjaar 1928
De bouw verliep voorspoedig en al in juli 1927 voer het proefbootje tijdens de Kaagweek rond. Verschillende zeilers probeerden het scheepje uit en er werd, tevergeefs, gezocht naar vergelijkbare zeiljachten om de prestaties te vergelijken. Dit gebeurde pas op 2 oktober 1927 tijdens wedstrijden van de ZZV op de Voorzaan. Het proefbootje doorstond de proef met glans en dus stond niets meer in de weg om de nieuwe klasse nu daadwerkelijk in te voeren.
Ster-Klasse-jol
Algemeen werd gevonden dat het scheepje prima zeilde, alleen kon de snelheid nog wel wat groter. Daarom werd het zeilplan enigszins gewijzigd en het zeiloppervlak vergroot. Het schip, inclusief de tuigage zou in deze vorm ongeveer ƒ 350 kosten. Bij zelfbouw zou de prijs uiteraard nog lager uitkomen.
In september 1927 verscheen voor het eerste een foto van de ‘nieuwe wedstrijdklasse’ in de pers. Op 12 oktober 1927 besloot de Technische Commissie tot invoering van de nieuwe eenheidsklasse naar voorbeeld van het proefbootje.
De afmetingen waren als volgt: lengte 4.25 meter, breedte 1.25 meter en een holte in het midden tot onderkant kiel van 0.60 meter. “Sterklasse” zou de nieuwe naam zijn en als zeilteken werd een zwarte, 6-puntige ster met zwarte volgnummers vastgesteld.
De goedgekeurde tekeningen konden vanaf december 1927 besteld worden bij het Centraal Bureau voor Watersport, adres: Sixhaven o/h. Y, Amsterdam Noord.
Zelfbouw
Ontwerper Veldhuyzen was hoopvol gestemd dat het veel amateur-bouwers zou lukken hun eigen Sterklasse-jol te maken. Hij ging uit van het principe, zo schreef hij in december 1927, dat ‘een handige jongen’ in staat moest zijn om deze jol te maken.
Om het de zelfbouwers makkelijker te maken had de Technische Commissie overleg gepleegd met Scheepswerf De Vlijt in Aalsmeer. Men sprak af welke artikelen de werf zou kunnen leveren aan de zelfbouwers en tegen welke prijs dat zou gebeuren. Zo ontstond het volgende lijstje:
Het volledige ijzerwerk, gegalvaniseerd
Het rondhout, (mast, giek, 2 riemen en een haakje)
Een compleet stel spanten met wrangen en ijzeren versterkingshoeken .
Kiel, met binnenkiel, steven, spiegel met achtersteven en stevenknie
Als hierboven, maar met zwaardkast op de kiel vastgeschroefd. De huidgangen, geraagd en gezaagd
Zeilen, inclusief 2 zeilzakken en zeillatten, via H. Kersken’s zeilmakerij te Amsterdam
Wilde men de boot compleet op de werf van H. en J. de Vries laten bouwen, dan was de prijs, exclusief het tuig ƒ 250.
Al in het decembernummer van de Waterkampioen van 1927 begon ontwerper Veldhuyzen een rubriek “Hoe Bouw Ik Zelf een Sterklasse Scheepje?” Tot aan maart 1928 verscheen in deze rubriek een gedetailleerde handleiding om de bouw zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren.
Zaanlandsche Zeil- Vereeniging
Deze actieve vereniging, beter bekend als ZVV, organiseerde op 30, 31 maart en 1 april 1928 voor de derde maal een watersporttentoonstelling. Deze vond plaats in gebouw “De Waakzaamheid” in Koog aan de Zaan. Er werden onder andere een paar glijbootjes met buitenboordmotoren en kano’s tentoongesteld. Natuurlijk vond ook de door de ZVV gesponsorde eikenhouten Sterklasse-jol een plaats. Het door Gebr. De Vries gebouwde scheepje met het tuig van Kersken zag er keurig uit. In de betrekkelijk kleine zaal werkte de Sterklasse- jol als een geweldig schip, aldus een verslag uit die tijd.
“De Sterklasse. Een toekomstbeeld.”
Deze tekening is van H.C.A. van Kampen, hoofdredacteur van de Waterkampioen. De tekening verscheen in het nummer van 21 oktober 1927.
Een paar zelfbouwers
In Amsterdam bouwden in het voorjaar van 1928 twee jongen mensen, D. Meeth en A.Leysen zelf een Sterklasse-jol. Op zaterdag 12 mei vond de tewaterlating plaats vanuit het botenhuis van “Ons Huis” aan de Grote Wittenburgerstraat. Onder de sprekers bevond zich ook de heer Veldhuyzen. Daarna knipte Juffrouw Van Asperen, de directrice, het lint door en het scheepje dat STAARTSTER genoemd werd, gleed te water.
“Ons Huis” was een Amsterdamse instelling waar men de algemene ontwikkeling van de bevolking wilde vergroten, onder andere door de mensen cursussen te laten volgen. Kennelijk werd ook het bouwen van jachtjes door deze instelling aangemoedigd.
