Over het schip
De “Asmara” was in 1928 het tweede grote zeiljacht dat door de gebroeders H. en J. de Vries werd gebouwd op hun vijf jaar oude scheepswerf “De Vlijt”.
Het eerste grote zeiljacht had een lengte van ruim 9 meter, heette de “Meernimf” en was gebouwd in 1925.
De ‘zeiltoerkruiser’ “Asmara” was ontworpen door H.W. de Voogt en bestemd voor R. de Boer uit Haarlem.
De aanneemsom bedroeg ƒ 8700.
De lengte was 13.60 meter, de breedte 3.04 m en de diepgang 1.25 m. De loden ballastkiel woog 3150 kg. Het jacht was uitgerust met een sloeptuig van 60 m².
De huid van de romp was gemaakt van 25 mm dik teakhout, evenals het dek. De opbouw was van mahoniehout. De eigenaar wilde zoveel mogelijk ruimte onder het dek, daarom was het eigenlijke hoofddek van het jacht doorlopend gemaakt op de hoogte van de kajuitopbouw. Dit dek was helemaal tot de voorsteven doorgetrokken. Er was ruimte voor zes slaapplaatsen.
Iedere derde spant was van staal, met daartussen twee ingebogen eiken spanten van 40 x 30 mm.
De ingebouwde hulpmotor was een 6 cilinder Ailsa Craig van 16 pk.
Bouwgeschiedenis
Bekend is dat de eerste aanbetaling voor dit zeilschip in oktober 1927 plaatsvond. Waarschijnlijk geeft dit het begin van de bouw aan. In mei 1928 werd de “Asmara” tewatergelaten en opgeleverd.
De “Asmara” even voor de tewaterlating in Aalsmeer
De opdrachtgever was zeer tevreden met zijn nieuwe schip en betaalde zelfs ƒ 777 extra ‘als vergoeding voor lood’. Dit sloeg op het feit dat tijdens de bouwperiode in 1927 – 1928 al het lood dat bestemd was voor de kiel van de “Asmara” van de werf was gestolen. Eén dag na aankomst van het materiaal bleek alles te zijn verdwenen. Zelfs het watersportblad de Waterkampioen besteedde daar enige aandacht aan en besloot het artikel met: “De dief zal aan de 3000 kg zijn handen wel vol gehad hebben!”