De eerste van De Vlijt
“Er begon in 1925 ook wat nieuwbouw te komen. We adverteerden in de Beurscourant: ”Koop ook een boot. Een boot van De Vlijt doet het altijd.” Ook in een medisch blad en in de pauze in de bioscoop voordat de hoofdfilm begon. We bouwden voor Bram Donker een nieuw jacht van eikenhout voor f 3800,- in de schuur bij vader. Onze loodsen zaten vol, Jan Berkelaar was toen onze derde hulp.”
Zo beschreef in 1987 de toen 90 jaar oude H.S. (Henk) de Vries het eerste grote jacht dat in april 1925 door hem en zijn broer Johan de Vries werd opgeleverd. Het zeiljacht was voor die tijd tamelijk groot, 9.10 meter lang en 2.65 m breed.
Niets…
Wat is het toch jammer dat van dit eerste zeiljacht helemaal niets meer bekend is! Geen bouwcontract is er, ook is onbekend wie het schip heeft ontworpen, geen foto… helemaal niets! Gelukkig konden enkele familieleden van de opdrachtgever nog vertellen hoe het met dit zeilschip verder is gegaan.
Opdrachtgever
Die opdrachtgever was de Amsterdamse makelaar en bouwkundige A.J. (Bram) Donker, hij behoorde in 1913 tot de oprichters van de watersportvereniging ‘Nieuwe Meer’ aan de Westeinderplas in Aalsmeer.
Donker was een enthousiaste watersporter die al eerder een zeiljacht bezat met de naam “Meernimf”. Met dit schip kwam hij regelmatig op de scheepswerf van C.J.W. de Vries, de vader van Henk en Johan, voor onderhoud. Donker en De Vries waren dus al oude relaties van elkaar.
De scheepswerf van C.J.W. de Vries, van 1906 tot 1948 gevestigd aan de Helling te Aalsmeer, foto omstreeks 1930
Twee werven
De bouwgeschiedenis van het zeiljacht is merkwaardig omdat de broers De Vries op hun kleine, nieuwe scheepswerf aan de Oosteinderweg geen bouwruimte over hadden. Vanwege de winterstalling stonden hun twee loodsjes propvol grote en kleine boten. Daardoor moesten ze het eikenhouten zeilschip op de werf van hun vader C.J.W. de Vries aan de Helling in het dorp Aalsmeer op stapel zetten. In zijn Verkoopboek maakte C.J.W. in de periode januari-februari 1925 één keer melding van deze bouw met het zinnetje: H. en J. de Vries, Nieuw Jacht.
In maart 1925 was de “Meernimf” klaar, er werd nog een fok voor ƒ 35 en een zonnetent van ƒ 70 geleverd, daarna verliet het schip de werf. In de wintermaanden kwam de “Meernimf” meestal terug op De Vlijt voor de winterberging waarvoor ƒ 60 werd betaald.
Scheepswerf “De Vlijt” opgericht in 1923 door de broers Henk en Johan de Vries, gevestigd aan de Ringvaart bij Aalsmeer. Foto gemaakt omstreeks 1935, er zijn sinds de oprichting verschillende houten loodsen bijgebouwd. Na 1950 werd de werf steeds verder uitgebreid en later voorzien van bouwdokken in plaats van de oorspronkelijke hellingen.
Slot
In de zomer van 1936 overleed de heer A.J. Donker en de “Meernimf” bleef dat jaar op scheepswerf “De Vlijt” in de loods staan. Nog één keer vinden we het zeiljacht daarna terug in de werfboeken, namelijk in september 1938 als het schip voor ƒ 73,50 wordt gerepareerd. De rekening werd voldaan door W.J.M. (Wim) Donker uit Amsterdam, de oudste zoon van de opdrachtgever van destijds.
Vanaf 1938 koos Donker als ligplaats scheepswerf Van Dam in Oude Wetering. In de eerste oorlogsjaren werd er nog tamelijk veel gezeild, ook met de “Meernimf”, later kwam er een algeheel vaarverbod en werden veel jachten door de bezetter in beslag genomen en naar Duitsland afgevoerd. Dit lot trof helaas ook de “Meernimf” en zoals bij veel andere jachten, is er na afloop van de oorlog niets meer van teruggevonden. Wim Donker kocht later de bij Kok in Huizen gebouwde botter “’t Seepaard” en zeilde hier nog vele jaren mee.