Burgemeester
J. Kastelein was van 1914 tot 1941 burgemeester van Aalsmeer. Zijn ambtswoning lag maar een paar honderd meter van de scheepswerf van C.J.W. de Vries aan de Helling, een dwarsstraatje van de Dorpsstraat in het dorp Aalsmeer.
G.J. (George) Kastelein (1906-1992) was de oudste zoon van de burgemeester. In de werfboeken van De Vries werd de achternaam van de familie bijna altijd als “Kastelijn” geschreven.
Glijboot
Omstreeks 1920 kwam vanuit Amerika de interesse in snelle glijbootjes overgewaaid, de meeste waren van hout gemaakt en hadden een Amerikaanse buitenboordmotor.
Glijbootje met één ’trap’ of ‘step’
In maart 1928 werd op de scheepswerf van C.J.W. de Vries een “glijboot” opgeleverd. Als opdrachtgever staat burgemeester J. Kastelein vermeld, maar ongetwijfeld was de boot bestemd voor zijn zoon George. Die was toen 23 jaar oud en een watersportliefhebber. Zo liet hij enkele jaren later bij De Vries ook zijn twaalfvoetsjol “Babs” bouwen.
Het glijbootje kostte ƒ 100, exclusief verschillende extra posten zoals een ‘opvouwbaar’ ankertje, in totaal bedroeg de rekening ƒ 145,25. In mei 1928 was het bootje even terug op de werf, voor twaalf gulden werden wat reparaties verricht en letters op de boot geschilderd. Hoe het bootje heette werd niet vermeld, maar volgens een krantenbericht van later dat jaar moet dat “JOAN” geweest zijn. Misschien is de naam te verklaren door de beginletters van de voornamen van de ouders van George: Johannes en Anna, dat wordt dan: Joan. De registratie was O.H. 16.
Bladzijde uit het rekeningenboek van C.J.W. de Vries, maart 1928
In juni 1928 werd voor de prijs van 40 cent nog een vlaggenstokje geleverd en een haakstokje van 80 cent. De boot was klaar om te racen!
De wedstrijd Wesel – Arnhem
Tussen 23 en 29 juli 1928 trok een groep Nederlandse en Duitse leden van de nationale motorbootclubs door de Nederlandse wateren. Allerlei plaatsen werden bezocht en er werden verschillende wedstrijden georganiseerd door de Koninklijke Nederlandsche Motorboot Club. De eerste wedstrijd werd gehouden tussen kleine raceboten met een buitenboordmotor in de B en C- klasse. De B-klasse motoren hadden een cilinderinhoud tussen 350 en 500 cc.
De start was in Wesel en de finish lag op de Rijn bij Arnhem, een afstand van 75 km. De race in de C- klasse werd gewonnen door de Duitser Engelbrecht met zijn boot “Hai III”. In de B- klasse werd het een spannende strijd tussen de “Joan” van G. Kastelein en de “Babo” van G. Baay jr. Zij waren de enigen die van de vijf starters de race voltooiden.
De Nieuwe Rotterdamse Courant vond het zeer opvallend dat na een wedstrijd over 75 km het verschil tussen winnaar Kastelein en Baay maar drieënhalve seconde bedroeg. George Kastelein kreeg voor zijn eerste plaats een grote zilveren medaille van de K.N.M.C.
Eerste prijs Wesel – Arnhem, B-klasse, 23 Juli 1928
Aan het eind van de Duits-Nederlandse toertocht werden er ook zaken gedaan, de NRC meldde dat de snelste Duitse boten, “Hai III” en “Frosch” door Nederlanders werden gekocht.
Leiden
Een jaar later, in juli 1929, bij een wedstrijd op de Rijn en het Galgewater in Leiden, blijkt de nieuwe eigenaar van de “Hai III” George Kastelein te zijn! Maar zijn resultaten vallen tegen, hij weet geen enkele race te winnen met zijn nieuwe glijboot. In kranten wordt ook later geen melding meer gemaakt van eventuele successen. Kastelein gaat verder met zijn rechtenstudie in Leiden en gaat zeilen met zijn twaalfvoetsjol. Van de “Joan” is verder niets meer bekend.
Slot
In het voorjaar van 1930 werd er af en toe op de werf van C.J.W. de Vries wat voor Kastelein gerepareerd en werd zijn bootje geschuurd en gelakt. De 5 ons (een halve liter) Valspar (blanke lak) kostte ƒ 2,50.
George Kastelein (rechts) bij de “Hai”, duidelijk is de step in de bodem zichtbaar
Zomer 1929, wedstrijd in Leiden, op de voorgrond Hai III met George Kastelein
De laatste post in de werfboeken is van april 1932, in plaats van alleen de achternaam Kastelein staat nu ook de naam George vermeld. Voor de winterberging van 1931 – 1932 werd ƒ 15 in rekening gebracht. Hierna komt het glijbootje niet meer op de scheepswerf voor.