De heer C. van den Hoek Ostende uit Hillegersberg bouwde zijn Sterklasse-jol tussen november 1928 en juni 1929. De kiel met de zwaardkast en de stevens werden door “De Vlijt” aan hem geleverd. In april 1929 bestelde hij onder andere: ‘compleet ijzerwerk ƒ 45 en een mast, giek, haakje en twee riemen voor ƒ 25 en tenslotte nog twee berghoutlatten voor ƒ 6. Deze Sterklasse-jol kreeg de naam BETELGEUSE.
In 1930 bestelde J. van Alphen uit Hilversum bij de werf voor vijfenveertig gulden ijzerwerk als onderdeel van zijn te bouwen Sterklasse-jol.
Namen en nummers
Het is te begrijpen dat veel zeilers hun Sterklasse-jol de naam van een ster of sterrenbeeld gaven. Dr. Voorhoeve (Sterklasse bouwnummer 41) gaf met FILM-STER aan wel een heel eigen opvatting van een ‘hemellichaam’ te hebben… De “Filmster” werd later door een nieuwe eigenaar herdoopt in “IDOENA”. Eind 1933 noemde opnieuw een nieuwe eigenaar, G.W. Legerstee uit Weesp dit scheepje “SIRRAH’.
Er zijn verschillende zeilnummers bekend. Nummer 1 was van de SIRIUS, een grenenhouten Sterklasse-jol die in mei 1928 bij Valentijn werd afgeleverd. De eigenaar was J.C. Visser, die voorzitter was van de Watersport Vereniging Amsterdam.
Nummer 2 was van de POOLSTER (bouwnummer 40 van scheepswerf “De Vlijt”, maart 1928). De WATERMAN (bouwnummer 46), droeg nummer 6, de ALDEBARAN (bouwnummer 42) had nummer 14, de zelf gebouwde BETELGEUSE nummer 28 en bouwnummer 111 PLUTO had zeilnummer 31. Er bestaat van dit scheepje nog een foto, gemaakt op 21 april 1930.
Onbekend bouwnummer
De omstreeks mei 1931 afgeleverde Sterklasse-jol voor H.J. Vosveld uit Scheveningen is niet in de bouwnumerlijst van de werf terug te vinden. In het urenboek uit het werf archief zijn de bouwers en werkuren aan dit scheepje, dat “WATERHOENTJE” heette nog precies na te gaan:
Uren Naam Data
13 A. Krak (timmerman) 19 – 24 januari 1931
10½ Jo Eindhoven (timmerman) 19 – 24 januari 1931
48 A. Krak 26 – 31 januari 1931
30 Jo Eindhoven 26 – 31 januari 1931
31 A.Krak 9 – 14 februari 1931
14½ Jo Eindhoven 9 – 14 februari 1931
3½ Giel Heystek (schilder) 16 – 21 februari 1931
44½ AJ. Krak 16 – 21 februari 1931
10½ Giel Heystek 23 – 28 februari 1931
12 Giel Heystek 2 -7 maart 1931
5 Giel Heystek 7 – 11 april 1931
9 Jo Eindhoven 7 – 11 april 1931
5½ D.J. Verhoef 27 april – 2 mei 1931
5 Giel Heystek 27 april – 2 mei 1931
2 Jo Eindhoven 4 – 9 mei 1931
In de zomer van 1934 verkocht H.J. Vosveld zijn Sterklasse jol aan J.B. Saint-Martin uit Den Haag. Deze veranderde de naam van het scheepje in “POLLUX”.
Slot
In maart 1930 werd door de gebroeders De Vries onder bouwnummer 111 de laatste Sterklasse-jol afgeleverd. In het voorjaar van 1931 volgde nog de boot voor H.J. Vosveld.
Waarschijnlijk tegen de verwachtingen van de KVNWV en het Centraal Bureau voor Watersport in was het met de populariteit van de Sterklasse vrij snel gedaan. Er is eigenlijk nooit sprake van geweest dat de Sterklasse het van de 12 voetsjol klasse zou winnen.
Ook op scheepswerf “De Vlijt” was dat te zien. De 19 Sterklasse-jollen die daar tussen 1928 en 1930 werden gebouwd vallen in het niet bij de meer dan 100 twaalfvoets-jollen die er in dezelfde periode gebouwd werden.
De jachtwerven zullen de ondergang van de Sterklasse daarom misschien nauwelijks gemerkt hebben, er was werk genoeg. Bovendien sprak de gedachte dat de Sterklasse vooral door zelfbouwers gebouwd kon worden de werven ook niet zo aan.
De 12 voetsjol leverde ook in dat opzicht veel meer werk voor de jachtwerven op.
Na 1935 worden nauwelijks nog wedstrijdverslagen van Sterklasse-jollen gepubliceerd.
De Sterren hadden tamelijk fel geschenen, maar ze verbleekten toch vrij snel…
Ich habe eine Medalie gefunden mit der aufschrift 1E Prijs
Regenboogklasse
1927
vorne ist am Rand der Name Zaanlandsche Zeilvereeniging und ein Schiff drauf ,es wäre net wenn jemand mir sagen könnte was das für ein Medalie ist
Gruß J.Gehlen
hi i wil opleiding volgen en werken als scheeps timmerman ik hoop dat u mij daar meer informatie kan geven daar over
Op de website van Koninklijke De Vries Scheepsbouw Aalsmeer is de mogelijkheid om hiernaar te informeren. Succes!
Huib J. de Vries