De Volhouder, 1937

Over het schip
Dit zeewaardige, mahoniehouten zeiljacht werd als bouwnummer 317 op “De Vlijt” gebouwd naar ontwerp van H.W. de Voogt. De opdrachtgever was J.C. Grootenhuis uit Den Haag. De afmetingen waren: lengte 12.05 meter, breedte 2.80 m en diepgang 1.35 meter. De loden kiel woog 2900 kg en het zeiloppervlak was 52 m². Dee hoofdspanten waren van staal, het dek en de opbouw waren van teakhout.

Een Kermath Sea Cub van 20 pk was ingebouwde als hulpmotor. De stalen zeilvallen werden bediend door twee op de mast bevestigde liertjes. Dit was kennelijk een belangrijk detail dat zelfs in de Waterkampioen van april 1938 werd vermeld.

Bouwgeschiedenis
In de werkweek van 24 tot 30 oktober 1936 werd met de bouw begonnen. Omstreeks april of mei 1937 was “De Volhouder”, zoals het jacht gedoopt werd, gereed.

Foto’s van A. Peperkamp uit Haarlem. Op de onderste foto is linksboven nog juist de roeiboot te zien waarmee de stopblokken na de tewaterlating uit het water werden gevist

Van de tewaterlating werden foto’s en een smalfilm gemaakt. De zeilen waren door zeilmaker Hali geleverd voor ƒ 484,92, de mast en giek werden gemaakt bij Van der Neut voor ƒ 88. De 3000 kg wegende ballastkiel kostte ƒ495 en, tot slot, de ontwerpkosten van De Voogt bedroegen ƒ 300. De “Volhouder” werd geleverd voor ƒ 6500. Ter herinnering aan de bouw ontving de oudste werfdirecteur, H.S. de Vries, van de heer Grootenhuis als aandenken het boek “Yachts under Sail” van Alfred F. Loomis. Dit boek is altijd in de familie bewaard gebleven.

Schutblad van het boek dat door J.C. Grootenhuis aan H.S. de Vries werd aangeboden. Zijn handtekening staat in potlood bovenaan. Nadat hij in juli 1995 was overleden kwam het boek op 26 september 1995 in het bezit van de oudste zoon C.J. (Cees) de Vries

Oorlog
Van 1940 tot de bevrijding in 1945 verbleef de eigenaar van het zeiljacht als reserve officier bij de Nederlandse regering in Londen. De “Volhouder” werd, samen met een bijboot en de 12-voetsjol “Sterna” al die jaren zowel in de zomer als in de winter op de werf in Aalsmeer bewaard. Via een tussenpersoon werden de financiële zaken tussen eigenaar en werf geregeld.

De “Volhouder” achter de scheepswerf, voorjaar 1937

Slot
Direct na de bevrijding werd de “Volhouder” opgeknapt en nog tot 1957 gebruikt. Via makelaar Kieken  werd ze toen verkocht aan de Australische KLM-piloot John Poate. De nieuwe naam werd waarschijnlijk “Wallaby” en de nieuwe thuishaven Beroet in Libanon. Kort daarna gaf de heer Grootenhuis de werf de opdracht om een nieuw motorjacht met ‘hulpzeilen’ te bouwen. Dit schip kreeg later de naam “Flevo”.